What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling en Grammatica H1 + 2
Spelling en Grammatica hoofdstuk 1 en 2
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling en Grammatica hoofdstuk 1 en 2
Slide 1 - Slide
1.4 Grammatica
(woordsoorten)
-
Lidwoord
* de, het, een
-
Zelfstandig naamwoord
* mensen, dieren, planten, dingen, (
medipladi
)
* hier horen ook namen en plaatsen bij
-
Bijvoeglijk naamwoord
* zegt iets over een zelfstandig naamwoord (de
rode
auto)
Slide 2 - Slide
1.4 Grammatica
-
Werkwoord
* doe-woorden
* Je kan een ik, jij, wij-rijtje maken. (ik loop, jij loopt,
wij lopen)
-
Voorzetsel
* Woord dat je voor kast of vakantie kan zetten
* (in, op, onder, boven, tijdens)
Slide 3 - Slide
Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
Het slanke meisje ligt onder haar bed.
A
Slanke
B
Meisje
C
Ligt
D
Onder
Slide 4 - Quiz
Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
Het slanke meisje ligt onder haar bed.
A
Slanke
B
Meisje
C
Ligt
D
Onder
Slide 5 - Quiz
Welk woord is een voorzetsel?
Het slanke meisje ligt onder haar bed.
A
Slanke
B
Meisje
C
Ligt
D
Onder
Slide 6 - Quiz
Welk woord is een werkwoord?
Het slanke meisje ligt onder haar bed.
A
Slanke
B
Meisje
C
Ligt
D
Onder
Slide 7 - Quiz
Wat is het infinitief van het werkwoord in de volgende zin:
Het slanke meisje ligt onder het bed
Slide 8 - Open question
1.5 Spelling
- Persoonsvorm vind je door een vraagzin te maken. De PV staat dan vooraan
- Je kan ook de tijd van de zin veranderen. De PV is dan het woord dat verandert.
* Ik
ga
naar school.
*
Ga
ik naar school?
* Ik
ging
naar school.
Slide 9 - Slide
1.5 Spelling
Verleden tijd:
- Sterke werkwoorden
* Veranderen in de verleden tijd van klank (l
o
pen - l
ie
p)
- Zwakke werkwoorden
* Er komt + de(n) of + te(n) achter de
stam
Slide 10 - Slide
1.5 Spelling
- Kijk naar de stam van een werkwoord
* De stam is altijd HELE WERKWOORD (infinitief) -EN
* Dus: fietsen --> fiets; maken --> mak
- Staat de laatste letter van de stam
WEL
in
'T EX-KOFSCHIP
>
TE
- Staat de laatste letter van de stam
NIET
in
'T EX-KOFSCHIP
>
DE
Slide 11 - Slide
1.5 Spelling
Voltooid deelwoord:
- Staat vaak achteraan in de zin
Begint vaak met ge-, be-, ver-, ont-
Bij het voltooid deelwoord komt er
dezelfde
letter bij als bij de
verleden tijd
Als je twijfelt, moet je het woord langer maken (of het woord in de verleden tijd zetten)
- Maakte, dus gemaakt;
Slide 12 - Slide
Welk woord is de persoonsvorm?
Ik heb een cadeautje gekocht.
A
Ik
B
Heb
C
Cadeautje
D
Gekocht
Slide 13 - Quiz
Welk woord is het voltooid deelwoord?
Ik heb een cadeautje gekocht.
A
Ik
B
Heb
C
Cadeautje
D
Gekocht
Slide 14 - Quiz
Is de persoonsvorm een sterk of een zwak werkwoord?
Ik heb een cadeautje gekocht.
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 15 - Quiz
Ga aan de slag met de test jezelf van 1.4 Grammatica en 1.5 Spelling
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Spelling meervoud op -en en -ën
June 2019
- Lesson with
26 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Grammatica - blok 1 - les 1.4 + 1.5
November 2020
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
December 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Lager onderwijs
1.8 Spelling en 1.5 Woorden
November 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Oefening spelling en grammatica
February 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Oefening spelling en grammatica
May 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2B - week 50 - H2.7 Les 2 + H2.8 les 1
December 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2