wk 13: grammatica en tekstbegrip

Les 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 1

Slide 1 - Slide

Terugblik
Grammatica:
  • Je hebt gewerkt aan je kwartet of je hebt het gespeeld
  • Je hebt de 3 werkwoordsvormen: persoonsvorm, voltooid deelwoord en infinitief geleerd.

Slide 2 - Slide

grammatica
  • Aan het einde van de les ken je de 3 werkwoordsvormen.
  • Je weet hoe je het werkwoordelijk gezegde kunt vinden in een zin.
  • Je weet wat een scheidbaar samengesteld werkwoord is.

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken

Met de volgende dia gaan we ons huiswerk nakijken. Je docent geeft enkele antwoorden, maar jij kan ook gevraagd worden. Bij ieder antwoord wordt kort uitleg gegeven.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Vervolg huiswerk nakijken

Tel het aantal fouten op en zet dit getal ergens in de opdracht. Omcirkel dit getal. Bij 6 of meer fouten gaan we nog even extra oefenen.

Slide 6 - Slide

werkwoordelijk gezegde (wwg)
Alle werkwoorden in de zin vormen het werkwoordelijk gezegde. Dit zijn dus alle persoonsvormen, voltooid deelwoorden en infinitieven.

Voorbeeld: Ik heb de borden afgewassen.
wwg: heb afgewassen
timer
3:00

Slide 7 - Slide

Scheidbaar samengesteld werkwoord
Sommige werkwoorden kun je opsplitsen in een zin. Dit zijn scheidbaar samengestelde werkwoorden.


vb: afwassen + meenemen
Ik was de borden na het eten af. --> afwassen
Ik neem een taart mee naar de verjaardag.--> meenemen

timer
3:00

Slide 8 - Slide

(iets moeilijker)

  • blz. 21 opdracht 5
  • blz. 22 opdracht 8
  • blz. 22 opdracht 9
  • blz. 23 opdracht 10

(iets meer begeleiding)

  • We herhalen enkele woorden uit opdracht 2. 
  • blz. 21 opdracht 5 maken
  • blz. 22 opdracht 8 maken (we schrijven de werkwoordsvorm bij ieder werkwoord)


Slide 9 - Slide

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk na de paasvakantie (1e les):


blz. 21 opdracht 5
blz. 22 opdracht 8 (gele groep noteert ook de werkwoordsvormen)






Slide 10 - Slide

Les 2

Slide 11 - Slide

Terugblik
Tekstbegrip:
  • Je hebt geleerd wat hoofd- en bijzaken zijn
  • Je weet hoe je hoofd- en bijzaken uit een tekst moet halen.

Slide 12 - Slide

Tekstbegrip
  • Je leert wat een hoofdgedachte is en hoe je deze kunt vinden in een tekst.
  • Je oefent met de hoofd- en bijzaken
  • Je leert wat verwijswoorden zijn en waarom een schrijver deze in een tekst gebruikt.

Slide 13 - Slide

Hoofdgedachte
Dit is een zin die de hele tekst samenvat. Het onderwerp van de tekst komt altijd terug in de hoofdgedachte. 


De hoofdgedachte staat vaak in de inleiding of in het slot. Soms staat de zin er letterlijk, in andere gevallen moet je de zin zelf ontwerpen.

Slide 14 - Slide

Verwijswoorden

Verwijswoorden verwijzen naar andere woorden in de tekst. Door verwijswoorden te gebruiken, wordt een tekst niet saai.
Verwijswoorden verwijzen naar 1 woord, een groepje woorden of een hele zin. 

Slide 15 - Slide

verwijzen naar 1 woord. 
Het boek dat daar op tafel ligt, is van mij. 

verwijzen naar een groepje woorden
Enkele leerlingen die de som niet begrijpen, krijgen extra bijles. 

verwijzen naar een hele zin
Het regent vandaag de hele dag, wat ervoor zorgt dat ik met de bus naar school ga. 


Slide 16 - Slide

klas 1v:

Lees nu tekst 7 op blz. 207 en maak opdracht 5.


Slide 17 - Slide

Opdracht in tweetallen
Zoek samen een tekst op een nieuwspagina met een onderwerp dat jullie aanspreekt. De tekst heeft minimaal 4 alinea's. 

Kopieer de tekst naar Google documenten. Probeer zoveel mogelijk verwijswoorden te markeren/onderstrepen.

Slide 18 - Slide

Opdracht 6 blz. 208

In deze opdracht oefen je veel met de verwijswoorden. 
Je hoeft het regelnummer er niet bij te noteren (derde streepje dus niet maken).

Slide 19 - Slide

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende week (2e les):

blz. 208 opdracht 6 (derde streepje hoef je niet te maken)






Slide 20 - Slide