Stemmingsstoornissen

Hoe is het met je?
😒🙁😐🙂😃
1 / 46
next
Slide 1: Poll
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoe is het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Wat is jouw doel vandaag?

Slide 2 - Mind map




Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen

Slide 3 - Slide

Wat is een stemmingsstoornis?

Slide 4 - Mind map

Wat is een stemmingsstoornis?
  • Verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij de gemoedstoestand van de zv ziekelijk verstoord is of niet past bij de situatie waarin die zich bevindt.
  • Er is sprake van een stemmingsstoornis als een van deze emoties (verdriet, droefheid, vreugde, enthousiasme) heviger, langduriger en vooral anders van karakter zijn 

Slide 5 - Slide

Wanneer spreken we van een stemmingsstoornis?


Wanneer sombere of vrolijke perioden heviger en langdurig optreedt dan normaal en vooral anders van karakter is

Vier stemmingsepisoden (episode = periode van verstoorde stemming)
  • Depressieve episode
  • Manische episode 
  • Hypomane episode 
  • Gemengde episode 

Slide 6 - Slide

Verschillende stemmingsstoornissen
  • Depressieve stoornis
  • Bipolaire stoornis
  • Hypomane stemmingsstoornis
  • Dysthyme stoornis (een chronisch depressieve stemming)
  • Seizoensgebonden depressie
  • Postnatale depressie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Gevolgen op sociaal gebied
  • Verlies van (dierbare) contacten
  • Verstoorde stukgelopen relaties
  • Vereenzaming

Slide 9 - Slide

Wat is een depressie
  • gedurende een langere periode een abnormale somberheid en/of een abnormale lusteloosheid
  • verlies van interesse of een onvermogen om ergens van te genieten

Slide 10 - Slide

Oorzaken
  • Lichamelijke aandoeningen
  • Erfelijke factoren/bepaalde kwetsbaarheid
  • Voedingstekorten
  • Medicijnen
  • Belangrijke levensgebeurtenissen
          Ruzies
          Verhuizingen
          Ziektes
          Veranderende maatsch rol
          Verlies van dierbare
      

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Lichamelijk gebied
* Wees de startmotor
  • praat de cliënt uit bed
  • stimuleer hem zich te verzorgen en in beweging te komen
  • toon begrip voor het feit dat de cliënt het niet op kan brengen, maar ga hier niet in mee       
  • stel je rustig en geduldig maar wel vastberaden op
  • neem de ADL niet over als de cliënt dit zelf nog kan

Slide 13 - Slide

vervolg
* Handhaven van dag/nacht ritme
* Voldoende goede voeding (vezelrijk)
* Begeleiden bij gebruik van medicijnen (observeren) 

Slide 14 - Slide

Psychisch gebied
* Accepteren
* Veiligheid
* Vertrouwen /vertrouwensrelatie
* Angsten onderkennen gevoelens laten uitspreken; empathische houding
* Wees alert op tekenen van suïcidaliteit (ook medicatie-inname)
* Voorlichting geven aan zorgvrager/ mantelzorg
* Veelvuldige, korte contacten

Slide 15 - Slide

Behandeling depressie
  • Medicijnen
  • Therapieën
  • Lichttherapie
  • Psychotherapie
  • Elektroconvulsietherapie
  • Slaapdeprivatie
  • Resocialisatieprogramma
  • Psycho educatie/ signaleringsplan

Slide 16 - Slide

Bipolaire stoornis
  • De stemming beweegt zich tussen 2 externe tegenpolen
        > Manie
        > Depressie


  • 250.000 mensen hebben dit in Nederland
  • Hoge mate van comorbiditeit met angsstoornissen en middelenmisbuik
  • Eerste klacht tussen 16 en 26 jaar


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Kenmerken Manie
  • De persoon heeft opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grootheidsideeën
  • Een afgenomen behoefte aan slaap
  • Spraakzamer dan gebruikelijk of heeft drang om te spreken.
  • Drukke, jagende gedachten
  • Gemakkelijker afgeleid dan gewoonlijk
  • De persoon onderneemt meer doelgerichte activiteiten (dit kan zowel sociaal, op het werk of op school, of seksueel zijn) of psychomotorische agitatie (lichamelijke rusteloosheid; iemand beweegt meer en onrustiger).
  • De persoon houdt zich overmatig bezig met aangename activiteiten waarbij een grote kans bestaat op pijnlijke gevolgen (bijvoorbeeld ongeremd koopwoede, seksuele indiscreties, of zakelijk onverstandige investeringen).
  • Duidelijke beperkingen op het gebied van werk, normale sociale activiteiten of relaties met anderen;
  • De manische periode maakt ziekenhuisopname noodzakelijk om schade voor zichzelf of anderen te voorkomen

Er kan sprake zijn van psychotische kenmerken

Slide 19 - Slide

Verpleegkunde/ verzorgende zorg
bij (hypo-)manie
  • let op effecten van medicatie
  • let op vocht- en zout inname bij lithium (lithiumintoxicatie)
  • biedt een prikkelarme omgeving
  • neutrale en rustig sprekende toon
  • gebruik korte zinnen
  • wees duidelijk
  • herhaal
  • ga niet in discussie
  • behoed voor uitputting

