This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Spelling §3 Meervouden
timer
10:00
Slide 1 - Slide
ENKELVOUD EN MEERVOUD
Zelfstandige naamwoorden kunnen in het
enkelvoud en in het meervoud staan
enkelvoud = één stoel en één bank
meervoud = twee stoelen en twee banken
Slide 2 - Slide
MEERVOUDEN
Veel zelfstandige naamwoorden hebben meervoud op -en
lamp - lampen
mes - messen
weg - wegen
kaas - kazen
Bekijk het volgende filmpje
Slide 3 - Slide
1. MEERVOUD op -en
Vaak hoef je alleen maar -en achter het woord te zetten
lamp + en = lampen
boer + en = boeren
dans + en = dansen
lot + en = loten
Slide 4 - Slide
2. MEERVOUD op -en
Soms moet je tegelijk de laatste letter verdubbelen,
want je hoort een korte klank
klas + s + en = klassen
bak + k + en = bakken
bed + d + en = bedden
Slide 5 - Slide
3. MEERVOUD op -en
Soms moet je tegelijk een a, e, o of u weghalen,
want je hoort een lange klank
schaar - a + en = scharen
been - e + en = benen
sloot - o + en = sloten
Slide 6 - Slide
4. MEERVOUD op -en
Soms moet je tegelijk een -f veranderen in een -v
raaf + f/v + en = raven
brief + f/v + en = brieven
golf + f/v + en = golven
Slide 7 - Slide
5. MEERVOUD op -en
Soms moet je tegelijk een -s veranderen in een -z
baas + s/z + en = bazen
huis + s/z + en = huizen
mees + s/z + en = mezen
Slide 8 - Slide
Meervouden op -s
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en,
maar er zijn ook zelfstandige naamwoorden met een meervoud op -s.
Zo maak je een meervoud op -s:
Je schrijft een -s achter het enkelvoud: bezem --> bezems / café --> cafés / decoratie --> decoraties
Je schrijft -'s (apostrof +s) achter het enkelvoud: - bij woorden op a, i, o, u of y: pyjama --> pyjama's / kiwi --> kiwi's/ jojo --> jojo's - bij afkortingen: pc's, havo's, tv's, WK's
! Let op: bij woorden die eindigen op twee of drie klinkers die samen één klank vormen, schrijf je in het meervoud de -s aan het woord vast: milieu --> milieus etui --> etuis Maar: cavia --> cavia's / radio --> radio's want hier klinken de klinkers niet samen: ca-vi-a / ra-di-o
Slide 9 - Slide
6. MEERVOUD op -ën
Een woord dat eindigt op -ee maak je langer met -ën of met -s
fee = feeën
chimpansee = chimpansees
zee = zeeën
Slide 10 - Slide
6. MEERVOUD op -ën
Bij woorden die eindigen -ie maak je langer met -ën of met -n (let op de plaats van de klemtoon)