§1 zn en lw

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* voorkennis ophalen
* theorie §2 zelfstandig naamwoord en lidwoord
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* zelfstandig naamwoorden herkennen.
* bepaalde en onbepaalde lidwoorden herkennen en benoemen.

timer
10:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* voorkennis ophalen
* theorie §2 zelfstandig naamwoord en lidwoord
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* zelfstandig naamwoorden herkennen.
* bepaalde en onbepaalde lidwoorden herkennen en benoemen.

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Grammatica
woordsoorten
en
zinsdelen

Wat is het verschil?
Waarom grammatica?

Slide 2 - Slide

Wat weet je van ...
  • lidwoorden?
  • zelfstandig naamwoorden?
timer
0:30

Slide 3 - Slide

Lidwoord (lw)
  • drie lidwoorden; de, het, een
  • hoort altijd voor een zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Slide

Bepaald en onbepaald lidwoord
Bepaald lidwoord (blw) = de en het

Onbepaald lidwoord (olw) = een

Slide 5 - Slide

Zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zelfstandig naamwoord (zn)
  • Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel.
  • Je kunt een zelfstandig naamwoord meestal in het meervoud zetten.
  • Je kunt er ook vaak een verkleinwoord van maken.
  • Je kunt er meestal een lidwoord voor zetten.
  • Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden. (zn-e)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Opdracht
Je krijgt een zoekplaat. Wat zie je? 

Schrijf in je schrift alle mensen, dieren, planten en dingen die je ziet. Schrijf ook het bijbehorende lidwoord erbij.
Bijvoorbeeld: de vogel of specifiek de meeuw

We bespreken na 10 minuten samen wat je gezien hebt.

timer
10:00

Slide 10 - Slide

Wat nu?
Grammatica §2  
We maken samen een deel van opdracht 1 en daarna ga je verder met opdracht 2 t/m 3. Je mag zachtjes overleggen.

Als je klaar bent, lees je de theorie van grammatica §4  en begin je met opdracht 1 van dat hoofdstuk.
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Schrijf op een blad
  1. Gedachte - lidwoord of zelfstandig naamwoord? (Dus lw of zn?)
  2. Het - onbepaald (olw) of bepaald lidwoord (blw)?
  3. Macbook - lw of zn of bn of ww?
  4. Leeuwarden - lw of zn of bn of ww?

Slide 12 - Slide

Schrijf op een blad
Ik kan een zelfstandig naamwoord herkennen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

Slide 13 - Slide

Schrijf op een blad
Ik kan een bepaald en onbepaald lidwoord herkennen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

Slide 14 - Slide

Hoe vind je dat je gewerkt hebt?
Teken een emoji.
timer
1:00

Slide 15 - Slide