This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
klas BK 2:
Begrijpend lezen NN6
Hoofdstuk 2
Hoofdzaken en bijzaken
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Na deze les kun je:
- Het verschil zien tussen hoofdzaken en bijzaken in een korte tekst.
Slide 2 - Slide
Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijkste informatie in een tekst noem je de hoofdzaken.
Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken.
Als je de hoofdzaken van een tekst wilt vinden:
- lees je de inleiding en het slot.
- lees ook de eerste en laatste zin van elke alinea (= kernzinnen), want hierin staat de belangrijkste informatie.
In de rest van de alinea vind je vaak een uitleg of een voorbeeld en dat zijn bijzaken!
De lay-out (= opmaak) van een tekst helpt je vaak ook de hoofdzaken te vinden.
In studieboeken staan bijvoorbeeld de hoofdzaken vetgedrukt of staat de uitleg in een andere kleur.
Slide 3 - Slide
Bekijk de afbeelding van een mindmap.
Wat is het onderwerp?
Slide 4 - Slide
Is het midden belangrijk of minder belangrijk?
Slide 5 - Slide
Wordt de info belangrijker of minder belangrijk als je verder naar de buitenkant gaat?
Slide 6 - Slide
Wat zijn de drie hoofdlijnen van buitensporten?
Slide 7 - Slide
HOOFDZAKEN
-aan het begin (=inleiding) of het einde (=slot)
- eerste en laatste zin van alinea (=kernzinnen)
BIJZAKEN
- extra uitleg en voorbeelden
- maken de tekst leuker,
duidelijker en beter te begrijpen
Slide 8 - Slide
Wat is de hoofdzaak? De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw De Jong voor haar honderdste verjaardag. Mevrouw De Jong woont in een verzorgingshuis.
___________________
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw De Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw De Jong woont in een verzorgingshuis.
Slide 9 - Quiz
Wat is de hoofdzaak? Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen. De leerlingen moesten op de fiets naar het bos. In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
________________
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
Slide 10 - Quiz
Teksten met alinea's
- Elke alinea heeft een eigen
hoofdzaak (eerste of laatste zin), want de schrijver
wil in elke alinea iets belangrijks vertellen.
- De rest van de zinnen zijn
bijzaken.
Slide 11 - Slide
Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken
Slide 12 - Quiz
Hoofdzaken van een tekst vind je
A
in de inleiding en de kernzin
B
alleen in kernzin
C
in de inleiding, het slot en de kernzin
Slide 13 - Quiz
Kernzinnen zijn niet belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Lees de tekst
Slide 15 - Slide
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
supermodel Doutzen Kroes
B
optredens van bekende artiesten
C
actie van Dance4Life
D
inzameling van 350 duizend euro
Slide 16 - Quiz
Wat is het deelonderwerp van alinea 2?
A
het slotevenement van Dance4Life
B
Ahoy in Rotterdam
C
beloning voor leerlingen voor hun inzet
D
satellietverbinding
Slide 17 - Quiz
Wat is het deelonderwerp van alinea 3?
A
Doutzen Kroes
B
opbrengst van het scholenproject
C
ambassadrice van Dance4Life
D
bekende artiesten treden op
Slide 18 - Quiz
Wat is de belangrijkste zin van alinea 2?
A
Het slotevenement van Dance4Life was afgelopen zaterdag in Ahoy, Rotterdam.
B
Als beloning voor hun inzet mochten tienduizend leerlingen naar dit evenement komen.
C
Hier dansten zij met jongeren uit 26 landen tegelijk tegen aids en hiv.
D
De jongeren werden per satelliet met elkaar verbonden.
Slide 19 - Quiz
Welke zin uit alinea 3 gaat niet over het deelonderwerp?
A
Supermodel Doutzen Kroes maakte de totale opbrengst van het scholenproject bekend.
B
Zij is de ambassadrice van Dance4Life in Nederland.
C
Tijdens Dance4Life traden bekende artiesten als Fedde le Grand, Don Diablo en The Partysquad belangeloos op.