Tiny Teenage Tent

Tiny Teenage Tent
1 / 24
next
Slide 1: Slide
HandvaardigheidMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Tiny Teenage Tent

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opdracht:

Maak een bijzondere plek waar een teenager een chill-vakantie kan beleven. Aan het tiny house kun je duidelijk zien in welke omgeving dit vakantiehuisje staat. Het tiny house staat/hangt/dobbert; bedenk iets leuks of geks. De vorm en kleuren van het tiny house vertellen je veel over de omgeving.

  • Het huisje komt op een ondergrond van 15 bij 15 cm te staan. 
  • Belangrijk is ritme in de omgeving en het huis. Ritme is dat je iets herhaalt (raamvorm, palen, strepen, kleur).
  • Materiaal: Alles wat je kunt bedenken of vinden in het lokaal. Basis van karton.
  • Schaal: mensfiguur van 2 à 3 cm.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

* Je weet alle materialen in het lokaal te vinden.
* Je bent in staat verhoudingen toe te passen.
* Je kunt snijden, ritsen, zagen, boren, lijmen.
* Je weet wat ritme is en hoe je het toepast.
* Je kunt elementen uit de omgeving terug laten komen in je Tiny Tent.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Havo / Vwo
max. 1 punt
max. 1 punt
max. 2 punten
max. 2 punten

max. 2 punten

max. 2 punten
* Het zit stevig in elkaar.
* Er is netjes gezaagd, gelijmd, geverfd, e.d. 
* Schaal goed toegepast. Het past bij een mensje van 2 à 3 cm.
* De Tiny Tent past bij de omgeving. Er komen elementen in terug.
* Vormen, kleuren en materialen van het gebouw zijn origineel bedacht en interessant gebruikt.
* Er zit ritme in de omgeving en het tiny house. 


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Planning 



Les
Fases
Uitleg 
1
Onderzoeksfase
Word-document maken met inspiratie  
2
Ontwerpfase
Ontwerp van het huis
3
Uitvoeringsfase
Basis karton
4
Uitvoeringsfase
bijv. zagen, lijmen, verven
5
Uitvoeringsfase
bijv. zagen, lijmen, verven
6
Uitvoeringsfase
Afwerking + reflectie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Benoem in de huisjes die getoond worden:
* de verschillende vormen
* de verschillende omgevingen
* de verschillende materialen
* de verschillen in raam- en deurvormen
* de verschillende kleuren

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Kartonnen huis

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vakantie
Plekken

Slide 12 - Mind map

Leerlingen kunnen nu brainstormen over omgevingen. En geïnspireerd worden door elkaar.
Huiswerk Onderzoeksfase

Word-document:
  1. Bedenk 3 mogelijke plekken voor een vakantiehuisje. 
  2. Schrijf bij elk minimaal 6 kenmerken. Dus in totaal 18 kenmerken.
  3. Kies (onderstreep) één omgeving uit waar je een huisje voor gaat ontwerpen.
  4. Zoek 3 inspiratieplaatjes voor je huisje én 3 inspiratieplaatjes voor de omgeving. Dus in totaal verwerk 6 plaatjes!

Lever het huiswerk in op It's learning!  

Slide 13 - Slide

Timer: Drie maal twee minuten voor punt 2.
Door telkens korte tijd te geven voor een opdracht dmv de timer kan je tempo in de les houden.
Wel leuk om tussendoor wat antwoorden te laten vertellen door leerlingen.
En wat ze niet afkrijgen, thuis verder laten maken.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ritme
Er zit ritme in de omgeving en het tiny house. 
Ritme:
  • Herhaling  
  • Vormen, lijnen, kleuren etc.
  • Is het tegengestelde van chaos.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Belangrijk is ritme in de omgeving en het huis. Ritme is dat je iets herhaalt (raamvorm, palen, strepen, kleur).
Huiswerk Ontwerpfase
  • Teken 3 hokjes van 7 bij 7 cm met grijs potlood. 
  • Teken in de hokjes een vooraanzicht, een zijaanzicht en een bovenaanzicht van je huisje met grijs potlood. 
  • Bij het bovenaanzicht teken je ook de omgeving
  • Kleur het daarna netjes in!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Tip's

  • Wat moet ik doen als ik iets niet weet?
  • Wat heb ik nodig als ik ga schilderen?
  • Hoe spoel ik mijn kwasten uit?!
  • Waar kan ik mijn werk neerleggen aan het einde van de les?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Havo / Vwo
max. 1 punt
max. 1 punt
max. 2 punten
max. 2 punten

max. 2 punten

max. 2 punten
* Het zit stevig in elkaar.
* Er is netjes gezaagd, gelijmd, geverfd, e.d. 
* Schaal goed toegepast. Het past bij een mensje van 2 à 3 cm.
* De Tiny Tent past bij de omgeving. Er komen elementen in terug.
* Vormen, kleuren en materialen van het gebouw zijn origineel bedacht en interessant gebruikt.
* Er zit ritme in de omgeving en het tiny house. 


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Planning 



Les
Fases
Uitleg 
1
Onderzoeksfase
Worddocument maken met inspiratie  
2
Ontwerpfase
Ontwerp van het huis
3
Uitvoeringsfase
Basis karton
4
Uitvoeringsfase
bijv. zagen, lijmen, verven
5
Uitvoeringsfase
bijv. zagen, lijmen, verven
6
Uitvoeringsfase
Afwerking + reflectie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

SO cijfer
  • Onderzoeksfase: 3 mogelijke plekken ,18 kenmerken en  3 inspiratieplaatjes voor je huisje én 3 inspiratieplaatjes voor de omgeving. 
  • Ontwerpfase: Tekening van vooraanzicht, een zijaanzicht en een bovenaanzicht van je huisje met kleurpotlood.

Controleer of alle fases aanwezig zijn! (map en It’s learning)


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoofdopdracht: Stappenplan 
  1. Het huisje komt op een ondergrond van 15 bij 15 cm te staan. Schrijf je naam aan de onderkant van de ondergrond.
  2. Schilder de ondergrond.
  3. Maak de basis van karton. 
  4. Mensfiguur maken van  2 à 3 cm.
  5. Het huis en de omgeving verder afmaken. 

*Tekening van het vakantiehuis in jouw map stoppen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Mensfiguur
  • Maak een mensfiguur van kurk 2 à 3 cm om de schaal van het vakantiehuis te bepalen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Havo / Vwo
max. 1 punt
max. 1 punt
max. 2 punten
max. 2 punten

max. 2 punten

max. 2 punten
* Het zit stevig in elkaar.
* Er is netjes gezaagd, gelijmd, geverfd, e.d. 
* Schaal goed toegepast. Het past bij een mensje van 2 à 3 cm.
* De Tiny Tent past bij de omgeving. Er komen elementen in terug.
* Vormen, kleuren en materialen van het gebouw zijn origineel bedacht en interessant gebruikt.
* Er zit ritme in de omgeving en het tiny house. 


Slide 24 - Slide

This item has no instructions