Examentraining

Examentraining
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Examentraining

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat

- Op Examenblad.nl online kun hele examens van 2017 t/m  2024 oefenen
- leesstrategieën oefenen 
- examenidioom oefenen
- verschillende vraagsoorten oefenen

--> We kijken nu waar je dit allemaal kunt vinden. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Sites om mee te oefenen:
- lerenvoorhetexamen.nl
- digistudies.nl
- Mevrouw Ebbers (Youtube) 
- WRTS of Quizlet (examenidioom)
- duits.de/vaklokaal
- examenblad.nl 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet het CE Duits eruit?
 maandag12 mei 2021 09:00-11:30     1e tijdvak


- ca. 13 teksten en ca. 45 punten te behalen
--> ca. 3 minuten per vraag (+ ca. 15 minuten controletijd)
- woordenboek als hulpmiddel


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

SE Lesen
Wir lesen und besprechen einige Texte. 

Opdracht: Tijdens het lezen en bespreken maak je op een extra blaadje aantekeningen over
a) onbekende woorden die in het examen terug zouden kunnen komen (signaalwoorden, veelvoorkomende woorden, ...) 
b) leesstrategieën 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe vlieg je een tekst aan
1 Lees en vertaal de titel en de inleiding.
2 Bekijk de illustratie. Wat zie je? 
3 Lees en vertaal de vraag. Welke informatie moet je zoeken?
4 Lees de alinea, onderstreep de signaalwoorden en dubbele punten. 
5 Zoek het stukje tekst waarin het antwoord zou moeten staan. 
6 Leid de betekenis van moeilijke woorden uit de context af of zoek ze op in je woordenboek. 
7 Schrijf in trefwoorden op wat de kern van de alinea is. 
8 Noteer je antwoord op de vraag. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

 (MC-vraag)
1 Lees en vertaal de vraag. Welke informatie moet je zoeken?
2 Lees de alinea, onderstreep de signaalwoorden en dubbele punten.
3 Zoek het stukje tekst waarin het antwoord zou moeten staan.
4 Leid de betekenis van moeilijke woorden uit de context af of zoek ze op in je woordenboek.
5 Schrijf in trefwoorden op wat de kern van de alinea is.
6 Geef zelf eerst antwoord op de vraag.
7 Lees de antwoordalternatieven en vertaal ze.
8 Kies uit de antwoordalternatieven het antwoord dat het best bij ‘jouw’ antwoord past. Streep de antwoorden weg die absoluut fout zijn.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welk cijfer ga je halen
op het CSE?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Het grote geheim
Het Centraal Examen vraagt niet per se om leesvaardigheid.

Het vraagt om begrip over wat CITO van je wil.
Weet je dat, dan haal je goede cijfers.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het recept
- ken de signaalwoorden
-ken je woordjes
- ken de vraagsoorten
- gebruik de trucjes
- oefenen, oefenen, oefenen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Signaalwoorden
Zorg dat je:
A) signaalwoorden herkent
B) Weet welk verband ze aangeven
C) Hoe je ze in een zin gebruikt
D) LEER JE SIGNAALWOORDEN!!!!!

Woordenlijst HAVO: https://sslleiden.nl/files/voorbereiding/H_EN_Woordenlijsten.pdf

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
zum Beispiel
zudem
denn
obwohl
daher
voorbeeld
opsomming
reden / oorzaak
tegenstelling
gevolg / conclusie

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Er muss heute zu Hause bleiben, ... er hat Corona.
A
obwohl
B
denn
C
zum Beispiel
D
daher

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Ich habe statt des Autos doch ein Fahrrad gekauft.
doch = ...
A
gevolg/conclusie
B
reden/verklaring
C
tegenstelling
D
uitbreiding/opsomming

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Ich habe Englisch und sogar Deutsch!!!
sogar = .........
A
gevolg/conclusie
B
vergelijking
C
versterking
D
tegenstelling

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Het grote geheim
Het Centraal Examen vraagt niet alleen om leesvaardigheid.

Het vraagt ook om begrip over wat CITO van je wil.
Weet je dat, dan haal je goede cijfers.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Instructies voor het lezen
1. Lees de titel (+ondertitel) en de inleiding. Kijk naar het plaatje. 
2. Lees meteen de eerste vraag (niet eerst de tekst!). 
3. Onderstreep het stukje tekst waar de vraag over gaat. 
4. Lees de tekst vanaf de vorige vraag tot de nieuwe vraag. 
5. Ga terug naar de vraag. Bekijk per antwoord of je de woorden of het idee / gevoel van dat antwoord uit de tekst kunt halen. Zo niet, streep dan het antwoord door. Bedenk dat het goede antwoord vaak in de buurt van een signaalwoord of dubbele punt staat. 
6. Vaak houd je nu het goede en "bijna goede" antwoord over. Lees de vraag en de tekst nog eens goed door. Hoe meer er uit de tekst in het antwoord terug komt, hoe beter. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan MC-vragen
1 Titel, plaatje, intro                               -->              grote lijn

2 vraag lezen,                                          -->               1 of meer alinea's: hele stuk tekst
   aanstrepen in de tekst

3 pindakaas-antwoorden eruit!      -->             het goede antwoord:
                                                                                            --> past in grote lijn
                                                                                            --> alle elementen kloppen
                                                                                            --> geen absolute woorden 

Slide 20 - Slide

vraag 8 en 9 maken 
Stappenplan gatenvraag
1 titel, plaatje, intro                         -->        grote lijn
2 lees tot het gat + 1 zin             
3 signaalwoorden onderstrepen / vertalen 
4 positief / negatief?                 --> kies dan het positieve of
                                                                       negatieve antwoord      
5  tegenstelling in antwoord: A groot    B leuk    C klein   D koud   
--> één van de twee moet je hebben             

Slide 21 - Slide

Kapitel 10, Aufgabe 2.1 und 2.4 machen 
Stappenplan verwijsvraag
1 titel, plaatje, intro                         -->        grote lijn
2 lees het fragment                      --> helemaal vertalen            

3 signaalwoorden onderstrepen / vertalen 
4 antwoordalternatieven vertalen   --> door welk antwoordalternatief kun je het verwijswoord in de tekst vervangen? 
            

Slide 22 - Slide

Kapitel 10, Aufgabe 2.1 und 2.4 machen