Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Werkwoordelijk gezegde: Het onderwerp DOET iets.
Bijvoorbeeld: De man fietst naar huis.
Naamwoordelijk gezegde: Het onderwerp IS iets.
Bijvoorbeeld: De man is ziek.
WG: Zelfstandig werkwoord (en eventueel hulpwerkwoord(en))
NG: Koppelwerkwoord (en eventueel hulpwerkwoord(en))
ZIE VOLGENDE FILMPJE