230405 ZWW, KWW & HWW (havo 2)

Pak -   je telefoon


              óf je tablet


Ga naar Lessonup
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 19 min

Items in this lesson

Pak -   je telefoon


              óf je tablet


Ga naar Lessonup

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van deze les herken je;
- zelfstandig werkwoord
- hulpwerkwoord
- koppelwerkwoord

Slide 2 - Slide

Kennen jullie deze nog?

Slide 3 - Slide

Bewoners / moeten / hun huis / goed / beveiligen / tegen indringers.
A
tegen indringers = bwb
B
tegen indringers = vzv

Slide 4 - Quiz

De leerlingen zien uit naar de vakantie.
A
uit naar de vakantie = vzv
B
uit naar de vakantie = bwb
C
naar de vakantie = vzv
D
naar de vakantie = bwb

Slide 5 - Quiz

Tijdens de toets / moet / je / rekenen / op een apart blaadje.
A
op een apart blaadje = vzv
B
op een apart blaadje = bwb
C
op een apart blaadje kan zowel vzv als bwb zijn

Slide 6 - Quiz

Ben / je / nog steeds / bang / voor mijn reptielen?
A
ben bang = nwg voor mijn reptielen = vzv
B
ben bang = nwg voor mijn reptielen = bwb
C
ben = wwg voor mijn reptielen = vzv
D
ben = wwg voor mijn reptielen = bwb

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

ZWW
Wanneer een werkwoord de handeling / actie aangeeft, 
spreek je van een zelfstandig werkwoord. (zww)


Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin.

Slide 11 - Slide

Koppelwerkwoord (kww)
- geeft geen handeling aan.
- koppelt het onderwerp aan een kenmerk of eigenschap verderop in de zin. 
- kan er maar 1 van in de zin staan.

het onderwerp doet niets, maar is iets.

Slide 12 - Slide

Koppelwerkwoord

zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen (heten, dunken en voorkomen)



Slide 13 - Slide

Een zww zit nooit samen in een enkelvoudige zin met een kww.

Slide 14 - Slide

Hulpwerkwoord
Als een enkelvoudige zin met een wg meer werkwoorden heeft, staat het zww meestal achter in de zin.
De andere werkwoorden (ook de pv), zijn dan hulpwerkwoord.

VB: Stan en Jim zouden graag kunnen breakdancen. 


Slide 15 - Slide

Test jezelf
Je krijgt twee zinnen te zien. Bepaal eerst of het een ng of wg is en bedenk dan wat voor soort werkwoord het is. 

Slide 16 - Slide

Zij zou naar school komen.
werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
A
werkwoordelijk
B
naamwoordelijk

Slide 17 - Quiz

Zij zou naar school komen.
komen =
A
zww
B
hww
C
kww

Slide 18 - Quiz

Zij zou naar school komen.
zou =
A
zww
B
hww
C
kww

Slide 19 - Quiz

Willem is jarig geweest.
werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
A
werkwoordelijk
B
naamwoordelijk

Slide 20 - Quiz

Willem is jarig geweest.
is = ?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 21 - Quiz

Willem is jarig geweest.
geweest = ?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 22 - Quiz

Ik ben naar huis gelopen.
Het laatste werkwoord is een:
A
kww
B
zww
C
hww

Slide 23 - Quiz

Is het woord tussen haakjes een zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten.( heb)
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 24 - Quiz

Dat boek van jou lijkt me erg goed.
lijkt = ...

A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 25 - Quiz

Meneer Reitsma blijft altijd geduldig.

blijft = ...
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 26 - Quiz

Jacob is een oplettende leerling.

is =
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 27 - Quiz

Ineke gaat naar de stad.
gaat = ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 28 - Quiz

Hij is altijd al een opschepper geweest.
A
is = kww geweest = kww
B
is = kww geweest = hww
C
is = hww geweest = kww
D
is = hww geweest = hww

Slide 29 - Quiz

Een lastige: welke zin heeft een naamwoordelijk gezegde en dus een koppelwerkwoord?
A
Hij blijft dit jaar profvoetballer.
B
Hij blijft dit jaar voetballen.

Slide 30 - Quiz

Vraag aan jezelf
herken je?
- zelfstandig werkwoord
- hulpwerkwoord
- koppelwerkwoord

Slide 31 - Slide

STOP TELEFOON IN ZAK
Pak het boek
            hoofdstuk 2 - grammatica
                        Naamwoordelijk gezegde maak opdr. 1, 2 & 3
                                     KWW of HWW maak opdr. 1, 2, 4 & 5


Slide 32 - Slide

Wat is jouw favoriete genre?
Thriller
Liefdes-verhalen
Spanning & avontuur
Fantasie-verhalen
Historische verhalen
Humor
Science-fiction
Oorlog & verzet

Slide 33 - Poll