Ch 5 - les 5

1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Let op:
Dinsdag 6 juni:         toets Frans tijdens Nederlands

Donderdag 15 juni: Nederlands wordt Frans

Vrijdag 16 juni:          toets Nederlands tijdens Frans

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Chapitre 5
  • Ik ken woorden die te maken hebben met eten en drinken.
  • Ik kan een menu samenstellen.
  • Ik kan eten/drinken bestellen.
  • Ik kan het delend lidwoord gebruiken.
  • Ik kan het werkwoord venir gebruiken.
       
 



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Lire of (en) vocabulaire
  • Oefentoets
  • Extra uitleg of voorbereiden toets


-> Kijk je opdrachten zelf na via Magister!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lire - 25 min.

  • Kies een boek
  • Samenwerken binnen je eigen niveau mag
  • Beantwoord de vragen in het Nederlands
  • Cijfer 1x

Slide 5 - Slide

Script:
eerste keer waarschuwing
tweede keer aan het eind van de les blijven zitten

Vocabulaire

Zelf doornemen F
(uitspraak Slim Stampen -> oortjes)

Herhalen A B C E


Slide 6 - Slide

Script:
eerste keer waarschuwing
tweede keer aan het eind van de les blijven zitten

Oefentoets

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Delend lidwoord
Wat weet je hier nog over?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tu aimes ... pizza?
A
du
B
la
C
de la
D
de

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Je voudrais ... eau
A
de l'
B
l'
C
de la
D
d'

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Tu prends ... haricots verts?
A
du
B
de la
C
l'
D
des

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Je n'aime pas ... frites.
A
de
B
des
C
les
D
d'

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ik begrijp hoe ik het delend lidwoord moet gebruiken in het Frans.
A
ja
B
nee
C
een beetje, ik moet het nog goed doornemen
D
een beetje, ik heb extra uitleg nodig

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Le verbe venir

je                  viens
tu                 viens
il/elle/on     vient
nous           venons
vous            venez
ils/elles       viennent

je               suis venu(e)
tu              es venu(e)
il                est venu
elle            est venue
nous         sommes venu(e)s
vous         êtes venu(e)(s)
ils              sont venus
elles          sont venues

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

www.verbuga.eu
venir
présent
passé composé

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Faire
Ex. 29 + 30
vwo NIET 30e

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Lire
Lis texte F
Ex. 23, 24, 25ab

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

devoirs
herhalen woorden/zinnen A B C E
grammatica D
leren woorden F

Slide 19 - Slide

This item has no instructions