2hva 7-4-2025 - WS H5 uitdrukkingen uit handel en scheepvaart + vwo

Maak de startopdracht in je boek
Woordenschat blz. 144
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Maak de startopdracht in je boek
Woordenschat blz. 144

Slide 1 - Slide

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek 
  • schrift
  • pen

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen
  • Uitleg H5 WS (blz. 144): uitdrukkingen uit handel en scheepvaart
  • vwo: extra WS (blz. 144): uitdrukkingen uit de Bijbel en de mythologie. 
  • Opdrachten maken.




Slide 3 - Slide





Je kunt:
  • uitdrukkingen uit handel en scheepvaart herkennen en begrijpen.

Extra voor vwo:
  • uitdrukkingen uit de Bijbel en mythologie herkennen en begrijpen.
Doel

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Wat:
Wie: Havo
Maken:
H5 WS (blz. 144): Opdracht 1

Hoe:
Alleen of samen met je buurman of buurvrouw. Gebruik eventueel een woordenboek of laptop wanneer je een uitdrukking of spreekwoord niet kent.

Klaar?
  • Ga verder met opdracht 2 en 3 




Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
20:00

Slide 6 - Slide

Uitdrukkingen uit de bijbel en de mythologie
(VWO)

Slide 7 - Slide

Veel uitdrukkingen komen uit de Bijbel en uit de mythologie.
We beseffen niet altijd de herkomst:
Uit de Bijbel: adamsappel, het paradijs, een teken aan de wand etc.
Mythologie: spartaans, achilleshiel

Slide 8 - Slide

Enkele voorbeelden:

Slide 9 - Slide


            
                                         Benjamin

Slide 10 - Slide

Benjamin is een Hebreeuwse jongensnaam en betekent 'zoon van het geluk'. Daarnaast wordt met Benjamin aangegeven dat iemand het jongste kind van een gezin of gezelschap is. Benjamin komt ook in de Bijbel voor. Hij was de jongste zoon van Jakob en Rachel en een van de voorouders van de eerste koning van Israël, Saul.

Slide 11 - Slide

Een roepende in de woestijn

Slide 12 - Slide

Een 'roepende in de woestijn' is iemand naar wie niet wordt geluisterd. De uitdrukking heeft een bijbelse oorsprong en verwijst  naar Johannes de Doper, die in de woestijn preekte.

Slide 13 - Slide

De beker of drinkbeker aan zich voorbij laten gaan, een onaangename en moeilijke opdracht uit de weg gaan; een onprettige gebeurtenis niet ondergaan.

 Jezus, die zich kort voor zijn gevangenneming en kruisiging terugtrekt in de hof van Getsemané en daar tot God bidt: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan!’

Slide 14 - Slide

muggenziften (muggen zijgen) pietluttig zijn, overal een punt van maken – Mattheüs 24:23 (‘Gij blinde leidslieden, die de mug uitzijgt, en den kemel doorzwelgt.’)
in zak en as zitten helemaal in de rats of in de put zitten; het niet meer zien zitten – Esther 4:1 (‘Zo verscheurde Mordechai zijn klederen, en hij trok een zak aan met as.’)
in adamskostuum rondlopen met het blote lichaam, in je nakie – Genesis 3:10 (‘En ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.’)
de schellen van de ogen vallen ineens begrijpen hoe iets in elkaar steekt – Handelingen 9:18 (‘En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende; en stond op, en werd gedoopt.’)

Slide 15 - Slide

steen des aanstoots een hinderlijk/ergerlijk iets of iemand – 1 Petrus 2:7 (‘Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis.’) Zie ook Jes. 8:14.
je dagen zijn geteld  – het is over met je – Daniël 5:26 (‘God heeft uw koninkrijk geteld, en Hij heeft het voleind.’)
‘het is volbracht!’ de taak is afgerond, de klus is geklaard – een van de zeven kruiswoorden van Jezus van Nazareth uit Johannes 19:30 (‘Toen Jezus dan den edik genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En het hoofd buigende, gaf den geest.’)

Slide 16 - Slide

Salomonsoordeel

Slide 17 - Slide

Salomonsoordeel een verstandig, wijs besluit / oordeel – zie het verhaal over de baby in 1 Koningen 3:16-28. Twee vrouwen claimen de moeder van het kind te zijn. Salomo besluit dat hij het kind dan maar in twee stukken moet snijden met een zwaard, dat is het eerlijkst. De list werkte: de echte moeder gaf aan het kind aan de ander te willen geven, de nepmoeder stemde in met het halveren van het kindje.

Slide 18 - Slide

een ongelovige Thomas iemand die anderen niet op hun woord gelooft – Johannes 20:29 (‘Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben.’)

Slide 19 - Slide

een rib uit je lijf iets kost je heel veel – naar de ‘rib van Adam’, waaruit God Eva maakte. 

Slide 20 - Slide

Abraham (of Sara) zien vijftig jaar worden. Deze betekenis komt uit Johannes 8:57, waar enkele Joden tegen Jezus zeggen: ‘Gij hebt nog geen vijftig jaren, en hebt Gij Abraham gezien?’.
zo arm als Job erg arm zijn – Bijbelboek Job.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Babylonische spraakverwarring je begrijpt elkaar niet – Genesis 11:7-9 (Men wilde een toren bouwen tot in de hemel. God wilde dat echter niet en zorgde ervoor dat iedereen een andere taal sprak. Hierdoor begreep men elkaar niet meer en kon men niet meer verder bouwen.)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

paard van Troje binnenhalen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Iemand in zijn achilleshiel raken.

Slide 27 - Slide

Wat:
Wie: Havo en vwo!
Maken:
H5 WS (blz. 144): Opdracht 2
Vwo ook: WS online H5 - opdracht 2

Hoe:
Alleen of samen met je buurman of buurvrouw. 

Klaar?
  • Iedereen: ga verder met H/V-boek opdracht 2 en 3 
  • VWO ook online opdracht 4




Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
20:00

Slide 28 - Slide






Je kunt:
  • uitdrukkingen uit handel en scheepvaart herkennen en begrijpen.
Extra voor vwo:
  • uitdrukkingen uit de Bijbel en mythologie herkennen en begrijpen.

Doel

Slide 29 - Slide

Huiswerk 
Donderdag 10 april
Iedereen:
H5 (blz. 144) WS: opdrachten 1 t/m 3

VWO
kopie (VWO-boek):
H5 WS: opdrachten 2 en 4






Slide 30 - Slide