Les 6: Stemmingsstoornissen




Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson




Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen

Slide 1 - Slide

Wat is een stemmingsstoornis?
  • Verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij de gemoedstoestand van de zv ziekelijk verstoord is of niet past bij de situatie waarin die zich bevindt.
  • Er is sprake van een stemmingsstoornis als een van deze emoties (verdriet, droefheid, vreugde, enthousiasme) heviger, langduriger en vooral anders van karakter zijn 

Slide 2 - Slide

Wanneer spreken we van een stemmingsstoornis?


Wanneer sombere of vrolijke perioden heviger en langdurig optreedt dan normaal en vooral anders van karakter

Vier stemmingsepisoden (episode = periode van verstoorde stemming)
  • Depressieve episode
  • Manische episode 
  • Hypomane episode 
  • Gemengde episode 

Slide 3 - Slide

Gevolgen op sociaal gebied
  • Verlies van (dierbare) contacten
  • Verstoorde stukgelopen relaties
  • Vereenzaming

Slide 4 - Slide

Verschillende stemmingsstoornissen
  • Depressieve stoornis
  • Bipolaire stoornis
  • Hypomane stemmingsstoornis
  • Dysthyme stoornis (een chronisch depressieve stemming)
  • Seizoensgebonden depressie
  • Postnatale depressie

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Kenmerken depressie

Sombere stemming , grote deel vd dag
duidelijke verminderde interesse of plezier
significant gewichtsverlies
Insomnia of hypersomnia 
verlies van energie
gevoelens van waardeloos zijn

Slide 7 - Slide

vervolg kenmerken depressie
verminderde concentratie
recidiverende gedachten over de dood
DSM 296.20-26
          296.30-36

Slide 8 - Slide

Oorzaken
  • Lichamelijke aandoeningen
  • Erfelijke factoren/bepaalde kwetsbaarheid
  • Voedingstekorten
  • Medicijnen
  • Belangrijke levensgebeurtenissen
          Ruzies
          Verhuizingen
          Ziektes
          Veranderende maatsch rol
          Verlies van dierbare
      

Slide 9 - Slide

Behandeling depressie
  • Medicijnen
  • Therapieën
  • Lichttherapie
  • Psychotherapie
  • Elektroconvulsietherapie
  • Slaapdeprivatie
  • Resocialisatieprogramma
  • Psycho educatie/ signaleringsplan

Slide 10 - Slide

medicatie anti depressiva 
Klassieke en lichte ,  amitriptyline /Tryptizol® of citalopram
bij start, 14 dagen klachten verergeren
6 weken tijd 


Slide 11 - Slide

Lichamelijk gebied
* Wees de startmotor
  • praat de cliënt uit bed
  • stimuleer hem zich te verzorgen en in beweging te komen
  • toon begrip voor het feit dat de cliënt het niet op kan brengen, maar ga hier niet in mee       
  • stel je rustig en geduldig maar wel vastberaden op
  • neem de ADL niet over als de cliënt dit zelf nog kan

Slide 12 - Slide

vervolg
* Handhaven van dag/nacht ritme
* Voldoende goede voeding (vezelrijk)
* Begeleiden bij gebruik van medicijnen (observeren) 

Slide 13 - Slide

Psychisch gebied
* Accepteren
* Veiligheid
* Vertrouwen /vertrouwensrelatie
* Angsten onderkennen gevoelens laten uitspreken; empathische houding
* Wees alert op tekenen van suïcidaliteit(ook medicatie inname)
* Voorlichting geven aan zorgvrager/ mantelzorg
* Veelvuldige, korte contacten

Slide 14 - Slide

Bipolaire stoornis
  • De stemming beweegt zich tussen 2 externe tegenpolen
        > Manie
        > Depressie


  • 250.000 mensen hebben dit in Nederland
  • Hoge mate van comorbiditeit met angsstoornissen en middelen misbuik
  • Eerste klacht tussen 16 en 26 jaar


Slide 15 - Slide

Bipolaire stoornis

Psychische aandoening met (hypo)manische en depressieve episodes, onderbroken door stabiele periode.






Uitersten in stemming en activiteit

Slide 16 - Slide

Kenmerken
  • De persoon heeft opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grootheidsideeën
  • Een afgenomen behoefte aan slaap
  • Spraakzamer dan gebruikelijk of heeft drang om te spreken.
  • Drukke, jagende gedachten
  • Gemakkelijker afgeleid dan gewoonlijk
  • De persoon onderneemt meer doelgerichte activiteiten (dit kan zowel sociaal, op het werk of op school, of seksueel zijn) of psychomotorische agitatie (lichamelijke rusteloosheid; iemand beweegt meer en onrustiger).
  • De persoon houdt zich overmatig bezig met aangename activiteiten waarbij een grote kans bestaat op pijnlijke gevolgen (bijvoorbeeld ongeremd koopwoede, seksuele indiscreties, of zakelijk onverstandige investeringen).
  • Duidelijke beperkingen op het gebied van werk, normale sociale activiteiten of relaties met anderen;
  • De manische periode maakt ziekenhuisopname noodzakelijk om schade voor zichzelf of anderen te voorkomen

Er kan sprake zijn van psychotische kenmerken

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Behandeling 
Medicijnen
  • lithium, valproaat, carbamazepine

psycho educatie
Counseling (korte begeleiding in het hier en nu)




Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Verpleegkunde/ verzorgende zorg
  • let op effecten van medicatie
  • let op vocht- en zout inname bij lithium (lithiumintoxicatie)
  • biedt een prikkelarme omgeving
  • neutrale en rustig sprekende toon
  • gebruik korte zinnen
  • wees duidelijk
  • herhaal
  • ga niet in discussie
  • behoed voor uitputting

Slide 21 - Slide

Conclusie 
Hypomaan, drukker, niet zo ernstig als manisch
Manisch, extreem druk, niet te corrigeren, opname
gemengde type , manie en depressie wisselen elkaar snel af

Slide 22 - Slide