This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom v3t!
Slide 1 - Slide
Programma
SO werkwoordspelling
10 minuten lezen
Schrijfvaardigheid 1
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Slide
SO werkwoordspelling
Je krijgt voor de SO 15 minuten de tijd.
Schrijf netjes en met een blauwe pen.
Als je klaar bent, leg je het SO op de hoek van je tafel en ga je lezen in je leesboek.
Slide 3 - Slide
10 minuten lezen
Slide 4 - Slide
Schrijfvaardigheid 1
Woorden die werken
Doel: Je leert waarop mensen letten bij het lezen en hoe schrijvers hierop inspelen.
Slide 5 - Slide
Woorden die werken
Een schrijver heeft altijd een doel voor ogen met zijn/haar tekst.
De woorden die een schrijver dus kiest, zijn nooit toevallig gekozen.
De juiste woorden hebben namelijk invloed op de lezer.
Slide 6 - Slide
Oogbewegingen
Slide 7 - Slide
Emoties en woorden
Een advertentie kan effectiever worden
als de maker inspeelt op drie belangrijke
drijfveren van de mens: hebzucht, angst
en status.
Slide 8 - Slide
Framing
Schrijvers (maar ook politici) kiezen heel bewust woorden
die een bepaald beeld en gevoel oproepen bij een onderwerp.
Een goed frame heeft de volgende kenmerken:
- Het blijft hangen: mensen onthouden het.
- Mensen zijn het er intuïtief mee eens; het klinkt logisch.
- Het speelt in op gevoelens die leven in de samenleving.
- Het vereenvoudigt en structureert de werkelijkheid.
Slide 9 - Slide
In de afbeelding is sprake van framing. Aan welke eigenschappen van framing voldoet deze afbeelding? (Tip: kijk nog even op pagina 87 in je boek).
Slide 10 - Mind map
Ieder jaar komen er nieuwe woorden bij. Vaak heeft zo een woord te maken met een actuele gebeurtenis. Bijvoorbeeld: dagobertducktaks, sjoemelsoftware en treitervlogger. Zou er bij deze woorden sprake zijn van framing? Leg je antwoord uit.
Slide 11 - Mind map
Leerdoelcheck! Waar letten mensen op bij het lezen en hoe spelen schrijvers hierop in?
Slide 12 - Open question
Volgende week donderdag is de repetitie Leesvaardigheid 1 en 2 al. Heb je nog vragen? Zijn er nog zaken onduidelijk?