Herhaling unidad 1

Lesdoel

Herhalen van de grammatica en woorden van unidad 1
1 / 41
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Lesdoel

Herhalen van de grammatica en woorden van unidad 1

Slide 1 - Slide

Onderwerpen grammatica
werkwoord ‘ser’ (alle vormen)
getallen van 0 t/m 20 NE-SP en SP-NE 

lidwoorden enk./mv./mnl./vrl. 
zelfstandige naamwoorden enk./mv, mnl/vrl. 
uitspraakregels
(Daarnaast: zinnen en woorden, *landen en nationaliteiten niet, de talen wel dus!)

Slide 2 - Slide

Over elk onderwerp worden nu een paar vragen gesteld, waarna er een korte uitleg volgt. Succes!

Slide 3 - Slide

Wat betekent 'eres'?
A
ik ben
B
jij bent
C
hij is
D
wij zijn

Slide 4 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord ser in:
Ella .......... española.

Slide 5 - Open question

Welke vorm van ser volgt?
Los bolígrafos ......
A
soy
B
es
C
sois
D
son

Slide 6 - Quiz

¿Te acuerdas? Weet je nog?

Slide 7 - Slide

Als je wilt zeggen wie je bent, kun je kiezen tussen:
A
Soy ... / Eres...
B
Sois.../ Me llamo...
C
Soy.../ Me llamo...
D
Sois.../ Me llamo...

Slide 8 - Quiz

Het hele werkwoord llamarse betekent ....

Slide 9 - Open question


Kies de juiste zin.
A
El chico me llamo Rolf Sánchez.
B
El chico te llamas Rolf Sánchez.
C
La chica se llama Rolf Sánchez.
D
El chico se llama Rolf Sánchez.

Slide 10 - Quiz

¿Te acuerdas? Weet je nog?

Als je llamarse vervoegt, bestaat de vervoeging uit twee delen.
*Let op: jullie hoeven nu slechts de eerste drie vormen (enkelvoud) te kennen.

Slide 11 - Slide

Het Spaanse alfabet (spellen):
welke letters spel je heel anders als in het
Nederlands?

Slide 12 - Mind map

Let op:
De volgende dia is een sleepvraag, waarbij je de juiste combinaties moet maken. Eerst oortjes indoen!

Slide 13 - Slide

13
trece
tres
quince

Slide 14 - Drag question

Beantwoord in het Spaans (schrijf uit): seis + cuatro = ......?

Slide 15 - Open question

We gaan nu een liedje luisteren over los números. Let op, na het liedje wordt er een vraag over gesteld. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat zijn 'frijolitos' eigenlijk??

Slide 18 - Open question

Wat zijn 'bepaalde' lidwoorden in het Spaans?
A
el, la, los, las
B
un, una, unos, unas

Slide 19 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
...... (De) perro se llama Max.

Slide 20 - Open question

¡Es ...... (een) solución muy buena!
A
un
B
una
C
el
D
la

Slide 21 - Quiz

¿Te acuerdas? Weet je nog? 

Slide 22 - Slide

Geslacht herkennen: waar kijk je naar als je wilt weten of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is?
A
Naar de eerste letter van het woord
B
Naar de laatste letter(s) van het woord
C
Naar het midden van het woord
D
Naar hoe lang het woord is

Slide 23 - Quiz

Is dit een goede combinatie?
la ascensor
A
No
B

Slide 24 - Quiz

Is dit een goede combinatie?
una señora
A
No
B

Slide 25 - Quiz

¿Te acuerdas? Weet je nog?
Vrouwelijk: woorden op - a, - dad, ión
Mannelijk: woorden op -o, -or, -aje
(Afgezien van enkele uitzonderingen die je nu nog niet hoeft te kennen)
Eén uitzondering kenen jullie al! Buenos días > día is ....... m/v?

Slide 26 - Slide

Zet in het meervoud:
el gato

Slide 27 - Open question

Zet in het meervoud:
una ciudad

Slide 28 - Open question

¿Te acuerdas? Weet je nog? 
Meervoudsregel
Als een woord eindigt op een klinker: + s (chico > chicos)
Als een woord eindigt op een medeklinker: + es (borrador > borradores)

Slide 29 - Slide

Welke letters van dit woord worden ANDERS (als in het Nederlands) uitgesproken in het Spaans?
VINO

A
de v
B
de i
C
de n
D
de o

Slide 30 - Quiz

Hoe spreek je de 'j' uit in het Spaans? Als een ...

Slide 31 - Open question

Hoe spreek je de 'c' uit in onderstaand woord?
vaca

Slide 32 - Open question

Is de uitspraak van 'grande' goed in het audio-fragment?
A
No
B

Slide 33 - Quiz

Oefen in de volgende video je uitspraak (herhaal de woorden)

(*we beluisteren niet het hele fragment in de les)

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Wat is de juiste vertaling?
'Het ligt in Spanje'
A
Es en Español
B
Está en España
C
Está en Español
D
Es en España

Slide 36 - Quiz

Wat is de vertaling van ... telefoonnummer?

Slide 37 - Open question

Combineer de letterlijke vertalingen
hablo
ta llamas
vives
vivo
me llamo
soy
tengo
ik heb
jij heet
ik woon
ik ben
ik heet
ik spreek
jij woont

Slide 38 - Drag question

Welke onderdelen vind je nog lastig?

Slide 39 - Mind map

Wie gaat er voor een 7 of hoger?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

¡Mucho éxito con las preparaciones de la prueba! (Veel succes met het voorbereiden van de toets!)

Slide 41 - Slide