Beeldspraak zijn woorden die je niet letterlijk moet opvatten. Beeldspraak wordt gebruikt om een gedicht levendiger te maken of duidelijker, sterker.
Er zijn twee soorten beeldspraak:
Metafoor: het beeld berust op een vergelijking of overeenkomst.
- Met als: hij is zo ziek als een hond (vergelijking)
- Zonder als: een snoepje van een baby
- Alleen beeld blijft over: het is hier net een zwijnenstal
- Personificatie: abstracte of levenloze dingen worden voorgesteld als mensen: de wind fluistert/huilt