Pallas les 3a

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

eerste keer naamwoorden

Grieks

Welke uitgang?

DRIE groepen uitgangen.

alfa/ eta :  ἡ μάχη, ἡ χώρα en ὁ δεσπότης.
omikron :  ὁ δοῦλος   &  τὸ θηρίον
rest (pas in les 9)

de alfa-ètagroep

ἡ μάχη           αἱ μάχαι                  

τῆς μάχης     τῶν μαχῶν

τῇ μάχῃ         ταῖς μάχαις

τὴν μάχην     τὰς μάχας

schrijf nu ook het rijtje van ἡ χώρα over en geef de uitgangen dezelfde kleuren. Wat valt je op?

de alfa-ètagroep: mixje

ὁ δεσπότης

τοῦ δεσπότου

τῷ δεσπότῃ

τὸν δεσπότην

οἱ δεσπόται

τῶν δεσποτῶν

τοῖς δεσπόταις

τοὺς δεσπότας

Wat klopt daar?

1. ὁ δεσπότης is mannelijk
2. het rijtje ὁ δεσπότης is lastig uitspreken
3. ὁ δεσπότης gaat als ἡ μάχη
4. A, B, C kloppen allemaal

ὁ δεσπότης is een rijtje met een leuke mix, want....

de omikrongroep

ὁ δοῦλ-ος                

τοῦ δούλ-ου

τῷ δούλ-ῳ

τὸν δοῦλ-ον

het meervoud:

οἱ δοῦλ-οι

τῶν δούλ-ων   

τοῖς δούλ-οις

τοὺς δούλ-ους

onzijdig:

τὸ θηρίον =  nom.,acc.  

τὰ θηρία =  nom., acc.

alfa/eta-groep

omikrongroep

ὁ ἄνθρωπος

κατάλογος

γυμνάσιον

ὁ δεσπότης

ἡ μάχη

ἡ χώρα

Benoem de naamval van:
φόβον

1. nominativus
2. genitivus
3. dativus
4. accusativus

Welke vorm staat niet in de nominativus?

1. ὁ δεσπότης
2. τῆς χώρας
3. ἡ μάχη
4. αἱ χῶραι

Welke vorm staat in het meervoud?

1. ὁ δοῦλος
2. ἡ μάχη
3. αἱ χῶραι
4. τὸν δοῦλον

welke uitgang is géén dativusvorm?

1. οις
2. ην
3. αι
4. ᾳ

uitgang = naamval

de naamvallen van het Grieks zijn
nominativus/ accusativus = les 3
genitivus/ dativus = les 4 en 5

Kijk naar de uitgang!

> enkelvoud of meervoud

> naamval 

functies nominativus

ONDERWERP

NAAMWOORDELIJK DEEL

Wat is het onderwerp?

Ὁ δ’ Ἡρακλῆς οὐ φόβον ἔχει

1. Ὁ δ’ Ἡρακλῆς
2. φόβον

Wat is het onderwerp?

οὐ δε φόβον ὁ Ἡρακλῆς ἔχει

1. φόβον
2. ὁ Ἡρακλῆς

naamwoordelijk deel

staat in de nominativus

in de zin staat een koppelwerkwoord

voor het nw.deel geen lidwoord

Wat is het naamwoordelijk deel?
ὁ Ἡρακλῆς δοῦλός ἐστιν.

1. ὁ Ἡρακλῆς
2. δοῦλός

functie accusativus

lijdend voorwerp / object

na een voorzetsel + acc.

ἡ χωρα
wat is de dativus enkelvoud?

1. χωρας
2. χωρῃ
3. χωρι
4. χωρᾳ

Welke vorm kan een accusativus zijn?

1. οἱ
2. τῆς
3. τόν
4. τῶν

Wat is ook alweer de functie van de accusativus?

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Wat is het lijdend voorwerp?
Εὐρυσθεὺς τὸν δοῦλον πέμπει.

1. Εὐρυσθεὺς
2. τὸν δοῦλον
3. πέμπει

Hoe vond je dit gaan? Beheers je de stof?