H4/V4 algemeen + Lekker eng

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,4

Waar of niet waar: De hoofdgedachte van een tekst is altijd een mededelende zin.

Welke twee functies heeft de inleiding van een tekst?

Welke tekststructuur past bij een middenstuk waarin positieve en negatieve kanten van het onderwerp aan de orde komen?

Signaalwoorden van tegenstelling

Signaalwoorden van opsomming

Signaalwoorden van chronologie

Signaalwoorden van voorbeeld/

toelichting

maar

ook

ten eerste

toch

echter

en

bovendien

zoals

bijvoorbeeld

toen

als eerste

ten slotte

evenwel

Ik haat huiswerk maken,
maar deze opdracht was wel leuk.

1. redengevend verband
2. toegevend verband
3. voorwaardelijk tekstverband
4. doel-middelverband

Oorzakelijk tekstverband

Voorwaardelijk tekstverband

Vergelijkend tekstverband

Toelichtend tekstverband

Hij is net zo lief als zijn oudere zus.

Als gevolg van de toenemende besmettingen moeten we de klas in quarantaine plaatsen.

Als jij nu je huiswerk afmaakt, dan mag je daarna gamen.

Laat je testen bij klachten als hoofdpijn en keelpijn.

Ik kan me niet goed concentreren,
omdat ik naast deze kinderen zit.

1. concluderend tekstverband
2. samenvattend tekstverband
3. voorwaardelijk tekstverband
4. redengevend tekstverband

Ik heb veel meer mondkapjes dan zijn oma.

1. redengevend verband
2. opsommend verband
3. vergelijkend tekstverband
4. doel-middelverband

Om een broodje te kopen, moet ik hard werken.

1. redengevend verband
2. voorwaardelijk verband
3. vergelijkend tekstverband
4. doel-middelverband

Ik ga pas gamen als ik mijn huiswerk af heb.

1. redengevend verband
2. voorwaardelijk verband
3. vergelijkend tekstverband
4. doel-middelverband

Ik ben bezig met mijn project,
want ik wil dat af hebben.

1. redengevend verband
2. voorwaardelijk verband
3. vergelijkend tekstverband
4. doel-middelverband

Doordat er weer meer coronabesmettingen zijn, wordt het schrijversbezoek afgelast.

1. redengevend verband
2. voorwaardelijk verband
3. oorzakelijk tekstverband
4. tegenstellend verband

Noteer een negatief geformuleerd standpunt bij het onderwerp dierentuinen.

Dit filmpje is bedoeld voor ouderen die niet goed weten hoe een ov werkt. Geef aan waaruit je dat kunt opmaken.

Lees de tekst op Classroom.

• Lees de tekst in groepjes van vijf personen.
• Stop na iedere alinea even met lezen om samen te
    bedenken wat de schrijver nu eigenlijk zegt.
• Beantwoord daarna de vragen in deze Lesson Up
    individueel.

Op welke manier trekt de schrijver de aandacht?

1. De schrijver beschrijft de voorgeschiedenis.
2. De schrijver geeft een aantrekkelijk voorbeeld.
3. De schrijver geeft het belang voor het publiek aan.
4. De schrijver verwijst naar de actualiteit.

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. angstige situaties
2. enge films
3. (genieten van) spanning
4. horrorhaters en horrorliefhebbers

Op welke manier wordt het onderwerp van de tekst geïntroduceerd?

1. Er worden een of meer vragen gesteld.
2. Er wordt een mening (standpunt) geformuleerd.
3. Er wordt een probleem geschetst.
4. Dit antwoord is fout.

Tekst 1 kan na de inleiding worden onderverdeeld in vijf opeenvolgende delen, die van de volgende kopjes kunnen worden voorzien: 

 Deel 1: Vanwege de goede afloop

 Deel 2: Omdat spanning leuk is

 Deel 3: Om onze mannelijkheid en vrouwelijkheid te bewijzen

 Deel 4: Om de ervaring

 Deel 5: Om ervan te leren

Bij welke alinea begint deel 1 Vanwege de goede afloop?

1. alinea 3
2. alinea 4
3. alinea 5
4. alinea 6

Bij welke alinea begint deel 2 Omdat spanning leuk is?

1. alinea 4
2. alinea 5
3. alinea 6
4. alinea 7

Bij welke alinea begint deel 3 Om onze mannelijkheid en vrouwelijkheid te bewijzen?

1. alinea 8
2. alinea 9
3. alinea 10
4. alinea 11

Noteer de eerste twee en laatste twee woorden van de kernzin van alinea 6.

Alinea 9 heeft geen kernzin. Formuleer een zin die als kernzin zou kunnen dienen.

Waarmee eindigt de tekst?

1. met de conclusie dat horror interessant, leerzaam en gelukkigmakend is
2. met de verwachting dat minder vrouwen slachtoffer van een misdrijf zullen worden
3. met een advies waarmee een horrorliefhebber zijn voorkeur kan verdedigen
4. met een samenvatting van verklaringen voor iemands voorliefde voor horror

Met welk doel heeft de schrijver deze tekst geschreven?

1. informeren
2. amuseren
3. overtuigen
4. opiniëren/beschouwen

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

1. De meeste mensen vinden het vooral leuk om met anderen naar enge films te kijken, omdat ze dan de kans kunnen aangrijpen om hun traditionele rollen aan te nemen.
2. We houden van enge films en boeken vanwege de goede afloop, om lekker te griezelen, om onze traditionele rol te spelen, om ervaring op te doen en om ervan te leren.
3. Horrorliefhebbers genieten – als echte sensation seekers – het meest tijdens de engste momenten van een film, terwijl de horrorhaters zich op die momenten zitten op te vreten.
4. Met een spannend boek of enge film kunnen we emoties als angst en walging onderzoeken, en kijken hoeveel we kunnen hebben zonder dat het negatieve consequenties heeft.

Deze tekst is bedoeld voor een hoger opgeleid, volwassen publiek. Noteer een kenmerk waaraan je dat ziet.