Herhaling unidad 1

Lesdoel

Herhalen van de grammatica en woorden van unidad 1
1 / 30
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lesdoel

Herhalen van de grammatica en woorden van unidad 1

Slide 1 - Slide

Onderwerpen grammatica
werkwoord ‘ser’ (alle vormen)
werkwoord ‘llamarse’ (eerste drie vormen)
Spaanse alfabet 

Getallen van 0 t/m 20 NE-SP en SP-NE 

lidwoorden enk./mv./mnl./vrl. 
zelfstandige naamwoorden enk./mv, mnl/vrl.

Uitspraakregels

Slide 2 - Slide

Over elk onderwerp worden nu een paar vragen gesteld, waarna er een korte uitleg volgt. Succes!

Slide 3 - Slide

Wat betekent 'eres'?
A
ik ben
B
jij bent
C
hij is
D
wij zijn

Slide 4 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord ser in:
Ella .......... española.

Slide 5 - Open question

Welke vorm van ser volgt?
Los bolígrafos ......
A
soy
B
es
C
sois
D
son

Slide 6 - Quiz

¿Te acuerdas? Weet je nog?

Slide 7 - Slide

Als je wilt zeggen wie je bent, kun je kiezen tussen:
A
Soy ... / Eres...
B
Sois.../ Me llamo...
C
Soy.../ Me llamo...
D
Sois.../ Me llamo...

Slide 8 - Quiz

¿Te acuerdas? Weet je nog?

Als je llamarse vervoegt, bestaat de vervoeging uit twee delen.
*Let op: jullie hoeven nu slechts de eerste drie vormen (enkelvoud) te kennen.

Slide 9 - Slide

Het Spaanse alfabet (spellen):
welke letters spel je heel anders als in het
Nederlands?

Slide 10 - Mind map

¿Cómo se deletrea 'hola'?
A
jota - o - ele - a
B
hache - o - l - a
C
hache - o - ele - a
D
a - de - i - o - ese

Slide 11 - Quiz

¿Cómo se deletrea 'hola'?
A
jota - o - ele - a
B
hache - o - l - a
C
hache - o - ele - a
D
a - de - i - o - ese

Slide 12 - Quiz

Welk woord wordt hier gespeld?
'e - ese - pe - a - eñe - o - ele'

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Beantwoord in het Spaans (schrijf uit): seis + cuatro = ......?

Slide 15 - Open question

Wat zijn 'bepaalde' lidwoorden in het Spaans?
A
el, la, los, las
B
un, una, unos, unas

Slide 16 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
...... (De) perro se llama Max.

Slide 17 - Open question

¿Te acuerdas? Weet je nog? 

Slide 18 - Slide

Geslacht herkennen: waar kijk je naar als je wilt weten of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is?
A
Naar de eerste letter van het woord
B
Naar de laatste letter(s) van het woord
C
Naar het midden van het woord
D
Naar hoe lang het woord is

Slide 19 - Quiz

Is dit een goede combinatie?
la ascensor
A
No
B

Slide 20 - Quiz

Is dit een goede combinatie?
una identidad
A
No
B

Slide 21 - Quiz

¿Te acuerdas? Weet je nog?
Vrouwelijk: woorden op - a, ión, -dad
Mannelijk: woorden op -o, -or, -aje
(Afgezien van de uitzonderingen: la moto, la mano, la foto, la radio, la moto, el problema, el tema, el día)

Slide 22 - Slide

Zet in het meervoud:
el gato

Slide 23 - Open question

Zet in het meervoud:
una ciudad

Slide 24 - Open question

Zet in het meervoud:
una ciudad

Slide 25 - Open question

¿Te acuerdas? Weet je nog? 
Meervoudsregel
Als een woord eindigt op een klinker: + s (chico > chicos)
Als een woord eindigt op een medeklinker: + es (borrador > borradores)

Slide 26 - Slide

Welke letters van dit woord worden ANDERS (als in het Nederlands) uitgesproken in het Spaans?
VINO

A
de v
B
de i
C
de n
D
de o

Slide 27 - Quiz

Hoe spreek je de 'j' uit in het Spaans? Als een ...

Slide 28 - Open question

Hoe spreek je de 'c' uit in onderstaand woord?
vaca

Slide 29 - Open question

Is de uitspraak van 'grande' goed in het audio-fragment?
A
No
B

Slide 30 - Quiz