Staal blok 5 week 3 les 3

1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel
Je herkent het werkwoordelijk gezegde.

Maar eerst even herhalen van leestekens:


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Type de volgende zin over MET de juiste leestekens:

de voorzitter zegt leo de friese elfstedentocht is tweehonderd kilometer lang

Slide 6 - Open question

Type de volgende zin over MET de juiste leestekens:

de elfstedentocht wordt niet elk jaar gehouden omdat het ijs niet altijd dik genoeg is legt hij uit

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Welk woordsoort is voorzitter?
A
bijvoegelijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
onderwerp

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide


Slide 11 - Open question

Wat is het telwoord?
A
een
B
tweehonderd
C
elfstedentocht
D
altijd

Slide 12 - Quiz

Instructie
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de persoonsvorm en alle andere werkwoorden in de zin.
--> alle werkwoorden 

Wil je het even opfrissen: kijk op de volgende slide het instructiefilmpje nogmaals.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

omdat
daarom
Schrijf zo veel mogelijk:
voegwoorden

Slide 15 - Mind map

eerste
eenentwintigste
schrijf 5 telwoorden op

Slide 16 - Mind map

Evert van Benthum heeft de tocht twee keer gewonnen.
Wat is de persoonsvorm?
A
Evert
B
Tocht
C
heeft
D
gewonnen

Slide 17 - Quiz

Evert van Benthum heeft de tocht twee keer gewonnen.
Wat is het onderwerp?
A
Evert van Benthum
B
twee keer gewonnen
C
heeft
D
gewonnen

Slide 18 - Quiz

Evert van Benthum heeft de tocht twee keer gewonnen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Evert van Benthum
B
heeft gewonnen
C
heeft
D
gewonnen

Slide 19 - Quiz

Mijn opa heeft de Elfstedentocht ook eens gereden.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
heeft gereden
B
heeft eens gereden
C
heeft
D
gereden

Slide 20 - Quiz

Ik wil ook graag de Elfstedentocht schaatsen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 21 - Open question

Dan zal ik eerst schaatslessen moeten nemen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 22 - Open question

Dictee

Slide 23 - Slide

de pizza

Slide 24 - Slide

de macaroni

Slide 25 - Slide

het yoghurtijsje

Slide 26 - Slide

Wie leefden daar?

Slide 27 - Slide

Wij hebben naar de Italiaanse beroemdheid en ex-voetballer gegrijnsd. 

Slide 28 - Slide

Mijn moeder begroette de charmante man uit Sardinië.

Slide 29 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Jullie gaan nu zelfstandig aan de slag met de les uit je werkboek en de online Gynzyles. 

Heel veel succes!!! 

Slide 30 - Slide

Pak je wisbordje en schrijf het werkwoordelijke gezegde uit de volgende zin op: 
.
.
De spijkerbroek wordt wereldwijd veel verkocht. 

Slide 31 - Slide