Les klas 3 - Terminer

Bonjour
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bonjour

Slide 1 - Slide

Programme
Questions? Pourquoi le projet?
Explication pour le contôle
Excercice d'écrite
Étudier

Slide 2 - Slide

Pourquoi le projet?
- Je oefent met een vaardigheid: schrijven
- De woorden en zinnen van chapitre 1 konden creatief gebruikt worden in het project --> zo leer je onbewust ook
- Je leert over culturen in verschillende Franstalige landen
- Je leert de grammatica van chapitre 1, want door het schrijven moest je ook vervoegen in de présent en de passé
- Eens iets anders dan de opdrachten uit het boek ;)

Slide 3 - Slide

Voorwaarden dat dit project is geslaagd
- Eigen verantwoordelijkheid en zelf bijhouden
- De opdrachten maken zoals aangegeven op de site (niet Google Translate gebruiken)
- Blijven nadenken en niet te snel tevreden zijn ook al is het moeilijk
- De methode erbij pakken om zo de woorden en zinnen voor je tekst te gebruiken
- De methode erbij pakken voor uitleg over de grammatica
Voldoe je hier niet aan, dan heb je nu meer leerwerk + je moet goed kijken of je het project wel voldoende hebt afgerond.

Slide 4 - Slide

Le contrôle
- Alle woorden en zinnen van chapitre 1
- Een schrijfvaardigheidsopdracht
- Een leestekst

(Je moet het project voldoende hebben afgerond om je cijfer voor de toets te krijgen)

Slide 5 - Slide

Exercice d'écrite
Je bent een lang weekend in Bordeaux geweest met je vrienden. Hier schrijf je over naar een Franse vriendin in Parijs. Dit zet je erin:
- Begroeting
- Waar ben je geweest (stad + land = grammaire)
- Met wie was je daar?
- Waar verbleven jullie? (hotel, camping of...)
- Wat voor weer was het?
- Wat hebben jullie gedaan (minimaal 2 activiteiten)
- Hoe vond je het? (gebruik 1 ontkenning, dus iets dat je niet leuk vond)
- Vragen hoe het met hem/ haar gaat en wat ze heeft gedaan
Afsluiting

Slide 6 - Slide

Je suis allé en France. 
Je suis resté 3 jours dans un hôtel. J'étais avec mes amis. C'était super! Il a fait beau. Nous sommes allés au musée et au restaurant. Je n'ai pas aimé le restaurant. 
Salut Marie,
 Comment ça va? Moi, je vais bien!
Pendant le week-end, je suis allée à Bern en Suisse. 
Je suis restée 3 jours dans un hôtel de glace. C'était magnifique, mais il a fait très très foid!! J'étais avec mes amis! 
À Bern, on a visité un musée historique et on a fait du shopping! 
Mon ami David n'a pas aimé la nourriture au restaurant. Mais moi, je l'adore!
Qu'est-ce que vous avez fait pendant le week-end?
À plus!
Sara

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Les devoirs
Faire 
- Leren: alle woorden & zinnen chapitre 1
- Bekijk de leesteksten nog eens
- Neem je schrijfopdracht door

Slide 10 - Slide