This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
De past simple, present perfect en past continuous toepassen in een Engelse zin.
Verleden tijd in duurvormGebruik je om te benadrukken dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was.
We were telling each other jokes. You were texting him all day.
Je gebruikt beide tijden ook samen in één zin om aan te geven dat iets plotseling gebeurde toen iets anders al aan de gang was in het verleden.
I was taking a shower when the phone rang.
They were talking when I walked into the room.
Past simple > voor de plotselinge gebeurtenis in de vt.Past continuous > voor de lange gebeurtenis in de vt.
In een opdracht moet je deze drie tijden in een Engelse zin toepassen met behulp van een werkwoord tussen haakjes.
We _____(see) that new show yesterday. Then we went to bed.
We saw that new show yesterday.