18.2 Internationale handel

Leerdoelen § 2: internationale handel
  1. Je weet wat absolute kostenvoordelen zijn en de gevolgen voor de productie berekenen en toelichten.
  2. Je weet wat comparatieve kostenvoordelen zijn en de gevolgen voor de productie berekenen en toelichten.
  3. Je kent de protectionistische maatregelen en waarom overheden die instellen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Leerdoelen § 2: internationale handel
  1. Je weet wat absolute kostenvoordelen zijn en de gevolgen voor de productie berekenen en toelichten.
  2. Je weet wat comparatieve kostenvoordelen zijn en de gevolgen voor de productie berekenen en toelichten.
  3. Je kent de protectionistische maatregelen en waarom overheden die instellen.

Slide 1 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

18.2    Internationale handel
Waarom drijven landen, of liever bedrijven uit verschillende landen handel met elkaar?
Belangrijke oorzaken van internationale handel:
1. Producten of grondstoffen zijn niet aanwezig.
2. Kostprijs in buitenland is veel lager.

De verschillen in kostprijs ontstaan vooral door comparatieve kostenvoordelen die ontstaan bij de ruil van goederen.

Slide 2 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.2    Internationale handel
Ruil

Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.2    Internationale handel
Geld als ruilmiddel zorgt er voor dat je niet alles zelf hoeft te produceren.


Arbeidsdeling: 
Wanneer de taken binnen een bedrijf verdeeld worden.





Ruil
Arbeidsdeling

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.2    Internationale handel
Geld als ruilmiddel zorgt er voor dat je niet alles zelf hoeft te produceren.


Arbeidsdeling: 
Wanneer de taken binnen een bedrijf verdeeld worden.





Door taken te verdelen kun je je aandacht op één taak richten.
Ruil
Arbeidsdeling
Specialisatie

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.2    Internationale handel
Geld als ruilmiddel zorgt er voor dat je niet alles zelf hoeft te produceren.


Arbeidsdeling: 
Wanneer de taken binnen een bedrijf verdeeld worden.





Absoluut kostenvoordeel: 
Als één producent een product goedkoper kan produceren dan andere producenten.






Door taken te verdelen kun je je aandacht op één taak richten.
Hierdoor kun je sneller en goedkoper produceren.


Absoluut kostenvoordeel
Ruil
Arbeidsdeling
Specialisatie

Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.2       Internationale handel
Als er geen absolute kostenvoordelen te behalen zijn voor 
een producent, kan arbeidsdeling toch voordeel hebben.

De producent kan namelijk een comparatief kostenvoordeel
hebben.

Comparatief kostenvoordeel: 
De opofferingskosten van één producent zijn lager dan die van de andere producenten.

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeeld kostenvoordelen
In onderstaand voorbeeld heeft Nederland een absoluut kostenvoordeel bij het produceren van computers en tomaten. 







Slide 8 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld kostenvoordelen
De opofferingskosten voor Nederland voor het maken van bijvoorbeeld één eenheid tomaten zijn drie computers (= 30/10 = 3). Zo kun je voor elke situatie in de tabel de opofferingskosten uitrekenen.







Slide 9 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld kostenvoordelen





De opofferingskosten om een computer te produceren zijn in Nederland het laagst. Nederland zal zich specialiseren in productie van computers.

De opofferingskosten om  tomaten te produceren zijn in Duitsland het laagst. Duitsland zal zich specialiseren in productie van tomaten.

Slide 10 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Aan de slag
Maak opgave 12 op pagina 210.

Slide 11 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

18.2       Internationale handel
De EU als handelsblok bevordert vrijhandel tussen de lidstaten, 
maar tegelijkertijd belemmert ze handel met andere landen.

De EU is ook een douane-unie. Dat betekent naast de 
vrijhandelszone een uniforme handelspolitiek. De importtarieven 
voor landen buiten de EU zijn gelijk. Een importtarief geldt als 
een belemmering voor vrijhandel.

Deze belemmeringen worden protectionisme genoemd.

Vrijhandel: 
Internationale handel van goederen en diensten zonder beperkingen.

Protectionisme:
Handelsbelemmeringen om de binnenlandse economie tegen concurrentie uit het buitenland te beschermen.

Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.2       Internationale handel
Doel van protectionisme is voornamelijk:
  1. Binnenlandse productie beschermen
  2. Binnenlandse werkgelegenheid beschermen
  3. Infant industries helpen zich te ontwikkelen
  4. Buitenlandse afhankelijkheid beperken

Slide 13 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

18.2       Internationale handel
Er bestaan verschillende soorten handelsbeperkingen:

Tarifaire maatregelen: 
Maatregelen die de prijzen van geïmporteerde of geëxporteerde producten beïnvloeden.

Non tarifaire maatregelen:
Alle overige protectionistische maatregelen die geen invloed hebben op de prijzen.


Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 9 op pagina 208.

Slide 15 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.