Brandaan, Thema 3, les 1

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 7

Waar denk je aan bij 'het Christendom'?

Dit thema gaat over de tijd van monniken en ridders. Kijk op bladzijde 50 en 51 van je lesboek. Dit thema gaat vooral over...

1. monniken
2. ridders

Sleep de pijl naar het begin van deze tijd en de ster naar het einde van deze tijd. 

Vul het goede woord in de zin. Kies uit: Istanbul, Constantinopel, Rome, Turkije, het Romeinse Rijk

Voor de Romeinen was ...... het centrum van de wereld.

Vul het goede woord in de zin. Kies uit: Istanbul, Constantinopel, Rome, Turkije, het Romeinse Rijk

Maar keizer Constantijn wilde nog een hoofdstad. Dat werd .....

Vul het goede woord in de zin. Kies uit: Istanbul, Constantinopel, Rome, Turkije, het Romeinse Rijk

Die stad heet nu .....

Vul het goede woord in de zin. Kies uit: Istanbul, Constantinopel, Rome, Turkije, het Romeinse Rijk

Die stad ligt in ......

Vul het goede woord in de zin. Kies uit: Istanbul, Constantinopel, Rome, Turkije, het Romeinse Rijk
De Romeinen vochten tegen elkaar om de baas van ... te worden.

Waarom kwamen de Germaanse stammen naar het 

Romeinse Rijk? 

Sleep de goede antwoorden naar het groene bolletje.

Sleep de foute antwoorden naar het rode bolletje. 

grond

de Hunnen

veiligheid

spullen om te roven

Romeinse soldaten

Hoe kwam het dat onbekende stammen het Romeinse Rijk konden binnendringen en grond van de Romeinen konden veroveren?

Romulus Augustus was de laatste keizer van het Romeinse Rijk. Maar hij bestuurde het rijk niet zelf. Waarom niet?

Toen Augustulus keizer werd bestuurde zijn vader het Romeinse Rijk.

1. waar
2. niet waar

Odaoaker vermoordde Augulus om zelf aan de macht te komen.

1. waar
2. niet waar

Er waren geen soldaten meer in Rome en daarom trokken mensen daar weg.

1. waar
2. niet waar

In Rome zag je toen vooral arme mensen en rovers.

1. waar
2. niet waar

Kijk naar het Rijk van Karel de
Grote. Welke landen van nu
herken je erin?

Clovis geloofde eerst in Germaanse goden maar werd later Christen.

1. waar
2. niet waar

Karel de Grote was de zoon van Clovis.

1. waar
2. niet waar

Karel de Grote had get grootste rijk sinds de Romeinse tijd.

1. waar
2. niet waar

Hoe goed heb je deze les begrepen?

😒🙁😐🙂😃