Week 43 Vwo 4

1 / 45
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

¿Qué vamos a hacer hoy?
  • Bienvenida
  • La canción
  • Imperativo
  • Escribir

Doel: Aan het eind van deze les 
  • Straks ken ik meer over '' de magische fontein van Montjuïc''
  • Straks ken ik zowel de bevestigend als ontkennend gebiedende wijs 

Slide 2 - Slide

https://www.todoele.net/actividades/barcelona

https://www.bitgab.com/ejercicio/barcelona

https://www.videoele.com/Archivos/A2_Esta-es-barcelona-actividad.pdf
cansado/cansada

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

QUIZLET 
Oefen de voca via quizlet
Link staat onder huiswerk in magister

Geen verbinding
Alle wifi vergeten en dan opnieuw verbinden 

Geen Laptop/baterij
Je schrijft de woordjes over in je schrift



timer
10:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

La canción 
Leer juntos: Tb pág 17
Hacer: wb pág 42 ej 36
Escuchar
Hacer: wb pág 42+ 43 ej 37
37a

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ejercicio 36a
1 een lichtgevende fontein
2 -
3 water, licht en muziek
4 ja, aan de voet van de berg Montjuic: al pie de la montaña Montjuic
Ejercicio 36b
1 falso
2 falso
3 verdadero
4 verdadero
5 falso
6 verdadero

Ejercicio 37b
Wat? Verandering? Waarom?
Vliegveld verbeterd beter bereikbaar
Olympisch dorp gemoderniseerd verblijf sporters
Olympisch stadion gerenoveerd -
hotels gebouwd voor toeristen





Slide 9 - Slide

This item has no instructions

EL IMPERATIVO 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

El imperativo TB 15pág 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

¿Cuándo se usa el imperativo?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je de imperatief afirmativo?
1) tú-vorm                   = 2e persoon enkelvoud van de presente  
                                      waarbij -s
2) usted-vorm           = 3e persoon enkelvoud van de presente                                                       waarbij a>e en e>a


Hablar
Comer
Vivir
Habla
Come
Vive
Usted
Hable
Coma
Viva

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je de imperatief negativo?
1) tú-vorm                   = 2e persoon enkelvoud van de presente
                                          waarbij a>e en e>a
2) usted-vorm           = 3e persoon enkelvoud van de presente                                                       waarbij a>e en e>a


Hablar
Comer
Vivir
no hables
no comas
no vivas
Usted
no hable
no coma
no viva

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Imperativo IRREGULARES
Kwestie van leren

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

A trabajar!

WB pág 35 + 36
Ej 31 
klaar? 

Ejercicios Imperativo negativo
timer
5:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Ejercicio 31a
1 toma
2 baja
3 coge
4 sigue 5 gires
6 gira
7 sube
8 olvides

Ejercicio 31b
1 Descubre
2 Escucha
3 ve 4 Compra
5 disfruta
6 Toma

Ejercicio 32a
1 tomar - Toma el taxi a la playa. / No tomes el taxi a la playa.
2 comprar - Compra el plano. / No compres el plano.
3 ver - Ve el partido de fútbol. / No veas el partido de fútbol.
4 girar - Gira a la derecha. / No gires a la derecha.



Ejercicio 32b
voorbeelduitwerking
1 Toma la bicicleta.
2 Coge la primera calle a la derecha.
3 Sigue todo recto.
4 Gira la segunda calle a la izquierda.
5 Gira la primera calle a la izquierda.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding op je vakantie naar Spanje
Situatie: Je gaat binnenkort op vakantie naar Spanje. Je moet nu een paar dingen regelen via een chat met een Spaanse reisagent (kies één van de chatbot):  Link
Doel: Oefen het schrijven van informatieve en beleefde vragen in het Spaans.

Begin je chat met de reisagent (chatbot) en stel ten minste 5 vragen over de bovenstaande onderwerpen. Sluit af door te bedanken voor de hulp.

Voorbeeldvragen:
  • ¿Hay hoteles cerca de la playa?
  • ¿Qué actividades recomendáis en la zona?
  • ¿Cómo puedo llegar a los sitios turísticos en transporte público?
  • ¿Dónde puedo probar platos típicos españoles?

Maak een schermopname en lever het in via Magister

timer
10:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Gatentekst
In magister: een oefening + antwoorden. 
Tip: vertaal die werkwoorden :)

In de les: Gatentekst op papier 

 







timer
20:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

¿Qué vamos a hacer hoy?

