BBL en KBL:
In kan de kernzin in de alinea aanwijzen.
Weet je wat een tekst is met als doel: overtuigen.
TL:
Ik kan hoofd- en bijzaken benoemen en onderscheiden.
Ik kan de hoofdgedachte van een tekst benoemen.
Ik kan een korte tekst in eigen woorden samenvatten