4.1 fictie les 1

Wat gaan we doen?

  • start hoofdstuk 4.1 Fictie
  • herhalen Fictie uit eerdere hoofdstukken 
  • aan de slag
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?

  • start hoofdstuk 4.1 Fictie
  • herhalen Fictie uit eerdere hoofdstukken 
  • aan de slag

Slide 1 - Slide

4.1 gaat over spanningsvragen. 
We gaan eerst een fragment bekijken... 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat vind je van het filmfragment wat je net hebt gezien?

Slide 4 - Open question

Houd je van films kijken?
010

Slide 5 - Poll

Noem een boek of film die je spannend vond.

Slide 6 - Open question

Naar wat voor type films kijk jij graag?

Slide 7 - Poll

Wat maakt een boek/film spannend?

Slide 8 - Mind map

Spanning
Een verhaal is spannend als je steeds verder wilt lezen. Spanning ontstaat doordat het verhaal
vragen bij je oproept over de afloop van een gebeurtenis, of over de afloop van het hele verhaal.
Zulke vragen noemen we spanningsvragen. Als je een antwoord wilt op die vragen, móét je wel
doorlezen.

Voorbeelden van spanningsvragen zijn:
• Mag de hoofdpersoon meespelen in het nationale jeugdteam?
• Lukt het de hoofdpersoon om achter het geheim van zijn beste vriend te komen?
• Zal het wel goed aflopen met de hoofdpersoon nu hij in zo’n gevaarlijke situatie zit?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoe noem je het wanneer op het spannendste stukje van het verhaal gestopt wordt?

Slide 11 - Open question

En dan nog even dit: 
In de methode wordt gesproken over chronologisch. 

Hiermee bedoelen ze dat een verhaal wordt verteld zoals het zich afspeelt, dus van het begin tot het einde. Zonder flash backs. 

Slide 12 - Slide

Aan de slag!

4.1 opdracht 1 t/m 5

Klaar? 

timer
1:00

Slide 13 - Slide