6.5 aanpassingen bij dieren

6.5 Aanpassingen bij dieren
maar eerst nog even 6.4 - biologisch evenwicht

Zet die hersenen maar aan. Wat weet jij nog?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

6.5 Aanpassingen bij dieren
maar eerst nog even 6.4 - biologisch evenwicht

Zet die hersenen maar aan. Wat weet jij nog?

Slide 1 - Slide

Wat laat de afbeelding zien?
A
Biologisch evenwicht
B
Overpopulatie van konijnen
C
Vossenpopulatie neemt af
D
Weinig voedsel voor konijnen en vossen

Slide 2 - Quiz

Biotisch of abiotisch?

Voedsel
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 3 - Quiz

Biotisch of abiotisch?

Roofdieren

A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 4 - Quiz

Biotisch of abiotisch?

Ziekteverwekkers
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 5 - Quiz

Biotisch of abiotisch?

Licht
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de niveaus van de ecologie van klein naar groot?
A
individu - populatie - ecosystemen
B
ecosystemen - individu - populatie
C
populatie - individu - ecosystemen
D
ecosystemen - populatie - individu

Slide 7 - Quiz

Wat is niet
één van de ecologie niveaus?
A
Ecosysteem
B
Populatie
C
Individu
D
Levensgroep

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen
Je  beschrijft hoe waterdieren zijn aangepast aan hun omgeving

Je beschrijft hoe landdieren zijn aangepast aan hun omgeving

Je beschrijft hoe vogels zijn aangepast aan hun omgeving

Slide 9 - Slide

aanpassingen bij dieren

Slide 10 - Slide

aanpassingen bij waterdieren
ademhaling
huid
vorm
gestroomlijnd
vinnen
sturing en voortbeweging
kleur
schutkleur

Slide 11 - Slide

aanpassingen bij landdieren
zwaar skelet
aangepast skelet
teen, zool en hoef gangers
warme omgeving
koude omgeving
schutkleur

Slide 12 - Slide

vogel snavels

Slide 13 - Slide

vogel snavels

Slide 14 - Drag question

vogel poten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

 Sleep elk begrip naar de juiste basisstof. Weet jij al waar alles bij hoort? 
Fotosynthese en verbranding

Eten en gegeten worden
Organismen en hun leefomgeving
Aanpassingen bij dieren
Aanpassingen bij planten
Ecosysteem
voedselketen
Energiearme stoffen
Stofwisseling
Reducent
Zonplanten
Zeefsnavel
Zoolganger
Biotische factor
bladgroenkorrels

Slide 17 - Drag question

Camouflage van een dier is een aanpassing aan de leefomgeving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een aanpassing van dieren aan hun omgeving?
A
Een giraffe heeft lange poten om snel te kunnen rennen.
B
Een leeuw heeft grote oren om beter te kunnen horen.
C
Een ijsbeer heeft een dikke vacht om warm te blijven.
D
Een vogel heeft veren om te kunnen zwemmen.

Slide 19 - Quiz

Plaats de  naam op het bijbehorende plaatje
Teen-
ganger
Hoef-
ganger
Zool-ganger

Slide 20 - Drag question

Wat gebeurt er als dieren zich niet kunnen aanpassen aan een veranderend milieu?
A
Ze ontwikkelen nieuwe instincten
B
Ze sterven uit
C
Ze verhuizen naar een ander gebied
D
Ze worden tam

Slide 21 - Quiz

Dieren die in warme omgeving leven hebben de volgende aanpassing.
A
lange poten en kleine oren
B
lange poten en grote oren
C
korte poten en kleine oren
D
korte poten en dikke vacht

Slide 22 - Quiz

Aanpassing vogels aan voedsel
Haaksnavel
Kegelsnavel
Priemsnavel
Pincetsnavel
zeefsnavel

Slide 23 - Drag question

Welke aanpassingen heeft een dier?
Tegen onderkoeling
Tegen oververhitting
Kleine oren
Grote oren
Klein maken
Wintervacht
Zomervacht
Hijgen
Winterslaap

Slide 24 - Drag question

Aan het werk!
Thema 5 Ecologie
Basisstof 4 Aanpassingen bij dieren

Opdracht 1 t/m 8 
(BLZ 114 t/m 124)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video