Tema: Viajar - las vacaciones 

  • Bienvenido - 5 min
  • Repaso - 15 min
  • Leer - 25 min
  • Hablar - 10 min
  • (Quizlet - live)



Slide 21 - Slide

https://www.todoele.net/actividades/barcelona

https://www.bitgab.com/ejercicio/barcelona

https://www.videoele.com/Archivos/A2_Esta-es-barcelona-actividad.pdf
Lesdoelen 

straks kan ik fouten herkennen in zinnen
Straks heb ik het werkwoord ir herhaald
straks kan ik teksten lezen en begrijpen
straks kan ik gesprekjes voeren over vakanties

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

¿Cómo te sientes hoy?
del 1 al 9

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Errores
  1. Soy muy bien. 
  2. En lunes voy a nadar, en martes voy a estudiar. 
  3. Me levanto a las siete horas.  
  4. Las clases empieza a las ocho y media.
  5. Mi casa es no grande.
  6. ¿Que haces tú?
  7. El apartamento es a 100 metros de la estación. 
  8. No me gusta las vacaciones. 
  9. Vamos con el tren.
  10. Voy a duermo a las 23:00. 
Instrucción:      In iedere Spaanse zin/vertaling zit 1 fout. Haal deze eruit en denk waarom het fout is.
Tiempo:              10 min
Meta (=doel):    ik kan fouten herkennen
timer
1:59

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

RepasoHerhaling
.IR

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

IR
Wat betekent het werkwoord IR?
Waarvoor gebruiken we deze werkwoord?
kan je het vervoegen in de presente?
Met welke voorzetsel gebruik je het ww IR?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Nabije toekomende tijd (el futuro próximo)
Hoe zeg je iets over wat je binnenkort gaat doen?
Om in het Spaans iets te zeggen over iets wat je binnenkort gaat doen, heb je 3 dingen nodig:
  1. Het werkwoord IR >>> vervoegd als: voy, vas , va, vamos, vais , van
  2.  het voorzetsel A 
  3. een heel werkwoord ( dus niet vervoegd!): ser, hablar , escribir, comer etc.

Voorbeelden:
El fin de semana voy a comer en un restaurante
Mi tío va a hablar con su novia.
El domingo vamos a jugar al fútbol


 = 
Vervoeging van IR 
+ A
+ heel werkwoord

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Maak odracht 4

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

¿ Ir + a+ ........= futuro?

A
vervoeg werkwoord
B
heel werkwoord
C
werkwoord gustar
D
voltooid deelwoord

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Mañana yo_______(ir) a Málaga de vacaciones.
A
iro
B
va
C
vamos
D
voy

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Maak een zin met 'Ir+a+infinitivo
¿Qué vas a hacer en la vacaciones?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

De vraagwoorden. Sleep het Spaanse woord naar de vertaling:
Hoe?
Wat?
Welke?
Wanneer?
Waar?
Hoeveel?
¿Cómo?
¿Qué?
¿Cuál?
¿Cuándo?
¿Dónde?
¿Cuánto?

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

"Vivir mi vida" - Marc Anthony
                                                      
- Wie is Marc Anthony?
- Waar komt hij vandaan?
- Hoe vaak zingt Marc het woord “voy”?
- Wat gaat Marc Anthony doen?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Stap 1:  Globaal lezen! 



Estrategia/Strategie
  • Lees de titel - Waar gaat de tekst over?
  • Lees de inleiding - Wat is het hoofdidee?
  • Lees de tekst een keer - Markeer de belangrijke dingen.
Geen paniek!

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Stap 2:  Lees de vragen!



Estrategia/Strategie
  • Lees elke vraag.
  • Zoek de woorden die je niet begrijpt in de vragen
    op met behulp van je woordenboek.
  • Schrijf de vertaling op je papier.
  • Wat is het sleutelwoord in de vraag?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Step 3:  Intensief lezen!



Estrategia/Strategie
  • Zoek de sleutelwoorden van de vraag op in de tekst (in het Spaans).
  • Lees elke alinea.
  • Zoek de woorden op die je niet begrijpt.
  • Zoek het hoofdidee.
  • Beantwoord de vraag.
  • Ga naar de volgende alinea/vraag.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Muy importante/Super belangrijk



Estrategia/Strategie
El diccionario/Het woordenboek!!

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Leer
Zoek deze woord in het woordenboek. Hoe?

1. destino

2. he conocido



Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Leer
Doel: je kan een actuele tekst lezen en hiervan nieuwe woordjes leren, een samenvatting schrijven, je eigen mening geven en eigen ervaring delen --> tekstbegrip

¿Qué? Lees tekst 1 en maak de vier opdrachten - Extra uitdaging lees tekst 2
¿Cómo? Individueel en met hulp van een woordenboek
¿Dónde? Schrijf je antwoorden op de papier
¿Listo?  Maak de volgende online test en ga door met Quizlet
timer
13:00

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Hablar
Doel: Je kan korte gesprekken voeren in het SP
¿Qué? hablar sobre los viajes
¿ Cómo? en grupos de 3

1. Beantwoord de vragen zelfstandig - 5 min
2. Pak een # en voer een kort gesprek - 10 min
Docent maakt de groepjes

timer
10:00

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
Hoeveel van deze lesdoelen heb je behaald?

straks kan ik fouten herkennen in zinnen
straks kan ik teksten lezen en begrijpen
Straks heb ik met het werkwoord ir geoefend
straks kan ik gesprekjes voeren over vakanties

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

¡¡Felices vacaciones!!

Slide 45 - Slide

This item has no instructions