Ik zag toen dat daar een man ten behoeve van publiek als
straatartiest optrad op een door de burgemeester in het belang
van de openbare orde, de openbare veiligheid, de
volksgezondheid en het milieu aangewezen openbare plaats waar
dit verboden is zonder ontheffing.
Ik zag namelijk dat daar een man op straat liep en ik zag dat hij
voor het publiek jongleerde met vier tennisballen. Ik zag dat een
voorbijganger geld gaf aan de straatartiest. Mij was ambtshalve bekend dat het Examenplein door de
burgemeester is aangewezen als openbare plaats waar het
verboden is om zonder ontheffing als straatartiest op te treden.
Ik vroeg aan deze man of hij beschikte over een ontheffing van de
burgemeester om als straatartiest op te treden. Ik hoorde dat de
man tegen mij zei: “Nee, die ontheffing heb ik niet.”
Hierop hield ik man als verdachte staande.
Ik controleerde bij de gemeente Amersfoort of aan de verdachte
een dergelijke ontheffing was afgegeven. Daar werd mij verteld
dat dit niet het geval was