What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhalingsvragen hoofdstuk Politiek
Wat is politiek?
1 / 39
next
Slide 1:
Open question
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
4 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is politiek?
Slide 1 - Open question
Hoeveel Kamerleden zitten er in de Eerste Kamer?
A
80
B
75
C
150
D
100
Slide 2 - Quiz
Hoeveel Kamerleden zitten er in de Tweede Kamer?
A
80
B
75
C
150
D
100
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Goede volgorde, van links naar rechts.
Slide 6 - Drag question
Wat is een indirecte democratie?
Slide 7 - Open question
Wie worden er bedoeld met volksvertegenwoordigers?
Slide 8 - Open question
In welke landen is er sprake van een dictatuur?
Slide 9 - Open question
Wat is het verschil tussen een dictatuur en een democratie
Slide 10 - Open question
Eigen problemen oplossen: geen hoge uitkeringen dus
A
Links
B
Rechts
Slide 11 - Quiz
De partij SP is...
A
Links
B
Rechts
Slide 12 - Quiz
De partij VVD is...
A
Links
B
Rechts
Slide 13 - Quiz
Als je meer geld hebt moet je meer belasting betalen
A
Links
B
Rechts
Slide 14 - Quiz
Er moet genoeg politie zijn
A
Links
B
Rechts
Slide 15 - Quiz
In welke politieke stroming zijn economische en persoonlijke vrijheid het belangrijkst?
A
De christen-democratie.
B
De sociaal-democratie.
C
Het liberalisme.
D
Alle stromingen.
Slide 16 - Quiz
Bij welke stroming past deze uitspraak?
“Welvaart moet beter verdeeld worden.”
A
Het liberalisme.
B
De sociaal-democratie.
Slide 17 - Quiz
Bij welke stroming past deze uitspraak?
“Welvaart moet beter verdeeld worden.”
A
Het liberalisme.
B
De sociaal-democratie.
C
De christen-democratie.
D
Alle stromingen.
Slide 18 - Quiz
Noem een belangrijk kenmerk van een zogenaamde ‘one-issue-partij’. Geef ook een voorbeeld van zo’n partij.
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Prinsjesdag...
A
Is op de derde dinsdag van september
B
Is aan het einde van augustus.
Slide 22 - Quiz
Wie gaat eerst spreken?
A
De koning.
B
De minister.
Slide 23 - Quiz
Op prinsjesdag...
A
Moeten burgers gaan stemmen
B
Vertelt de koning welke plannen er zijn voor NL
Slide 24 - Quiz
Overheid bemoeit zich meer met alles
A
Links
B
Rechts
Slide 25 - Quiz
Wat zijn ambtenaren?
Slide 26 - Open question
Wie werken voor de overheid?
Slide 27 - Open question
Hoe noem je alle politici en ambtenaren samen?
Slide 28 - Open question
Leg in je eigen woorden uit wat een parlementaire democratie is.
Slide 29 - Open question
Uit welke drie onderdelen bestaat de trias politica?
Slide 30 - Open question
Trias Politica
Scheiding der machten
Sleep de juiste afbeelding naar elke macht
Wetgevende
macht
Uitvoerende
macht
Rechterlijke
macht
Slide 31 - Drag question
Wie horen bij de overheid?
A
Nederlanders die mogen stemmen
B
Nederlanders die belasting betalen.
C
Politici en ambtenaren.
D
Politici en kiezers.
Slide 32 - Quiz
De overheid heeft geld nodig om allerlei taken uit te voeren. Wat kan de overheid doen om meer geld te krijgen?
A
De belastingen verhogen en geld lenen
B
De belastingen verlagen en geld lenen
C
De belastingen verlagen en bezuinigen
D
Meer geld uitgeven en geld lenen.
Slide 33 - Quiz
Waarom zijn in de politiek compromissen nodig?
Slide 34 - Open question
Hoe worden de regeringspartijen genoemd?
A
kabinet
B
coalitie
C
oppositie
D
regering
Slide 35 - Quiz
bestuurt en deel van de samenleving
ministers en staatssecretarissen samen
De ministers en de koning
onderminister die helpt te besturen
MINISTER
STAATSSECRETARIS
KABINET
Regering
Slide 36 - Drag question
Op Prinsjesdag wordt de miljoenennota aangeboden.
Welke minister is altijd verantwoordelijk voor de miljoenennota?
Slide 37 - Open question
Een wetsvoorstel wordt een wet als ........................ over het voorstel heeft gestemd.
Wat hoort bij de puntjes te staan?:
A
de ministers.
B
de ministers en de minister-president.
C
het parlement.
D
de kiezers.
Slide 38 - Quiz
Wat is geen belangrijk kenmerk van de Nederlandse democratie?
A
De macht is verdeeld.
B
De minister-president regeert.
C
Er is een grondwet.
D
Het parlement heeft de hoogste macht
Slide 39 - Quiz
More lessons like this
Herhalingsvragen hoofdstuk Politiek
November 2022
- Lesson with
28 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 4 - Wie doet wat in de politiek
September 2021
- Lesson with
31 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 4 - Wie doet wat in de politiek
September 2021
- Lesson with
31 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
oefenen politiek tl
January 2024
- Lesson with
33 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
PROEFTOETS POLITIEK
February 2023
- Lesson with
32 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Parlementaire democratie: machten
August 2021
- Lesson with
20 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
Parlementaire democratie: machten
July 2021
- Lesson with
20 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
Politiek herhaling
October 2024
- Lesson with
25 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4