Slide 20 - Slide

Behandeling 
Medicijnen
  • Lithium, Valproïnezuur, Carbamazepine
    Zoek de werking en bijwerking van deze medicijnen op in apotheek.nl
  • Psycho-educatie (zoek op wat hier mee bedoeld wordt)
  • Counseling (korte begeleiding in het hier en nu)




Slide 21 - Slide

Dwangmaatregelen toepassen valt onder de wet
A
Wet BIG
B
WMO
C
Wvggz
D
Wzd

Slide 22 - Quiz

Depressie is een
A
Angststoornis
B
Persoonlijkheidsstoornis
C
Stemmingsstoornis
D
Eetstoornis

Slide 23 - Quiz

Depressie kan veroorzaakt worden door:
A
Erfelijke aanleg en hormonen
B
Ingrijpende gebeurtenis in het leven
C
Sommige ziektes en medicijnen
D
Alle bovenstaande

Slide 24 - Quiz

Iemand die manisch is heeft (een)
A
angststoornis
B
schizofrenie
C
stemmingsstoornis
D
persoonlijkheidsstoornis

Slide 25 - Quiz

Carbamazepine is....
A
een middel bij stemmingsstoornissen
B
een middel bij antipsychotica
C
een middel bij hypnotica

Slide 26 - Quiz

Wat is Lithium?
A
antipsychoticum
B
antidepressivicum
C
Angstremmer
D
Stemmingstabilisator

Slide 27 - Quiz

Bij Psycho-Educatie leer je omgaan met je eigen beperking door het aanleren van vaardigheden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz


Welke wet kom je tegen bij de gedwongen opname in de GGZ?
A
WvGGZ
B
Wet Zorg en Dwang
C
Wet BOPZ

Slide 29 - Quiz

Wat is een uiting van een depressie?
A
sombere stemming
B
toename van energie
C
euforie
D
ongeremde koopwoede

Slide 30 - Quiz

Wat vormt geen risico voor een lithiumvergiftiging?
A
braken
B
griep
C
koorts
D
migraine

Slide 31 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen bij het medicijn antidepressiva?
A
Vervlakking van emoties en vermindering van de zin in seks.
B
Maag- en darmklachten, als diarree en buikpijn.
C
Misselijkheid en hoofpijn

Slide 32 - Quiz

De WvGGZ beschermt de rechten van zorgvragers met dementie of een verstandelijke beperking
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Depressie is een veel voorkomende complicatie bij Parkinson
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

Schizofrenie is een stemmingsstoornis
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Waar moet je op letten als patiënten lithium slikken?
A
Of iemand genoeg drinkt.
B
Of iemand niet teveel afvalt.
C
Of iemand nog een goed stoelgang heeft.
D
Of iemand niet te veel aankomt.

Slide 36 - Quiz

Hans heeft nierfalen en krijgt lithium voorgeschreven van de psychiater. De apotheker zegt dat deze medicijnen gevaarlijk zijn voor Hans omdat deze zijn nieren ernstig kunnen beschadigen.
Er is in dit geval sprake van een ....
A
Contra - indicatie
B
Cumulatie
C
Interactie
D
Bijwerking

Slide 37 - Quiz

Wat zijn symptomen van een depressie
A
Verminderde eetlust en neerslachtigheid
B
Concentratieproblemen
C
Verlies van interesse en plezier
D
Alle bovenstaande symptomen

Slide 38 - Quiz

Wat zijn de symptomen van een bipolaire- stemmingsstoornis? (Kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
Het bestaat uit een manische periode en een depressieve periode
B
Vaak komt meteen na een manische periode een depressieve periode
C
Je bent continu slecht en hebt continu negatieve gedachtes
D
Een bipolaire stoornis begint vaak tussen het 15e en 30e levensjaar, maar kan ook op latere leeftijd beginnen

Slide 39 - Quiz

Een bipolaire stoornis begint vaak op een leeftijd tussen....
A
15-24 jaar
B
29-35 jaar
C
40-50 jaar
D
55-65 jaar

Slide 40 - Quiz

Wat zijn algemene bijwerkingen bij antidepressiva in het begin?
A
Ze werken pas na 4-6 weken.
B
Tijdelijk juist onrustiger of somber wordt.
C
Toename van angst en duizeligheid.
D
Heel soms worden gedachten aan de dood sterker.

Slide 41 - Quiz

Een ander woord voor bipolaire stoornis is
A
depressie
B
manie
C
manisch depressieve stoornis
D
obsessief convulsieve stoornis

Slide 42 - Quiz

uitingen van een manie
A
afvlakking emoties
B
geen zin om uit bed te komen
C
Alles moet volgens een bepaalde volgorde
D
euforie

Slide 43 - Quiz

24. Lithium is medicatie dat veel voorgeschreven wordt bij een bipolaire stoornis.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quiz

Wat voor een soort antidepressiva is Nortriptyline?
A
SSRI
B
TCA
C
MAO-remmer

Slide 45 - Quiz

Depresssie

ik kijk wel maar ik zie niets
de wereld is donker
de lichten gedoofd
ik luister wel maar hoor niets
de wereld is stil
geluiden verstomd
ik tast wel maar ik voel niets
de tastzin verkild
vingers verdoofd
alleen het hart klopt nog
de geest maalt
het bloed stroom

Slide 46 - Slide