oefenvragen 3000 v CHr - 1700

Oefenen met Toetsvragen
Je hebt nodig:
oortjes
Je mag niet:
andere websites of programma's gebruiken dan deze Lesson up
1 / 21
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefenen met Toetsvragen
Je hebt nodig:
oortjes
Je mag niet:
andere websites of programma's gebruiken dan deze Lesson up

Slide 1 - Slide

TIPS
Lees de vraag goed, beluister eventueel bronnen nog een keer.
Geef je antwoord bondig, maar wel in hele zinnen.
Benoem bij een vergelijking beide onderdelen.
Stel jezelf vragen als: omdat? want? dus daardoor?

Slide 2 - Slide

Sprezzatura
‘Sprezzatura’ is een term uit de Renaissance en werd door Baldassar Castiglione
(1478-1529) geïntroduceerd in zijn boek “Il libro del Cortegiano”, het handboek
van de Hoveling, Venetië, 1528.
Sprezzatura is onlosmakelijk verbonden met het gedrag van iemand die zich de
regels van de levenskunst heeft eigen gemaakt.

Slide 3 - Slide


Leg uit wat ‘sprezzatura’ betekent.

Slide 4 - Open question

Noem twee eisen waaraan de ideale hoveling volgens Castiglione
moest voldoen.

Slide 5 - Open question

Theatro Olympico
Op de afbeelding is het Theatro Olympico in Vicenza (Italie) te zien. Het is in
1580 gebouwd en ontworpen door Andrea Palladio. Dit theater bestaat nog
steeds en is helemaal gebaseerd op hoe men in die tijd dacht dat Romeinse
(openlucht) theaters er uit moeten hebben gezien.

Slide 6 - Slide

Noem minimaal 2 kenmerken van het klassieke theater in dit theater.

Slide 7 - Open question

David
De David van Michelangelo (1475 –1564) op de linker afbeelding is één van de bekendste beeldhouwwerken in de kunstgeschiedenis.Het monumentale standbeeld is gemaakt tussen 1501 en 1504 ten tijden vande Hoog-Renaissance in Florence.De David van Bernini (1589 –1680) op de rechter afbeelding is een beeld gemaakt door de Italiaanse beeldhouwer Bernini. Het beeld is gemaakt in opdracht van kardinaal Scipio in 1623. Het beeld stelt David voor die de reus Goliath aanvalt met een slinger.
Michelangelo
Bernini

Slide 8 - Slide

 De David van Michelangelo is een beeld uit de Renaissance. De David van Bernini is een beeld uit de Barok. 

Noem 2 vormaspecten waardoor beeld 1 teruggrijpt naar de klassieken.

Slide 9 - Slide

Noem 2 vormaspecten waardoor beeld 1 teruggrijpt naar de klassieken.

Slide 10 - Open question

Noem 2 vormaspecten waarin de twee beelden verschillen. Welk effect heeft dit voor beeld 2?

Slide 11 - Open question

Versailles
Hier links zie je de spiegelzaal van Versailles. Dit is de centrale ruimte waarin paleis en tuin elkaar ontmoeten en waarin de opkomende zon 's ochtends naar binnen schijnt. door de toepassing van spiegels en glas wordt deze ruimte nog indrukwekkender dan ze al is.

Slide 12 - Slide

Leg aan de hand van twee eigenschappen van spiegels en glas uit hoe dit komt.

Slide 13 - Open question

De academie van dans werd opgericht in 1661 door Lodewijk XIV. Noem 1 reden waarom.

Slide 14 - Open question

Noem 1 ontwikkeling in de danskunst die door deze oprichting werd bevorderd.

Slide 15 - Open question

In het midden van de middeleeuwen was de vorm EN de voorstelling van het theater en de muziek heel anders ten opzichte van die uit de klassieke oudheid. Leg uit.

Slide 16 - Open question

Aan het begin van de 15 eeuw is Rome
A
rijk en oppermachtig
B
in verval geraakt

Slide 17 - Quiz

Humanisten zien de Middeleeuwen als...
A
een bron van inspiratie
B
een periode die gauw vergeten moet worden
C
de bron van al het kwaad in de wereld
D
een en al gezelligheid

Slide 18 - Quiz

Streven naar schoonheid in de Renaissance door
A
wiskundige verhoudingen
B
symmetrie
C
op de natuur gebaseerde verhoudingen (gulden snede)
D
A, B en C

Slide 19 - Quiz

Bestudeer het schema hiernaast.

Beluister het fragment.

Maak de vragen op de volgende slide:
Tomas Luis de Victoria: Sanctus

Slide 20 - Slide

Welke muzikale aspecten / principes vallen je het meest op (1 uit elke kolom)? Licht je keuzes toe.

Slide 21 - Open question