Quiz Krachten
De auto met massa m staat stil op een helling met hellingshoek 𝛼. In welke richting moet ik de assen kiezen voor ontbinden
A
m g cos𝛼
B
m g sin𝛼
1 / 10
Items in this lesson
De auto met massa m staat stil op een helling met hellingshoek 𝛼. In welke richting moet ik de assen kiezen voor ontbinden
A
m g cos𝛼
B
m g sin𝛼
Slide 1 - Quiz
De krachten die op het bovenste boek werken, zijn:
A
zwaartekracht
B
zwaartekracht, normaalkracht
C
zwaartekracht, gewicht
D
zwaartekracht, normaalkracht, gewicht
Slide 2 - Quiz
De krachten die op het onderste boek werken, zijn:
A
zwaartekracht
B
zwaartekracht, normaalkracht
C
zwaartekracht, gewicht
D
zwaartekracht, normaalkracht, gewicht
Slide 3 - Quiz
Gegeven: alle boeken hebben dezelfde massa.
De normaalkracht op het onderste boek is groter dan de normaalkracht op het bovenste boek.
De normaalkracht op het onderste boek is groter dan de normaalkracht op het bovenste boek.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
De boot wordt met constante snelheid omhoog getrokken. De spankracht in de kabel is gelijk aan
A
Fz,x + Fwr
B
Fz,x - Fwr
C
Fz
D
Fz,x
Slide 5 - Quiz
Je valt met open parachute naar beneden en je snelheid neemt af.
De F_res wijst naar
De F_res wijst naar
A
Boven
B
Beneden
Slide 6 - Quiz
Wat is bij hefbomen de definitie van de "arm"
A
de afstand van het draaipunt tot het aangrijpingspunt van de kracht
B
de afstand van het draaipunt tot het uiteinde van de kracht
C
de loodrechte afstand van het draaipunt tot de werklijn van de kracht
D
de afstand tussen beide krachten die in evenwicht zijn
Slide 7 - Quiz
de afgelegde weg kan uit een (v,t)-diagram bepaald worden door
A
helling van de raaklijn
B
s=v⋅t
C
oppervlakte onder de grafiek
D
s=vgem⋅t
Slide 8 - Quiz
De momentane snelheid kan uit een (s,t)-diagram worden bepaald door
A
oppervlak onder grafiek
B
v=ΔtΔs
C
v=a⋅t
D
helling van de raaklijn
Slide 9 - Quiz
De golven op zee zijn?
A
Longitudinale lopende golven
B
Transversale lopende golven
C
Longitudinale staande golven
D
Transversale staande golven
