PBGZ toets 1 niv. 4

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 4

Welke uitspraken over begeleiden bij activiteiten zijn juist? Er zijn meer antwoorden goed.

1. Arbeidsmatige activiteiten zijn bedoeld om geld (inkomsten) op te brengen.
2. Beheertaken zoals het beheer van voorraden van gebruiks- en spelmaterialen, kunnen onderdeel zijn van het werk van een persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg.
3. Cliënten met een zeer ernstige verstandelijke beperking nemen vooral waar wat ze lichaamsgebonden ervaren. Denk aan knuffelen, aaien, sabbelen en eten.
4. Dagbestedingsactiviteiten zijn gericht op het behouden van vaardigheden of het remmen van achteruitgang.

Kruis aan of de stelling juist of onjuist is
Bij een conflict tussen ouders en partijen, zoals een voogd of zorgkantoor, kun je als begeleider gehandicaptenzorg de ouders ontlasten door zelf in gesprek te gaan met de voogd of het zorgkantoor.

1. Juist
2. Onjuist

Kruis aan of de stelling juist of onjuist is

Familieparticipatie wil zeggen dat ouders – of andere familie – mede zorg dragen voor de verzorging, begeleiding en/of opvoeding van hun familielid met een beperking.

1. Juist
2. Onjuist

Kruis aan of de stelling juist of onjuist is

De persoonlijk begeleider (pb’er) is de contactpersoon voor de ouders (familie) van de cliënt. Ouders (familie) hebben zelf geen contact met andere begeleiders.

1. Juist
2. Onjuist

Kruis aan of de stelling juist of onjuist is.

Bij het syndroom van Down is er sprake van een combinatie van een verstandelijke beperking en lichamelijke symptomen.

1. Juist
2. Onjuist

Kruis aan of de stelling juist of onjuist is.

In de baby- en peuterleeftijd valt een lichte verstandelijke beperking nog niet zo op.

1. Juist
2. Onjuist

Kruis aan of de stelling juist of onjuist is.
Mensen met een matige verstandelijke beperking redden zich meestal goed in de maatschappij. Zij hebben in principe geen ondersteuning nodig en kunnen goed zelfstandig wonen.

1. Juist
2. Onjuist

Kruis aan of de stelling juist of onjuist is.
Mensen met een lichte verstandelijke beperking kunnen verantwoordelijkheid op zich nemen en plannen maken.

1. Juist
2. Onjuist

Welke uitspraken over iemand met een zeer ernstige verstandelijke beperking zijn juist?

Er zijn meer antwoorden goed.

1. Met de juiste begeleiding is ook voor een cliënt met een ernstige verstandelijke beperking ontwikkeling tot enige zelfredzaamheid mogelijk.
2. Drie syndromen die een (zeer) ernstige verstandelijke beperking tot gevolg hebben en die geregeld voorkomen, zijn het syndroom van Down, het FAS-syndroom en het syndroom van Prader-Willi.
3. Om contact te maken met een cliënt met een zeer ernstige verstandelijke beperking kun je het best lichamelijk contact maken. Met verbale communicatie bereik je veel minder.
4. Mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking zijn aangewezen op volledige verzorging en begeleiding door anderen.

Welk begrip hoort erbij

Roodheid en wondjes aan de huid die het gevolg zijn van doorliggen

1. obstipatie
2. rumineren
3. decubitus
4. incontinentie

Welk begrip hoort erbij

een verstopping van de darmen waardoor de ontlasting harder is

1. obstipatie
2. rumineren
3. decubitus
4. incontinentie

Welk begrip hoort erbij

Moedwillig ophalen van (gedeeltelijk) onverteerd voedsel uit de maag door het omkeren van de peristaltiek van de slokdarm, om dit vervolgens te herkauwen of uit te spugen

1. obstipatie
2. rumineren
3. decubitus
4. incontinentie

Welk begrip hoort erbij

Het onvermogen om de urine en/of ontlasting op te houden

1. obstipatie
2. rumineren
3. decubitus
4. incontinentie

Welke stelling is niet juist?

1. Door de vertraagde ontwikkeling hebben veel volwassenen met een verstandelijke beperking nog groeimogelijkheden in zich.
2. Overbescherming door ouders staat niet alleen zelfstandigheid van jongeren met een beperking in de weg. Het kan ook probleemgedrag veroorzaken.
3. Mensen met een verstandelijke beperking worden plotseling oud. Ouderdomsziekten worden echter vaak aangezien voor een terugval in de ontwikkeling.
4. De ontwikkeling in de puberteit is gewoonlijk gericht op zelfstandig worden en loskomen van de ouders.

