P2: Les 4A - Eindopdracht

Abrahamitische Religies

Eindopdracht
Welkom bij geschiedenis!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Abrahamitische Religies

Eindopdracht
Welkom bij geschiedenis!

Slide 1 - Slide

Onze afspraken
  1. Binnen is beginnen. 
  2. Niets leren is geen optie. 
  3. Stoor anderen niet in hun leerproces
  4. Stel vragen
  5. Bij uitleg stil

Slide 2 - Slide

Lesplanning
  • Lesdoelen
  • Herhaling en vragen
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoel vragen
  • bespreken lesdoelen
Lesplanning en huiswerk

Lesdoelen en opdracht

Oefenvragen

Instructie
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Huiswerk

Maken:                            Eindopdracht
Leren:                              
Wanneer af:                  22 december


  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Lesdoelen

  • Je kan noemen uit welke onderdelen de eindopdracht bestaat
  • Je kan noemen wat je nodig hebt voor een voldoende
  • Je weet wat je precies in moet leveren.

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 5 - Slide

Hoe oud is het Jodendom nu?
A
3921 jaar
B
2921 jaar
C
1900 jaar
D
121 jaar

Slide 6 - Quiz

Het Christendom is ontstaan in?
A
Mesopotamië
B
Turkije
C
Palestina
D
Egypte

Slide 7 - Quiz

Israël werd gesticht in:
A
1945
B
1946
C
1947
D
1948

Slide 8 - Quiz

Jezus was...
A
christelijk
B
joods
C
islamitisch
D
boeddhistisch

Slide 9 - Quiz

Waardoor kon het christendom zich verspreiden in het Romeinse Rijk?
A
Veel mensen vonden het een goede godsdienst.
B
De keizer maakte het de verplichte godsdienst.
C
Er waren geen andere godsdiensten meer.
D
Het was toen stoer om christen te zijn.

Slide 10 - Quiz

Wie stelde het christendom in als staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk?
A
Constantijn de Grote
B
De Paus
C
Theodosius I
D
Jezus

Slide 11 - Quiz

Wat was een aanleiding voor de Romeinen om de christenen te vervolgen?
A
Niet aanbidden van Romeinse goden en keizers
B
De keizer geen belasting betalen
C
Christenen roddelden over de Romeinse keizer
D
Christenen woonden niet in het Romeinse Rijk

Slide 12 - Quiz

Wat was het doel van de kruistochten?
Waarom waren er kruistochten?
A
Om meer soldaten te vinden voor het Christendom.
B
Om Europa groter te maken.
C
Om de rijkdommen van Jeruzalem te stelen.
D
Om Jeruzalem te 'bevrijden' van de moslims.

Slide 13 - Quiz

Wat was de Reformatie?
A
Een vereniging van christelijke mensen
B
Beweging waarin mensen de rooms-katholieke kerk wilden hervormen
C
Godsdienst die uit protest werd opgericht
D
De opkomst van de stedelijke burgerij in de late middeleeuwen

Slide 14 - Quiz

Wat was de belangrijkste kritiek van Luther op de kerk?
A
De handel in aflaten
B
Het bestaan van de doop in de kerk
C
De beelden in kerken
D
Het idee van de heilige drie-eenheid

Slide 15 - Quiz

Wat vieren de Joden met Chanoeka?
A
De inwijding van de tempel
B
De Joodse overwinning op de Grieken
C
Beide antwoorden zijn fout
D
Beide antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quiz

Wat is de Holocaust
A
De gaskamers die in de concentratiekampen werden gebruikt
B
De massale moord op joden tijdens de WO2
C
Mensen die joden haten.
D
Een manier van Hitler om aan de macht te komen

Slide 17 - Quiz

Wat is het sociaal darwinisme?
A
Het idee dat de mens superieur is aan de andere organismes
B
Het idee dat door evolutie de blanke mens superieur is aan de andere 'rassen'
C
Het idee dat de blanke mens zich beter heeft aangepast aan zijn omgeving
D
Het idee dat alleen blanke mensen door evolueren, terwijl anderen dit niet meer doen

Slide 18 - Quiz


Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot

Slide 19 - Quiz

'Kalief' betekent...
A
Koning
B
Opvolger van Mohammed
C
Sjiitische geestelijke leider
D
Overgave aan de islam

Slide 20 - Quiz

wat zijn de grootste groeperingen binnen de Islam?
A
Soennieten en sjiiten
B
Salafisten en Soefisten
C
Soennieten en Salafisten
D
Alevieten en Sjiiten

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste tijdsvolgorde? A. Mohammed stierf B. In Mekka werd Mohammed tegengewerkt C. Mohammed trok naar Medina D. Mohammed werd heerser over een groot deel van Arabië
A
B, D, C, A
B
A, B, D, C
C
B, C, D, A
D
C, D, B, A

