Spelling 3.9

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H/V2d - dinsdag 19 april

Lezen!

Wat gaan we vandaag doen?

Spelling

• uitleg aanpak komende tijd
• aan de slag met 3.9
  

Spelling

• Laatste 3 hoofdstukken zelf doorwerken m.b.v. werkwijzer.
• Eigen tempo en eigen route.
• Ieder hoofdstuk klassikale uitleg. Extra uitleg nodig? Geef dat aan!
  

3.9 Spelling

> Je herhaalt hoe je een voltooid deelwoord spelt.
> Je leert hoe je een tegenwoordig deelwoord spelt;
> wanneer je een tussenletter gebruikt in een samenstelling;
> twintig dicteewoorden.

Aan de slag!

Kies:

- werken aan spelling m.b.v. werkwijzer

- betoog afmaken

H/V2d - dinsdag 10 mei

Lezen!

Wat gaan we vandaag doen?

• planning komende tijd
  
• 3.9 Spelling: klassikale uitleg
• verder werken aan werkwijzer

Planning

Tot aan zomervakantie:

1. Lezen (toetsweek!)
   
2. Spelling (handelingsdeel)
   
3. Reflectieopdracht bij leesdossier
   

Cijfer betoog binnen nu en 2 weken.

Voltooid en tegenwoordig deelwoord

Zie theorie p.217-218

EN

Schema p.234:

Als je op de eerste vraag ‘Is het een persoonsvorm’ NEE antwoordt, doorloop dan het volgende stappenplan i.p.v. datgene wat in je boek staat:
1.    Schrijf op wat je hoort
2.    Bij twijfel -d/-t verleng je het werkwoord (eventueel kun je ook ’t ex-kofschip gebruiken)

Tussenletters in samenstelling

Samenstelling: twee aan elkaar geplakte woorden waardoor een nieuw woord ontstaat
     aardbei + jam = aardbeienjam

Regel voor tussen-s:
1. Als je hem hoort, schrijf je hem op.
    verkeer + licht = verkeerslicht
2. Als tweede woord ook met -s of s-klank begint: verander tweede woord
    station + straat = stationstraat of stationsstraat?
    station + plein = stationsplein DUS stationsstraat

Tussenletter in samenstellingen

Tussen -(e)n als:
1. het om twee zelfstandige naamwoorden gaat
2. het eerste zelfstandige naamwoord alleen een meervoud op -en heeft
3. er een nieuw zelfstandig naamwoord ontstaat

kat + bak = kattenbak
rood + kool = rodekool (eerste woord is geen zelfstandig naamwoord)
tarwe + brood = tarwebrood (tarwe heeft geen meervoud)
reus + leuk = reuzeleuk (geen zelfstandig naamwoord, maar bijvoeglijk naamwoord)
groente + boer = groenteboer (groente heeft meervoud op -s EN op -n)
Let op: woorden met maan en zon altijd alleen een -e! (maneschijn, zonnesteek, enz.)

Check

Waarom is het spinnewiel, maar spinnenweb?

Aan de slag!

Kies:

- werken aan spelling m.b.v. je werkwijzer

- lezen in je boek