Bewegingsapparaat 1

Het bewegingsapparaat
1 / 21
next
Slide 1: Slide
gezondheidsleerMBOStudiejaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het bewegingsapparaat

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les:
  • soorten beenderen
  • anatomie wervelkolom en thorax
  • oefening anatomie skelet

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Functies skelet
  • stevigheid
  • vorm
  • beweging
  • bescherming

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Soorten beenderen

Pijpbeenderen


Platte beenderen

Onregelmatige beenderen
Voorbeelden:

Lang: femur
Kort: vingerkootjes

Sternum, cranium

Wervels, handwortelbeentjes

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Pijpbeenderen
Vorm: lang en pijpvormig
Omhulsel van hard, compact beenweefsel (de compacta), waaromheen periost (beenvlies) ligt. 
Hierbinnen bevindt zich spongieus beenweefsel (spongiosa), vooral in de uiteinden van de pijpbeenderen. 
Hier is ook vaak rood beenmerg aanwezig. In de schacht (het lange deel) van het bot bevindt zich meestal vooral geel beenmerg.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Onregelmatige beenderen
Onregelmatige beenderen zijn omgeven door periost. Ze bestaan verder uit een dunne compacta en binnenin spongiosa met rood beenmerg.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Platte beenderen
Platte beenderen bestaan uit twee lagen compacta, met daaromheen periost. Hier tussen bevindt zich spongiosa met rood beenmerg. Soms is een plat beenderstuk zo dun dat het slechts uit een enkele laag compacta bestaat (bijvoorbeeld het centrale deel van de scapula). 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tekst
Platte beenderen
Pijpbeenderen
Onregelmatige beenderen
Costa
Ossa tarsi
Mandibula
Clavicula
Lumbale wervels
Pelvis
Ulna

Slide 9 - Drag question

Costa = rib
Ossa tarsi = voetwortelbeen
Mandibula = onderkaak
Clavicula = sleutelbeen
Lumbale wervels: wervels in onderrug
Pelvis: bekken
Ulna = ellepijp
Beenderen van de romp

De wervelkolom, de ribben (costa) en het sternum (borstbeen)
Wervelkolom: 24 wervels
Wervel (vertebra): wervellichaam (corpus) en wervelboog (arcus)
Opening tussen corpus en arcus is het wervelgat: kanaal voor ruggenmerg 
Wervelkolom van boven naar beneden:

7 halswervels (C1 = atlas, C2=draaier)
12 borstwervels
5 lendenwervels
Heilig been (5 vergroeide wervels)
Staartbeen (3-5 vergroeide wervels)
Zie:

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wervelboog
Elke wervelboog heeft zeven processus (uitsteeksels):

Eén processus spinosus (doornuitsteeksel). Wijst naar achteren. Deze uitsteeksels dienen voor de aanhechting van ligamenten en spieren.

Twee processus transversi (dwarsuitsteeksels). Één aan elke zijde van de boog. Deze uitsteeksels dienen  voor de aanhechting van ligamenten en spieren.

Vier processus articulares (gewrichtsuitsteeksels). Één naar boven en één naar beneden gericht. Deze vormen gewrichten en zijn de contactpunten met de wervel erboven en de wervel eronder.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tussenwervels
De discus intervertebralis (tussenwervelschijf). 
Doordat de tussenwervelschijven veerkrachtig zijn, is de wervelkolom buigzaam.

Langs de wervels loopt in verticale richting een aantal ligamenten (gewrichtsbanden):
Deze ligamenten houden de wervels bijeen en geven daarmee de wervelkolom haar stevigheid en kunnen voldoende rekken om de wervelkolom een zekere flexibiliteit te geven.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Kyfose, lordose scoliose
Kyfose = een overdreven sterke, naar achteren gerichte kromming van de wervelkolom.

Lordose = een abnormaal sterke kromming van de lendenwervelkolom naar voren.

Scoliose = een kromming naar de zijkant van de wervelkolom.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van de verticale ligamenten aan de wervelkolom?
A
Ze zorgen voor flexibiliteit, stevigheid en het bijeenhouden van wervels
B
ze zorgen ervoor dat de wervels elkaar niet raken
C
ze zorgen voor flexibiliteit van de wervels
D
Ze zorgen voor een goede doorstroming van het ruggenmerg

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke aandoening geeft het plaatje weer?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Ribben (1)
De costae (ribben) vormen, met de borstwervels aan de dorsale zijde en het sternum aan de ventrale zijde, de benige begrenzing van de thorax. Ze beschermen de organen in de thorax, met name de longen en het hart, en spelen een belangrijke rol bij de ademhaling.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ribben (2)
Rib 1-7, de ware ribben (costae verae), zijn elk door middel van een apart stukje kraakbeen met het borstbeen verbonden.
Rib 8, 9 en 10 zijn verbonden met het kraakbeen van de onderste ware ribben en worden valse ribben (costae spuriae) genoemd.
Rib 11 en 12, de zwevende ribben (costae flucantes) hebben aan de ventrale zijde geen kraakbenige verbinding met het sternum en worden door de tussenribspieren (musculi intercostales) op hun plaats gehouden. 

Aan de onderzijde van elke rib lopen een kleine slagader, ader en zenuw (arteria, vena en nervus intercostalis). 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Sternum (borstbeen)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waarom worden rib 11 en 12 de zwevende ribben genoemd?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Volgende les:
Verdere anatomie bewegingsapparaat
Verbinding tussen beenderen

Opdracht: werkblad het skelet

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Oefenmateriaal / websites
3d skelet (nederlands, zonder MT): https://prowise.com/presenter/gereedschap_menselijk_skelet 

Oefenmateriaal (medische termen skelet):
http://gezondheidenziekte.iminor.nl/?page_id=158 

Oefemateriaal skelet (info + puzzels): https://www.biodesk.nl/beweging/index.php

Slide 21 - Slide

This item has no instructions