Oefentoets Regeling

Formatieve toets TL 4.4 en 4.5

Succes!

(Je krijgt hier dus geen cijfer voor, dit is om te oefenen)
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Formatieve toets TL 4.4 en 4.5

Succes!

(Je krijgt hier dus geen cijfer voor, dit is om te oefenen)

Slide 1 - Slide

Van welk type zenuwcellen bevinden zich uitlopers in een gemengde zenuw
A
Van bewegingszenuwcellen en gevoelszenuwcellen
B
Van bewegingszenuwcellen en van schakelcellen
C
Van gevoelszenuwcellen en van schakelcellen
D
Alleen van gemengde zenuwcellen

Slide 2 - Quiz

De met rabiës besmette hond beet één van de kinderen in een arm. Het virus kwam in een armspier terecht en verplaatste zich via uitlopers in een gemengde zenuw naar het centraal zenuwstelsel. Waar in het centraal zenuwstelsel komt het virus dan als eerste terecht?
A
Grote hersenen
B
Hersenstam
C
Gevoelszenuw
D
Ruggenmerg

Slide 3 - Quiz

Het braakcentrum ligt in de hersenen en stuurt impulsen naar spieren in de maagwand waardoor deze spieren zich samentrekken. Hierdoor ga je overgeven. Welk type zenuwcellen geeft impulsen af aan de spieren in de maagwand?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen

Slide 4 - Quiz

Welke typen zenuwcellen zie je in de afbeelding hieronder?
bewegingszenuwcel
gevoelszenuwcel
schakelzenuwcel

Slide 5 - Drag question

Je kunt een geheugenspoor in je hersenen versterken door informatie vaak te herhalen.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Bewegingszenuwcellen geven impulsen door aan spieren.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Een gezond persoon doet de Ice Bucket Challenge en gooit een emmer ijswater over zijn hoofd. Hij wordt zich bewust van de kou. In welk deel van de hersenen gebeurt dit?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 8 - Quiz

De grote hersenen hebben als taak....
A
bewegingen te coördineren
B
bewust wording van impulsen
C
regelen van lichaamtemperatuur
D
reflexen te verwerken

Slide 9 - Quiz

De uitlopers van gevoelszenuwcellen geleiden impulsen van het ruggenmerg naar de spier.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Via welke route gaat een prikkel naar de hersenen?
A
prikkel -> impuls -> zenuw -> hersenen
B
prikkel -> zintuig -> impuls -> zenuw -> hersenen
C
prikkel -> zenuw -> impuls -> hersenen
D
prikkel -> zintuig -> zenuw -> impuls -> hersenen

Slide 11 - Quiz

schakelzenuwcel
cellichaam
gemengde zenuw
bewegingszenuw

Slide 12 - Drag question

De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Groter hersenen, kleine hersenen en hersenstam

Slide 13 - Quiz

Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse

Slide 14 - Quiz

Welk onderdeel van de hersenen is een verlengde van het ruggenmerg?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Bewegingscentrum

Slide 15 - Quiz

Als je veel alcohol drinkt, wordt je coördinatie minder. Op welk deel van je hersenen heeft alcohol blijkbaar vooral invloed?
A. grote hersenen / B. kleine hersenen
C. hersenstam / D. hersenschors
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
hersenschors

Slide 16 - Quiz

Welke hersenen ontvangen en verwerken impulsen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen

Slide 17 - Quiz

Welk onderdeel van de hersenen is een verlengde van het ruggenmerg?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Bewegingscentrum

Slide 18 - Quiz

Iemand met de ziekte van Huntington maakt vaak ongewilde bewegingen en kan zijn bewegingen niet goed coördineren. Welk deel van de hersenen werkt bij iemand met deze aandoening niet goed meer?
A
Grote hersenen
B
Hersenstam
C
Kleine hersenen
D
Hiervoor is er te weinig informatie

Slide 19 - Quiz

Welk van onderstaande delen hoort of horen bij het centrale zenuwstelsel?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Ruggenmerg
D
Zintuigcellen

Slide 20 - Quiz

Bij sommige kermisattracties kan je flink duizelig worden wanneer je er uit stapt. Hoe komt dat?
A
De buis van Eustachius kan geen impulsen meer aan de hersenen doorgeven
B
De hersenen kunnen impulsen van het evenwichtsorgaan niet goed meer verwerken
C
De hersenen kunnen de impiulsen van de ogen niet goed verwerken
D
Het slakkenhuis is gevoelig voor de bewegingen van de kermisattractie

Slide 21 - Quiz

Abdul loopt graag op blote voeten buiten. Op een ochtend trapt hij in een stukje
glas. In een reflex trekt hij zijn voet weg. Hij voelt de pijn. Zet de zinnen op de juiste volgorde

1
2
3
4
5
6
7
De bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar de spieren.
De impulsen gaan over op schakelcellen.
De impulsen gaan over van de schakelcellen naar de bewegingszenuwcellen.
De impulsen gaan via gevoelszenuwcellen naar het ruggenmerg.
De spieren trekken samen en de voet gaat omhoog
Er gaan impulsen naar de hersenen waardoor bewustwording optreedt. 
Het stappen in het glas veroorzaakt impulsen in zintuigcellen in de voet.

Slide 22 - Drag question

Bekijk de afbeelding
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 23 - Quiz

Kun je een reflex tegenhouden
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz


Een reflex is ter bescherming.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Wanneer word je je bewust van een reflex?
A
Voor je reactie
B
Na je reactie

Slide 26 - Quiz

Kan een terugtrek-reflex nog optreden als in de reflexboog de zenuwcellen R zijn uitgeschakeld? En als in de grote hersenen de bewegingscentra zijn uitgeschakeld?
A
Ja Ja
B
Ja Nee
C
Nee Ja
D
Nee Nee

Slide 27 - Quiz

Hoe noemen we het samentrekken van de spieren in de iris bij een verandering in licht?
A
Pupilreflex
B
Pupil spasme
C
Het goede antwoord staat hier niet tussen
D
Pupil verwijding

Slide 28 - Quiz

Welke cellen zitten voornamelijk in het centrale zenuwstelsel?
A
Schakelzenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Bewegingszenuwcellen
D
Gemengde zenuwcellen

Slide 29 - Quiz