Slide 22 - Quiz

De islam is ontstaan in de
A
5e eeuw
B
6e eeuw
C
7e eeuw
D
8e eeuw

Slide 23 - Quiz

Welke onderdelen zijn er?
  • Het onderzoek
  • Het script
  • De documentaire
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 24 - Slide

Het onderzoek
  • Ontstaansgeschiedenis van de drie religies
  • Deelvragen
  • Bronvermelding
  1. De oorsprong
  2. De verspreiding
  3. Botsende werelden
 

De vragen:
Je verzint in totaal vier vragen aan de hand van je onderzoek. Deze (zelfde) vragen stel je aan alle drie de personen. Aan de hand van die vragen moet je als lezer/luisteraar van het interview echt iets te weten komen over de visie van deze persoon over de desbetreffende godsdienst. Het is verboden vragen te stellen die je kan opzoeken.

+ VWO
Je stelt als vwo-er een extra slotvraag waarin je ingaat op een nieuwsbericht uit de afgelopen 3 maanden (voeg deze bij je interview. Wat vindt de persoon die je interviewt van een recent nieuwsbericht en hoe heeft de religie er mee te maken? 
 
C. Conclusie
Conclusie: de overeenkomsten en verschillen
In dit onderdeel kijk je terug op jouw onderzoek en maak je een vergelijking tussen de drie religies. Doe dit op een zo uitgebreid mogelijke manier. Denk aan antwoorden op vragen als:
Wat zijn de overeenkomsten tussen de religies?
Wat zijn de verschillen tussen de religies?
Hoe kijken gelovigen naar religie tegenwoordig?
Hoe beleven jouw geïnterviewde personen hun geloof?
 
D. Overig
Bronvermelding
Elke bron die je gebruikt (boek, persoon, website, etc.) moet je in je opdracht vermelden. Per gebruikte bron schrijf je de volgende gegevens op:
- Titel boek/artikel
- Voornaam schrijver
- Achternaam schrijver
- Wanneer de bron is uitgegeven
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 25 - Slide

Interviews
  • Vragen voor alle religies het zelfde
  • Niet op te zoeken vragen


De onderwerpen:
  1. Belijdenis
  2. Andere religies
  3. De religie in de maatschappij
  4. VWO: recent nieuwsbericht en hoe heeft de religie er mee te maken? 
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 26 - Slide

Script
  • Wat ga je wanneer zeggen?
  • Goed indelen 
  1. inleiding
  2. middenstuk en 
  3. conclusie 
  • verschillende scènes 
  • Vertel een (chrono)logisch verhaal
  • Zorg ervoor dat het GOED (hardop) klinkt
  • Houd het kort (maximaal 15 a 20 minuten)
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 27 - Slide

De conclusie
  1. Wat zijn de overeenkomsten tussen de religies?
  2. Wat zijn de verschillen tussen de religies?
  3. Hoe kijken gelovigen naar religie tegenwoordig?
  4. Hoe beleven jouw geïnterviewde personen hun geloof?
 

De vragen:
Je verzint in totaal vier vragen aan de hand van je onderzoek. Deze (zelfde) vragen stel je aan alle drie de personen. Aan de hand van die vragen moet je als lezer/luisteraar van het interview echt iets te weten komen over de visie van deze persoon over de desbetreffende godsdienst. Het is verboden vragen te stellen die je kan opzoeken.

+ VWO
Je stelt als vwo-er een extra slotvraag waarin je ingaat op een nieuwsbericht uit de afgelopen 3 maanden (voeg deze bij je interview. Wat vindt de persoon die je interviewt van een recent nieuwsbericht en hoe heeft de religie er mee te maken? 
 
C. Conclusie
Conclusie: de overeenkomsten en verschillen
In dit onderdeel kijk je terug op jouw onderzoek en maak je een vergelijking tussen de drie religies. Doe dit op een zo uitgebreid mogelijke manier. Denk aan antwoorden op vragen als:
Wat zijn de overeenkomsten tussen de religies?
Wat zijn de verschillen tussen de religies?
Hoe kijken gelovigen naar religie tegenwoordig?
Hoe beleven jouw geïnterviewde personen hun geloof?
 
D. Overig
Bronvermelding
Elke bron die je gebruikt (boek, persoon, website, etc.) moet je in je opdracht vermelden. Per gebruikte bron schrijf je de volgende gegevens op:
- Titel boek/artikel
- Voornaam schrijver
- Achternaam schrijver
- Wanneer de bron is uitgegeven
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 28 - Slide

Opdracht(en)

  • Bekijk de rubric in Google Classroom
  • Ga verder met de eindopdracht
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 29 - Slide

Huiswerk

Maken:                            Eindopdracht
Leren:                              
Wanneer af:                  22 december


  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 30 - Slide

Lesdoelen-Check

Slide 31 - Slide

Lesdoelen

  • Je kan noemen uit welke onderdelen de eindopdracht bestaat
  • Je kan noemen wat je nodig hebt voor een voldoende
  • Je weet wat je precies in moet leveren.


  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 32 - Slide