Schrijfvaardigheid 3

Schrijfvaardigheid 3
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Schrijfvaardigheid 3

Slide 1 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Je schrijft aan een vriend / vriendin:
o   


Slide 2 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Je schrijft aan een vriend / vriendin:
o    Salut / Bonjour / Cher-Chère + naam


Slide 3 - Slide

Salut / Bonjour / Cher-Chère + naam

Slide 4 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel dat je met wat vrienden naar de film gaat en wanneer.
o   


Slide 5 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel dat je met wat vrienden naar de film gaat en wanneer.
o    Samedi soir on va au cinéma.


Slide 6 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Geef informatie over de film/bioscoop
      (prijs en/of openingstijden)
o   


Slide 7 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Geef informatie over de film/bioscoop
      (prijs en/of openingstijden)
o    C'est un film d'amour avec Omar Sy.
     


un film d’amour / fantastique / romantique / historique / policier / biographique / comédie / aventures / ...

Slide 8 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Geef informatie over de film/bioscoop
      (prijs en/of openingstijden)
o    C'est un film d'amour avec Omar Sy.
      Ça coûte 5 euro par personne.


Slide 9 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel hoe jullie er naartoe zullen gaan (vervoermiddel) als
       het  slecht weer is.
o    Anders gewoon met de fiets.
o   

Slide 10 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel hoe jullie er naartoe zullen gaan (vervoermiddel) als
       het  slecht weer is.
o    Anders gewoon met de fiets.
o  


Si .....+ tegenwoordige tijd -->
                     futur simple / futur proche

Slide 11 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel hoe jullie er naartoe zullen gaan (vervoermiddel) als
       het  slecht weer is.
o    Anders gewoon met de fiets.
o   Si le temps est mauvais, on va aller / on ira en bus.
     

Slide 12 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel hoe jullie er naartoe zullen gaan (vervoermiddel) als
       het  slecht weer is.
o    Anders gewoon met de fiets.
o   Si le temps est mauvais, on va aller / on ira en bus.
      Mais si le temps est beau: on ira en vélo!

Slide 13 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vraag of hij/zij ook mee wil gaan.
o    



Slide 14 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vraag of hij/zij ook mee wil gaan.
o     Tu veux aller au cinéma avec nous?



Slide 15 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel dat de bioscoop niet ver is van jouw huis en hoe ver het
       is (aantal minuten met de fiets).
o



Slide 16 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel dat de bioscoop niet ver is van jouw huis en hoe ver het 
       is (aantal minuten met de fiets).
o     Ce n'est pas loin de ma maison.
       



Slide 17 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel dat de bioscoop niet ver is van jouw huis en hoe ver het 
       is (aantal minuten met de fiets).
o     Ce n'est pas loin de ma maison.
        C'est à 7 minutes de ma maison.



Slide 18 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt.
       Verzin een korte routebeschrijving.
o     De ta maison;



Slide 19 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt.
       Verzin een korte routebeschrijving.
o     De ta maison;
        Tu vas tout droit jusqu'aux feux de circulation.
       




tourner à droite
tout droit
tourner à gauche

Slide 20 - Slide

ta maison
la rue
la rue

Slide 21 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt.
       Verzin een korte routebeschrijving.
o     De ta maison;
        Tu vas tout droit jusqu'aux feux de circulation.
        Puis, tu tournes à droite.




tourner à droite
tout droit
tourner à gauche

Slide 22 - Slide

ta maison
la rue
la rue

Slide 23 - Slide

ta maison
la rue
la rue

Slide 24 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt.
       Verzin een korte routebeschrijving.
o     De ta maison;
        Tu vas tout droit jusqu'aux feux de circulation.
        Puis, tu tournes à gauche.
        La deuxieme à droite.... et là




tourner à droite
tout droit
tourner à gauche

Slide 25 - Slide

ta maison
la rue
la rue
la rue
la rue

Slide 26 - Slide

ta maison
la rue
la rue
la rue
la rue

Slide 27 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt.
       Verzin een korte routebeschrijving.
o     De ta maison;
        Tu vas tout droit jusqu'aux feux de circulation.
        Puis, tu tournes à droite. La deuxième à droite: et là, tu vois
        le cinéma




tourner à droite
tout droit
tourner à gauche

Slide 28 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Spreek af om ... uur bij de bioscoop.
o    Le film commence à 19 heures et demie...
      


Slide 29 - Slide

Opdracht: nr 6
o    Spreek af om ... uur bij de bioscoop.
o    Le film commence à 19 heures et demie...
       On se voit vers 19 heures?


Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Opdracht: nr 6
o    Je schrijft aan een vriend / vriendin:
o    Vertel dat je met wat vrienden naar de film gaat en wanneer.
o    Geef informatie over de film/bioscoop (prijs en/of openingstijden)
o    Vertel hoe jullie er naartoe zullen gaan (vervoermiddel) als het slecht weer is.
o    Anders gewoon met de fiets.
o    Vraag of hij/zij ook mee wil gaan.
o    Vertel of de bioscoop niet ver is van jouw huis en hoe ver het is (aantal minuten met de fiets).
o    Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt. Verzin een korte routebeschrijving.
o    Spreek af om ... uur bij de bioscoop.
o    Denk aan een goed begin/eind.
o    Vergeet niet je naam te vermelden.



Slide 32 - Slide