Les 3 - Herhaling Persoonsvorm

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Werkwoordspelling

Wat hebben we gisteren geleerd?

Lesdoel

- Ik kan aan het einde van de les vijf werkwoorden in de tegenwoordige tijd correct schrijven.

Ww-schema 

Gebruik hem!

Circuit

1.Werkwoorden Jenga

2.Kaboom!

3.Werkwoorden Twister

4.Werkblad

5.Werkwoorden bordspel 

Groepjes

- Suus, Pepijn, Sanne, Britt, Silin

- Yfke, Lilly B, Jesse, Amelie, Tess

- Dynthe, Gijs, Stef, Boyd,

- Camiel, Lilly N, Dyami, Jazz

- Robin, Othman, Rico, Richard   

Aan de slag

Wat is een persoonsvorm?

Iets wat je kan doen

De persoon in de zin

een werkwoord

Degene die iets doet in de zin

Welke werkwoorden ken je?

Heb je je nog .... tijdens de les? (vervelen)

Ik ... deze vraag niet.
(beantwoorden)

Wat ... je nu weer verweten? (worden)

Niemand ... nog tegenwoordig; snowboarden is de nieuwe wintersport. (skiën)

"Ik snap de tegenwoordige tijd"?

Zeker weten

Twijfel

Ik snap het nog niet helemaal