1.3 Gesteente wordt verplaatst

Paragraaf 1.3: Gesteente wordt verplaatst
1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Paragraaf 1.3: Gesteente wordt verplaatst

Slide 1 - Slide

Deze les:
- herhaling vorige les
- nieuwe lesstof
- aan de slag

Slide 2 - Slide

Vorige les
- verwering; welke soorten
- wat is mechanische verwering?

Slide 3 - Slide

Vorige les
- verwering; welke soorten


Slide 4 - Slide

Vorige les
- verwering; welke soorten
- wat is mechanische verwering?
- wat is chemische verwering?


Slide 5 - Slide

Vorige les
- verwering; welke soorten
- wat is mechanische verwering?
- wat is chemische verwering?
- wat is een karstgebied en hoe ontstaat het?


Slide 6 - Slide

Mechanische verwering
  1. Vorstverwering
  2. Verwering door temperatuurverschillen
  3. Biologische verwering

Slide 7 - Slide

Chemische verwering: 
Verwering van gesteente door werking van zuurstof en vocht.

Slide 8 - Slide

Verwering
Mechanische verwering
Chemische verwering
Vorstverwering
Verwering temperatuur verschillen
Biologische verwering

Slide 9 - Slide

Karstgebieden
Gebieden van kalksteen worden ook wel karstgebieden genoemd. 

Gebied dat gekenmerkt wordt door het oplossen van kalksteen.

Slide 10 - Slide

Welk soort verwering waar?
Cairo: woestijnklimaat;

Paramaribo: tropisch klimaat;
Upernavik: poolklimaat;
Parijs: gematigd zeeklimaat.


Slide 11 - Slide

In welke stad zal een standbeeld het snelst aangetast worden door chemische verwering?
A
Caïro
B
Paramaribo
C
Upernavik
D
Parijs

Slide 12 - Quiz

Verklaar je waardoor in Paramaribo een standbeeld sneller aangetast kan worden.

Slide 13 - Open question

In welke steden zal geen chemische verwering plaatsvinden?
A
Caïro
B
Paramaribo
C
Upernavik
D
Parijs

Slide 14 - Quiz

Verklaar waardoor chemische verwering bij de evenaar sneller gaat dan in Nederland.

Slide 15 - Open question

Paragraaf 1.3: Gesteente wordt verplaatst

Slide 16 - Slide

Aan het eind van de les:
  • kunnen jullie vertellen hoe wat een puinhelling is
  • weten jullie wat massabewegingen zijn en hoe ze ontstaan.
  • weten jullie meer over rivieren en hoe de loop van de rivier is.
  • Kunnen jullie verschillende dalen benoemen en herkennen.

Slide 17 - Slide

massabeweging
Gesteente dat langs een helling naar beneden komt onder invloed van de zwaartekracht.

Slide 18 - Slide

Steile helling


Gesteente gaat rollen of vallen.
Flauwe helling


Gesteente schuift langzaam naar beneden.

Slide 19 - Slide

 
Een Puinhelling is een helling die bestaat uit verbrokkeld gesteente.

Slide 20 - Slide

Erosie
De uitschurende werking van beladen stromend water, wind of ijs.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Net verweerd gesteente is hoekig en scherp.
Doordat stenen met elkaar botsen  en langs elkaar schuren in de rivier, worden de stenen steeds meer afgerond.

Hierdoor onstaat in de bovenloop van de rivier grind.


Slide 23 - Slide

V-dal!

Slide 24 - Slide

rivier/V-dal
gletsjer/U-dal

Slide 25 - Slide

Gletsjer: ijsmassa's die langzaam naar beneden bewegen.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Firnbekken:
Komvormig gebied in de bergen waar zich sneeuw ophoopt en in ijs wordt omgezet

Slide 28 - Slide

Voorbeeld U-dal!

Slide 29 - Slide

Fjorden: een u-vormig dal dat is volgelopen met zeewater.

Een u-vormig dal dat is volgelopen met zeewater.

Slide 30 - Slide

0

Slide 31 - Video

Grind: zien met blote oog.
Zand: zien met blote oog
Klei: alleen zien met microscoop
Verwering en erosie zorgen ervoor dat gesteente in kleine korreltjes uiteenvalt.

Slide 32 - Slide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Delta

Slide 33 - Slide

Aan de slag:
* Lees de tekst in je tekstboek
* Maak je opdrachten online (je eigen leerroute ontstaat vanzelf)
* Klaar? Start alvast met topo Europa (werkboek)
* Afsluiting: leerdoelen checken
timer
1:00

Slide 34 - Slide

Kom in de lesson-up!
Welke begrippen hoorden bij 1.3?

Slide 35 - Open question

Check!



  • kunnen jullie vertellen hoe wat een puinhelling is
  • weten jullie wat massabewegingen zijn en hoe ze ontstaan.
  • weten jullie meer over rivieren en hoe de loop van de rivier is.
  • Kunnen jullie verschillende dalen benoemen en herkennen.


Slide 36 - Slide


A
U-dal
B
V-dal

Slide 37 - Quiz

Wat heeft de grootste korrels?
A
zand
B
klei
C
grind

Slide 38 - Quiz

Hoe ontstaat een fjord?

Slide 39 - Open question

U-dal
Gletsjer
V-dal
Rivier

Slide 40 - Drag question