Welk begrip hoort hier?

Een ernstige psychiatrische toestand waarbij iemand de wereld anders waarneemt dan die werkelijk is en de greep op zichzelf heeft verloren, is ____

1. Schizofrenie
2. Psychose
3. Bipolaire stoornis
4. Een fobie

Welk begrip hoort hier?

_____ is een ernstige psychiatrische ziekte, waarbij kenmerkend is de duidelijke verslechtering in het sociale, verstandelijke en verbale functioneren.

1. Schizofrenie
2. Psychose
3. Bipolaire stoornis
4. Een fobie

Welk begrip hoort hier?

is een aandoening waarbij manische en depressieve perioden afwisselend optreden. Niet alleen de stemming maar ook het energieniveau schommelt tussen twee uitersten.

1. Schizofrenie
2. een obsessieve-compulsieve stoornis
3. Bipolaire stoornis
4. een hechtingsstoornis

Welk begrip hoort hier?

Bij ______ denkt de betrokkene steeds aan iets terwijl hij dat niet wil, of moet de betrokkene steeds iets doen terwijl hij dat niet wil.

1. een hechtingsstoornis
2. een obsessieve-compulsieve stoornis
3. Schizofrenie
4. Bipolaire stoornis

Kies het juiste woord

Een aangeboren afwijking waarbij de wervelkolom niet geheel gesloten is rondom het ruggenmerg, is een dwarslaesie / spina bifida.

1. een dwarslaesie
2. spina bifida

Tjeerd werkt als begeleider gehandicaptenzorg met cliënten met een verstandelijke beperking. Bij een van de cliënten, Renske, wordt gewerkt aan de zelfredzaamheid. Ze leert koffie zetten met een Senseo-apparaat. Gisteren heeft Renske geleerd hoe ze de koffiepads in het apparaat moet doen. Vandaag leert ze om het reservoir te vullen met water. Ze moet leren om koud water te gebruiken en om goed te kijken naar het streepje en daar niet overheen te gaan.

Welke ondersteuningsmethodiek gebruikt Tjeerd?

1. gedragsverandering
2. ontwikkelingsstimulering
3. therapeutisch: verhelpen probleemgedrag
4. vaardigheidstraining

Linda werkt als begeleider gehandicaptenzorg in de dagbesteding met mensen met een verstandelijke beperking. Een van de cliënten, Freek, is slechthorend en heeft een hoortoestel. Linda zorgt ervoor dat Freek tijdens de uitleg naast haar zit, zo kan ze de uitleg zo nu en dan tegen hem herhalen. Als iedereen daarna aan de slag gaat, ziet Linda dat Freek niets doet. Ze zegt dat hij ook zijn spullen moet pakken. Maar hij reageert niet.


Welke tips kun je Linda in deze situatie geven? Er zijn meer antwoorden goed.

1. Als je de aandacht van Freek wilt, noem dan eerst zijn naam of raak hem even aan, dan weet hij dat hij moet luisteren en je moet aankijken.
2. Ga niet naast, maar tegenover Freek zitten. Kijk hem aan als je tegen hem spreekt. Hij kan dan gemakkelijker liplezen.
3. Praat extra hard, dan versterkt het hoortoestel het geluid van je stem.
4. Spreek duidelijk met overdreven bewegingen van de mond. Dat is gemakkelijker als Freek wil liplezen.

Is de uitspraak juist of onjuist?

Als een slechtziende of blinde cliënt wil gaan zitten, laat hem dan de stoel betasten. In veel gevallen kan hij dan zelfstandig gaan zitten.

1. Juist
2. Onjuist

Bij plaatsing in een woongroep wordt erop gelet dat cliënten bij elkaar passen, wat betreft hun ondersteuningsbehoefte en het leefklimaat dat zij nodig hebben. Toch worden groepen niet altijd homogeen, maar soms juist heterogeen samengesteld.
Noem een voordeel van heterogeen samengestelde groepen.

Bij plaatsing in een woongroep wordt erop gelet dat cliënten bij elkaar passen, wat betreft hun ondersteuningsbehoefte en het leefklimaat dat zij nodig hebben. Toch worden groepen niet altijd homogeen, maar soms juist heterogeen samengesteld.
Noem een aandachtspunt bij de samenstelling van heterogene groepen

Er zijn verschillende mogelijkheden om het sociale netwerk van een cliënt met een matige verstandelijke beperking te vergroten.
Noteer er drie.