This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Oefentoets H4 Warmte
Slide 1 - Slide
Welke begrippen zitten er in dit hoofdstuk?
Slide 2 - Mind map
Is de zon een warmtebron?
A
Niet waar
B
Wel waar
Slide 3 - Quiz
Warmtebron : Welk toestel hoort niet in onderstaande rijtje thuis
A
Koffiezet apparaat
B
Waterkoker
C
Open haard
D
Elektrische kachel
Slide 4 - Quiz
Als hout wordt verbrand?
A
Warmte omgezet in chemische energie
B
Chemische energie omgezet in licht
C
Warmte omgezet in licht
D
Chemische energie omgezet in warmte
Slide 5 - Quiz
Welke soort energie wordt door dit apparaat omgezet?
A
warmte
B
elektrische energie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie
Slide 6 - Quiz
aardolie, steenkool en aardgas zijn energiebronnen met:
A
Chemische energie
B
Zonne-energie
C
Bewegings energie
D
Duurzame energie
Slide 7 - Quiz
Welke energie omzetting vind hier plaats?
A
Chemische energie naar stralingsenergie
B
Chemische energie naar warmte
C
Chemische naar bewegingsenergie
D
Elektrische energie naar warmte
Slide 8 - Quiz
A
Chemische energie
B
Stralingsenergie
C
Elektrische energie
Slide 9 - Quiz
Wat heb je NIET nodig voor verbranding?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Ontbrandings-temperatuur
D
Brandstof
Slide 10 - Quiz
In Hoofdstuk 4 over warmte is een CV - ketel een ketel voor... ?
A
de centrale verwarming
B
de gas voorziening
C
de watervoorziening
D
de elektriciteit voorziening
Slide 11 - Quiz
De radiator geeft warmte af door...
A
Straling
B
Stroming
C
Straling en stroming
D
Straling, stroming en geleiding
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Stroming vs. Straling
vs. Geleiding
Slide 15 - Slide
BRAND!
Slide 16 - Slide
Temperatuur wordt in Nederland vooral gemeten in...?
A
Fahrenheit
B
Kelvin
C
Celcius
D
Graden
Slide 17 - Quiz
Vormen van warmte transport Welk antwoord hoort niet thuis in het rijtje?
A
Straling
B
Stijging
C
Geleiding
D
Stroming
Slide 18 - Quiz
De Zon brengt warmte naar de aarde door..?
A
Geleiding
B
Straling
C
Stroming
Slide 19 - Quiz
Wat is onvolledige verbranding? Een verbranding met ........ zuurstof
A
Te veel
B
Te weinig
C
Geen
D
Geen idee
Slide 20 - Quiz
Wat is volledige verbranding Een verbranding met ........ zuurstof
A
genoeg
B
te weinig
C
geen
D
speciale
Slide 21 - Quiz
Bij volledige verbranding ontstaat:
A
Zuurstof en brandstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide en waterdamp
D
Vuur en rook
Slide 22 - Quiz
Welke vlam laat een volledige verbranding zien?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 23 - Quiz
Wat is een gevaar bij onvolledige verbranding?
A
Koolstofdioxide
B
Koolstofmonoxide
C
Stikstofdioxide
D
Stikstofmonoxide
Slide 24 - Quiz
Geef het reactieschema van een volledige verbranding
Slide 25 - Open question
Geef het reactieschema van een onvolledige verbranding
Slide 26 - Open question
Wat is GEEN vorm van warmtetransport
A
Geleiding
B
Isoleren
C
Straling
D
Stroming
Slide 27 - Quiz
In een fluitketel gaat de warmte door het water van onder naar boven. Dit gebeurt door...
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding
Slide 28 - Quiz
In een koekenpan gaat de warmte van de buitenkant naar de binnenkant.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding
Slide 29 - Quiz
Als je bij een kampvuur zit, welke vorm van warmtetransport houdt je dan lekker warm
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding
Slide 30 - Quiz
Warmte kan gemakkelijk door metalen heen. Van welk soort warmtetransport is dit een voorbeeld?
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
Slide 31 - Quiz
Hoe houdt deze beker thee warm?
A
Houdt straling tegen
B
Houdt lucht tegen
C
Houdt geleiding tegen
D
Geen van bovengenoemde
Slide 32 - Quiz
De Zon brengt warmte naar de aarde door..?
A
Geleiding
B
Straling
C
Stroming
Slide 33 - Quiz
Je verwarmt soep. In de pan staat een stalen lepel. De lepel wordt ook warm. Dit komt door de.?
A
Stroming
B
Isolatie
C
Geleiding
D
Straling
Slide 34 - Quiz
In welke fase kan warmtetransport door stroming het gemakkelijkst plaatsvinden?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 35 - Quiz
In welke fase kan warmtetransport door geleiding het gemakkelijkst plaatsvinden?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 36 - Quiz
Andere naam voor warmtestraling is?
A
UV-straling
B
Rode-straling
C
Groene straling
D
Infrarode-straling
Slide 37 - Quiz
Aardappels vormen een belangrijke bron van vitamine C: 100 g rauwe aardappel levert 50% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH).
In de tabel staan enkele gegevens over de voedingswaarde van rauwe, gekookte en gebakken aardappels. Henk eet 250 gram gekookte aardappels. Hoeveel energie in Kj krijgt Henk hierdoor binnen?
A
812,5 kj
B
325 Kj
C
475 Kj
D
650 Kj
Slide 38 - Quiz
Hoeveel energie is er nodig voor 5 minuten lopen? (Lopen is 18 kJ per minuut)
Slide 39 - Open question
Absolute nulpunt
Dit is de temperatuur waarbij de moleculen helemaal stil liggen.
0 Kelvin
=
- 273 graden Celcius
Slide 40 - Slide
Wat is het absolute nulpunt?
A
0 graden Celsius
B
273 graden celsius
C
273 Kelvin
D
-273 graden Celcius
Slide 41 - Quiz
oefenen met omrekenen van graden Celsius naar Kelvin: 15 graden Celsius =
A
-258 K
B
15 K
C
288 K
D
268 K
Slide 42 - Quiz
oefenen met omrekenen van Kelvin naar graden Celsius: 47 K =
A
32 graden Celsius
B
320 graden Celsius
C
- 126 graden Celcius
D
-226 graden Celsius
Slide 43 - Quiz
Wat is het koudste ?
A
10 graden celsius
B
273 Kelvin
Slide 44 - Quiz
Nog even in het kort
omrekenen van Kelvin naar 0C
temperatuur in 0C = temperatuur in Kelvin - 273
temperatuur in Kelvin = temperatuur in 0C + 273
Slide 45 - Slide
Waar is een bimetaal van gemaakt?
A
kwikthermometer
B
twee stripjes (verschillend) metaal
C
vloeistof in een stijgbuis en reservoir
Slide 46 - Quiz
Bimetaal thermometer
in bimetaalthermometer zit een strip bestaand uit twee verschillende metalen, meestal ijzer en aluminium
beiden hebben een andere temperatuur waarbij ze uitzetten of krimpen
ijzer zet bij een hogere temepratuur minder uit dan aluminium