2basis h4.3 woorden trappen vergelijking

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord

De (beroemd) atleet liep een (goed) tijd op de marathon.
A
beroemd / goed
B
beroemde / goed
C
beroemde / goede
D
beroemd / goede

Slide 4 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord

De (lang) volleyballer sloeg de bal over het (slap) net.
A
lang / slap
B
lange / slappe
C
lange / slap
D
lang / slappe

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord

De (ijverig) leerling kreeg een (hoog) cijfer.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hij kiest het zelfde vakkenpakket ... zijn vriendin.
A
als
B
dan

Slide 11 - Quiz

Linda reist verder ... haar vriendin
A
als
B
dan

Slide 12 - Quiz

Ik heb even goed geleerd ... jij.

Slide 13 - Open question

De Lidl is goedkoper ... de Albert Heijn

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Ik snap de trappen van vergelijking
JA
Nee
Een beetje
De trappen van wat?

Slide 17 - Poll

Ik weet wanneer ik als of dan moet gebruiken
Ja
Nee
Een beetje

Slide 18 - Poll