Hoofdstuk 3
Bloedsomloop
This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.
Je moet de bestandsdelen van bloed kunnen noemen met kenmerken en functies
Je weet wat bloedarmoede, etter en trombose zijn
Geen celkern
Vervoeren zuurstof
Hemoglobine
Bloedarmoede
Wel een celkern
Maken ziekteverwekkers onschadelijk
Kunnen van vorm veranderen
Etter en pus uit een wond =
dode witte bloedcellen en bacteriën
Delen van uiteengevallen cdllen
Spelen een rol bij bloedstolling
Als bloed binnenin een bloedvat stolt = trombose
1 druppeltje =
5.000.000 rode bloedcellen
7.000 witte bloedcellen
300.000 bloedplaatjes