Toch vind ik kleine beestjes lief > les 2 > groep 6/7/8

Toch vind ik kleine beestjes lief
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LezenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toch vind ik kleine beestjes lief

Slide 1 - Slide

Les 2: Hoe wordt het in de tekst gezegd?  

Slide 2 - Slide

Leesdoel
Ik kan uitleggen wat de schrijver bedoelt met de beeldspraak die in het verhaal voorkomt, zoals kleine beestjes en eilandjes. 

Slide 3 - Slide

Belangrijkste tekstgerichte vragen

  • Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven? 
  • Wat bedoelt de schrijver met de beeldspraak in de tekst: kleine beestjes, jas, eilandjes, stokjes en voorvinnen? 

Slide 4 - Slide

Start
Beeldspraak = figuurlijk taalgebruik. 
Er wordt iets anders bedoeld dan dat er gezegd wordt. 
Leerkracht leest stukje voor. 

Slide 5 - Slide

Vraag

Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven? 

Slide 6 - Slide

Antwoord
Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven? 

Vanuit het perspectief van de walvis. 

Slide 7 - Slide

Beeldspraak
  • Wie zouden bedoeld worden met kleine beestjes? (tip: bekijk ook het schilderij)

Slide 8 - Slide

Beeldspraak
Beeldspraak
Betekenis
kleine beestjes

Slide 9 - Slide

Beeldspraak
Beeldspraak
Betekenis
kleine beestjes
mensen

Slide 10 - Slide

Beeldspraak
Beeldspraak
Betekenis
kleine beestjes
mensen
jas

Slide 11 - Slide

Beeldspraak
Beeldspraak
Betekenis
kleine beestjes
mensen
jas
huid van de walvis

Slide 12 - Slide

Beeldspraak
Beeldspraak
Betekenis
kleine beestjes
mensen
jas
huid van de walvis
eilandjes

Slide 13 - Slide

Beeldspraak
Beeldspraak
Betekenis
kleine beestjes
mensen
jas
huid van de walvis
eilandjes

Slide 14 - Slide

Beeldspraak
Beeldspraak
Betekenis
kleine beestjes
mensen
jas
huid van de walvis
eilandjes
stokje
voorvinnen

Slide 15 - Slide

Beeldspraak
Beeldspraak
Betekenis
kleine beestjes
mensen
jas
huid van de walvis
eilandjes
boot
stokje
speer/ harpoen
voorvinnen
armen

Slide 16 - Slide

Afsluiting
Leesdoel: 
Ik kan uitleggen wat de schrijver bedoelt met de beeldspraak die in het verhaal voorkomt, zoals kleine beestjes en eilandjes. 

Slide 17 - Slide

Werkvorm 
Mix en ruil

Slide 18 - Slide

Afsluiting
Wat vinden jullie van de beeldspraak die de schrijver gebruikt? 

Slide 19 - Slide

Bedankt voor je inzet in de les.

Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Lever je tekst + werkblad in
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 20 - Slide