§2.2 Optellen en aftrekken met negatieve getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

H2 Positieve en negatieve getallen

Mr. Fintelman (FNL)

Vrijdag 4 oktober

2024

Datum	Vrijdag 4 oktober 2024
Paragraaf	§2.2 Optellen en aftrekken met negatieve getallen
Bladzijdes uit handboek	Blz. 99-105
Onderwerp	Verschil in temperatuur Optellen en aftrekken

Vandaag de dag...

Ik kan al…

1. … de tekens <, > en = gebruiken.

Voorkennis

Vul in: < of >

1.

2.

3.

4.

5.

4  .....  2

-4  .....  -8

3,68  .....  3,6

-8,68  .....  -5,6

-15,079  .....   -15,08

>

>

>

>

>

<

<

<

<

<

Na deze les kan ik ...

1. … het verschil in temperatuur berekenen.
   
2. … optellen en aftrekken met negatieve getallen.

Doelen

Opgave 19 (Huiswerk)

Wat is de temperatuursverschil?

Temperatuursverschil

Kouder en warmer

Opgave 31 (Huiswerk)

Bereken:

−4+3

Bereken:

−6−2

Werktijd

Je werkt netjes door …

• Eerst de theorie (opnieuw) te lezen, voordat je een vraagt stelt aan je medeleerling.
  
• Een vinger op te steken voor je een vraag stelt aan de docent.
  
• Is de docent bezig? Onthoudt de vraag en werk ondertussen verder.
  

Hulproute:

Opgaven: 19, 20, 21, 23, 30, 31, 32 en 33.

Opgaven:

Bladzijden: 99-105

Opgaven: 19, 21, 22, 23, 31, 32 en 33.

Opgaven uit de planning van WEEK 1:

Klaar? Maak extra!

Extra Opgaven: 34

Nu kan ik ...

1. … het verschil in temperatuur berekenen.
   
2. … optellen en aftrekken met negatieve getallen.

Terugblik

Datum	Maandag 7 oktober 2024
Paragraaf	§2.2 Optellen en aftrekken met negatieve getallen
Bladzijdes uit handboek	Blz. 105-109
Onderwerp	Positieve en negatieve getallen optellen Positieve en negatieve getallen aftrekken

Vandaag de dag...

Ik kan al…

1. … het verschil in temperatuur berekenen.
2. … optellen en aftrekken met negatieve getallen.

Voorkennis

Rekenopgaven

Na deze les kan ik ...

1. … rekenen met + -.
   
2. … rekenen met – –.

Doelen

Ik vind pannenkoeken wel lekker.

Stel dat iemand zegt ..., vindt hij het dan lekker?

Ik vind pannenkoeken niet lekker.

Ik vind pannenkoeken wel vies.

Ik vind pannenkoeken niet vies.

Negatief en negatief is... positief?

Ik vind pannenkoeken wel (+) lekker (+).

Ik vind pannenkoeken niet (-) lekker (-).

Ik vind pannenkoeken wel (+) vies (-).

Ik vind pannenkoeken niet (-) vies (-).

In het kort... leer dit!

Eerst samen

Vul in: + of -. En bereken.
Er blijven vijf opties over. 

5+−3=5

18−−10=18

−12+−7=−12

3=

10=

7=

Werktijd

Je werkt netjes door …

• Eerst de theorie (opnieuw) te lezen, voordat je een vraagt stelt aan je medeleerling.
  
• Een vinger op te steken voor je een vraag stelt aan de docent.
  
• Is de docent bezig? Onthoudt de vraag en werk ondertussen verder.
  

Hulproute:

Opgaven: 19, 20, 21, 23, 30, 31, 32 en 33, 35, 36, 37, 39, 40, 42, 44 en 46.

Opgaven:

Bladzijden: 99-109

Opgaven: 19, 21, 22, 23, 31, 32, 33, 35, 36, 37, 39, 40, 42, 44, 46 en 47.

Opgaven uit de planning van WEEK 1:

Klaar? Maak extra!

Extra Opgaven: 34, 41 en 48.

Nu kan ik ...

1. … rekenen met + -.
2. … rekenen met – –.

Terugblik