Examentraining

Examentraining
1 / 41
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Examentraining

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Na Klar! online
Op Na Klar online kun je:
- de hele examens van 2017 I en 2017 II oefenen
- leesstrategieën oefenen 
- examenidioom oefenen
- verschillende vraagsoorten oefenen

--> We kijken nu waar je dit allemaal kunt vinden. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Sites om mee te oefenen:
- lerenvoorhetexamen.nl
- digistudies.nl
- Mevrouw Ebbers (Youtube) 
- WRTS of Quizlet (examenidioom)
- duits.de/vaklokaal
- examenblad.nl 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet het CE Duits eruit?
woensdag 26 mei 2021 09:00-11:00     1e tijdvak
dinsdag 22 juni 2021 09:00- 11:00     2e tijdvak
vrijdag 9 juli 2021 13:30-15:30     3e tijdvak

- ca. 13 teksten en ca. 45 punten te behalen
--> ca. 3 minuten per vraag (+ ca. 15 minuten controletijd)
- woordenboek als hulpmiddel


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

SE Lesen
Wir lesen und besprechen einige Texte. 

Opdracht: Tijdens het lezen en bespreken maak je op een extra blaadje aantekeningen over
a) onbekende woorden die in het examen terug zouden kunnen komen (signaalwoorden, veelvoorkomende woorden, ...) 
b) leesstrategieën 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bierhauptstadt ohne Bier (open vraag)
1 Lees en vertaal de titel en de inleiding.
2 Bekijk de illustratie. Wat zie je? 
3 Lees en vertaal de vraag. Welke informatie moet je zoeken?
4 Lees de alinea, onderstreep de signaalwoorden en dubbele punten. 
5 Zoek het stukje tekst waarin het antwoord zou moeten staan. 
6 Leid de betekenis van moeilijke woorden uit de context af of zoek ze op in je woordenboek. 
7 Schrijf in trefwoorden op wat de kern van de alinea is. 
8 Noteer je antwoord op de vraag. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bierhauptstadt ohne Bier (MC-vraag)
1 Lees en vertaal de vraag. Welke informatie moet je zoeken?
2 Lees de alinea, onderstreep de signaalwoorden en dubbele punten.
3 Zoek het stukje tekst waarin het antwoord zou moeten staan.
4 Leid de betekenis van moeilijke woorden uit de context af of zoek ze op in je woordenboek.
5 Schrijf in trefwoorden op wat de kern van de alinea is.
6 Geef zelf eerst antwoord op de vraag.
7 Lees de antwoordalternatieven en vertaal ze.
8 Kies uit de antwoordalternatieven het antwoord dat het best bij ‘jouw’ antwoord past. Streep de antwoorden weg die absoluut fout zijn.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Woche Q2, Stunde 2
Doel van de les: Je kent de signaalwoorden en kunt ze gebruiken om in een tekst het goede antwoord te vinden. 

Opbouw van de les: Jullie krijgen uitleg over de signaalwoorden en we maken opdrachten om de woorden te oefenen. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, een woordenboek, de lijst met signaalwoorden (op papier of in de bestanden van TEAMS)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welk cijfer ga je halen
op het CSE?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Het grote geheim
Het Centraal Examen vraagt niet per se om leesvaardigheid.

Het vraagt om begrip over wat CITO van je wil.
Weet je dat, dan haal je goede cijfers.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het recept
- ken de signaalwoorden
-ken je woordjes
- ken de vraagsoorten
- gebruik de trucjes
- oefenen, oefenen, oefenen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Signaalwoorden
Zorg dat je:
A) signaalwoorden herkent
B) Weet welk verband ze aangeven
C) Hoe je ze in een zin gebruikt
D) LEER JE SIGNAALWOORDEN!!!!!

Woordenlijst HAVO: https://sslleiden.nl/files/voorbereiding/H_EN_Woordenlijsten.pdf

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
zum Beispiel
zudem
denn
obwohl
daher
voorbeeld
opsomming
reden / oorzaak
tegenstelling
gevolg / conclusie

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Er muss heute zu Hause bleiben, ... er hat Corona.
A
obwohl
B
denn
C
zum Beispiel
D
daher

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Ich habe statt des Autos doch ein Fahrrad gekauft.
doch = ...
A
gevolg/conclusie
B
reden/verklaring
C
tegenstelling
D
uitbreiding/opsomming

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Ich habe Englisch und sogar Deutsch!!!
sogar = .........
A
gevolg/conclusie
B
vergelijking
C
versterking
D
tegenstelling

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

SE, tekst 3, alinea 4: Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Üben, üben, üben
Mache jetzt die Aufgaben auf dem Blatt "Signalwörter erkennen."

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Woche R
Doel van de les: Je kent de trucjes die je kunt gebruiken als je het antwoord op een 
                                  examenvraag niet zeker weet. 
                                 Je kunt je woordenboek gebruiken. 

Opbouw van de les: Aan de hand van een MAVO-examentekst bespreken we een aantal trucjes die je kunt toepassen bij het maken van je CE. Daarna maken we een opdracht bij je woordenboek. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, een woordenboek, de tekst  "Der Wecker klingelt..." + vragen (zie TEAMS) 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Het grote geheim
Het Centraal Examen vraagt niet alleen om leesvaardigheid.

