BL les 6: kernzinnen, functie inleiding, kern, slot

Nederlands

Begrijpend lezen
Les 6: Kernzinnen en functie titel, inleiding, slot

HAVO 1
 P2 2019-2020
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands

Begrijpend lezen
Les 6: Kernzinnen en functie titel, inleiding, slot

HAVO 1
 P2 2019-2020

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je geleerd ...


... uit welke 3 delen een tekst bestaat.
... op welke manieren een tekst kan worden ingeleid.
... op welke manieren een tekst kan worden afgesloten.

Wie weet het nog? Steek je vinger op!

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les ...

... weet je wat de functie van de titel van een tekst is.
... weet je wat een kernzin is en waar je de kernzin kunt vinden.
... weet je hoe een alinea is opgebouwd.
... weet je wat de functie van de inleiding en het slot van een tekst is.

Slide 3 - Slide

Aan de slag!
Maak het schema kloppend. De tekstdoelen staan op de juiste plaats.

Tekstdoel                    Tekstsoort                                 Tekstvorm 
1. uitleg geven           2. informerende tekst         3. reclame
4. informeren            5. uiteenzettende tekst      6. handleiding
7. mening vormen   8. betogende tekst               9. recensie
10. overtuigen           11. beschouwende tekst    12.meningtekst in krant
13. overhalen             14. activerende tekst           15. leesboek
16. amuseren             17. amuserende tekst          18. encyclopedie

timer
3:00

Slide 4 - Slide

Antwoorden

Tekstdoel                     Tekstsoort                                 Tekstvorm
1. uitleg geven           2. uiteenzettende tekst       3. handleiding
4. informeren            5. informerende tekst           6. encyclopedie
7. mening vormen   8. beschouwende tekst       9. meningtekst in krant
10. overtuigen           11. betogende tekst               12. recensie
13. overhalen             14. activerende tekst            15. reclame
16. amuseren             17. amuserende tekst           18. leesboek

Slide 5 - Slide

Aan de slag!

Je ziet 3 mogelijke inleidingen.
Op welke manieren wordt de inleiding vormgegeven?
Kies steeds een letter.

Log in bij LU: BL les 6
Doe mee met de les!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Op welke manieren wordt de inleiding vormgegeven?
A
De aanleiding voor het schrijven wordt genoemd.
B
Het onderwerp wordt aangekondigd.
C
Er worden een of meerdere vragen gesteld.
D
Een anekdote vertellen.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Op welke manieren wordt de inleiding vormgegeven?
A
De aanleiding voor het schrijven wordt genoemd.
B
Het onderwerp wordt aangekondigd.
C
Er worden een of meerdere vragen gesteld.
D
Een anekdote vertellen.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Op welke manieren wordt de inleiding vormgegeven?
A
De aanleiding voor het schrijven wordt genoemd.
B
Op geen van de mogelijke manieren.
C
Er worden een of meerdere vragen gesteld.
D
Een anekdote vertellen.

Slide 12 - Quiz

Functie titel, inleiding en slot

Functie van de titel: de lezer nieuwsgierig maken en/of het onderwerp van de tekst noemen

Functie inleiding: de lezer nieuwsgierig maken 

Functie slot: de tekst afsluiten

Slide 13 - Slide

Opbouw van een alinea

Een alinea bestaat uit 2 delen: de kernzin en de uitwerking van de kernzin

Kernzin: de belangrijkste zin van een alinea (met daarin de belangrijkste  mededeling van de alinea), meestal de 1e, 2e of laatste zin van de alinea

De kernzin wordt uitgewerkt door middel van: voorbeelden of een toelichting

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Aan de slag!

Pak je lesboek erbij.
Ga naar blz. 143/144

Lees tekst 12: Van melk tot oer-Hollandse kaas

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Log in bij LU.
Ga naar: BL les 6
Maak vraag 1 t/m 10 op slide 18 t/m 27

De vragen horen bij:
tekst 13: Van melk tot oer-Hollandse kaas (lesboek, blz. 143/144)

Slide 17 - Slide

1. Hoeveel alinea's heeft de tekst?

Slide 18 - Open question

2. Op welke manier trekt de schrijver de aandacht in de inleiding?

Slide 19 - Open question

3. Noteer de kernzin van alinea 4.

Slide 20 - Open question

4. Leg uit waarom dit de kernzin is.

Slide 21 - Open question

5. Zijn de andere zinnen toelichting of voorbeeld?

Slide 22 - Open question

6. Past het tussenkopje 'rijpen' boven dit stukje tekst? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Open question

7. welke manier heeft de schrijver gebruikt om de tekst af te sluiten?

Slide 24 - Open question

8. Tot welke tekstsoort behoort deze tekst? Leg je antwoord uit.

Slide 25 - Open question

9. Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Slide 26 - Open question

10. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 27 - Open question