Het vraagt ook om begrip over wat CITO van je wil.
Weet je dat, dan haal je goede cijfers.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Instructies voor het lezen
1. Lees de titel (+ondertitel) en de inleiding. Kijk naar het plaatje. 
2. Lees meteen de eerste vraag (niet eerst de tekst!). 
3. Onderstreep het stukje tekst waar de vraag over gaat. 
4. Lees de tekst vanaf de vorige vraag tot de nieuwe vraag. 
5. Ga terug naar de vraag. Bekijk per antwoord of je de woorden of het idee / gevoel van dat antwoord uit de tekst kunt halen. Zo niet, streep dan het antwoord door. Bedenk dat het goede antwoord vaak in de buurt van een signaalwoord of dubbele punt staat. 
6. Vaak houd je nu het goede en "bijna goede" antwoord over. Lees de vraag en de tekst nog eens goed door. Hoe meer er uit de tekst in het antwoord terug komt, hoe beter. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan MC-vragen
1 Titel, plaatje, intro                               -->              grote lijn

2 vraag lezen,                                          -->               1 of meer alinea's: hele stuk tekst
   aanstrepen in de tekst

3 pindakaas-antwoorden eruit!      -->             het goede antwoord:
                                                                                            --> past in grote lijn
                                                                                            --> alle elementen kloppen
                                                                                            --> geen absolute woorden 

Slide 24 - Slide

vraag 8 en 9 maken 
Üben
Wir lesen den Text "Der Wecker klingelt..." und bearbeiten die Fragen zum Text.  

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Üben: Wörterbuch
Mache in Na Klar, Kapitel 3, Lektion 3 die Aufgaben 1 und 2. 
--> Der Rest der Aufgabe ist deine Hausaufgabe. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Woche S, Stunde 1
Doel van de les: Je kent de stappenplan voor gatenvragen. 

Opbouw van de les: We bespreken eerst het huiswerk (oefening woordenboek). Dan beginnen we met hoofdstuk 10 in je boek: We bespreken één examentekst gedetailleerd (vooral de gatenvragen)  en daarna oefen je zelf verder met de examenteksten. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, een woordenboek, je boek. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hausaufgabe besprechen
Kapitel 3, Lektion 3, Aufgabe 1 und 2

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan gatenvraag
1 titel, plaatje, intro                         -->        grote lijn
2 lees tot het gat + 1 zin             
3 signaalwoorden onderstrepen / vertalen 
4 positief / negatief?                 --> kies dan het positieve of
                                                                       negatieve antwoord      
5  tegenstelling in antwoord: A groot    B leuk    C klein   D koud   
--> één van de twee moet je hebben             

Slide 29 - Slide

Kapitel 10, Aufgabe 2.1 und 2.4 machen 
Schmied der eigenen Medaille
Wir machen in Kapitel 10 die Aufgabe 1 und 2. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Woche S, Stunde 2
Doel van de les: Je kunt een vraag naar de hoofdgedachte van een (stukje) tekst beantwoorden. en je kent de stappenplan voor een verwijsvraag 

Opbouw van de les: We gaan verder met hoofdstuk 10 in je boek en focussen op hoofdgedachte- en verwijsvragen. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, een woordenboek, je boek. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Hoofdgedachtevraag
1. Lies die Informationen zur "hoofdgedachtevraag" auf Seite 230. 

2. Mache Aufgabe 3 und 4.7  zu Text II in Kapitel 10. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan verwijsvraag
1 titel, plaatje, intro                         -->        grote lijn
2 lees het fragment                      --> helemaal vertalen            

3 signaalwoorden onderstrepen / vertalen 
4 antwoordalternatieven vertalen   --> door welk antwoordalternatief kun je het verwijswoord in de tekst vervangen? 
            

Slide 33 - Slide

Kapitel 10, Aufgabe 2.1 und 2.4 machen 
Verwijsvraag
Mache Aufgabe 4.8 und 4.9 zu Text II in Kapitel 10. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Woche S, Stunde 3
Doel van de les: Je kunt vragen over een informatieve tekst beantwoorden. 

Opbouw van de les: We gaan verder met hoofdstuk 10 in je boek. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, een woordenboek, je boek. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Üben...
Du arbeitest selbstständig. 

Lies so viele Texte wie möglich aus Kapitel 10 und beantworte die Fragen. 

Wenn du Fragen hast, melde dich bei mir. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Woche T, Stunde 1
Doel van de les: Je kent de stappenplan voor een functie- / structuurvraag.

Opbouw van de les: We gaan verder met hoofdstuk 10 in je boek en focussen op functie- /structuurvragen . 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, een woordenboek, je boek. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Functie- / structuurvraag
1. Lies die Informationen zu dieser Frage auf Seite 230. 

2. Wähle ein Wort, das einen Verband angibt aus der Liste "tekstverbanden" (auf Papier oder in TEAMS). 



Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Functie- /structuurvraag
3. Schrijf in het Nederlands een korte tekst waarin het gekozen verband wordt gelegd. 

Voorbeeld: Door al het lawaai van het scheepsverkeer op de zee kunnen waalvissen elkaar niet meer horen en verdwalen. Bovendien zijn de schepen medeverantwoordelijk voor de vervuiling van de zee. 
--> Uitbreiding / opsomming



Slide 39 - Slide

--> uitbreiding/opsomming (voortzetting of uitwerking)
Functie- / strutuurvraag
4. Ruil je tekst met een medeleerling. Lees de tekst van je medeleerling en noteer om welk soort tekstverband het in zijn / haar tekst gaat. 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Üben, üben, üben
Mache die folgenden Aufgaben in Na Klar, Kapitel 11:
- Text VII, Frage 23 (Seite 244-247)
- Text XI, Frage 37 (Seite 252-254)

Slide 41 - Slide

zurück zu slide 4, 5 und 6