H3.3 Luchgcirculaties

H3.3 Luchtcirculaties
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

H3.3 Luchtcirculaties

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoge- en Lagedrukgebieden

Slide 3 - Slide

Verdeling warmte

  • Grote verschillen tussen instraling.
  • Verdeling warmte door wind en zeestromen.



Slide 4 - Slide

Corioliseffect
NH: rechts
ZH: links

Slide 5 - Slide

NH: rechts
ZH: links

Slide 6 - Slide

Atmosferische circulatie
Wet van Buijs Ballot:
  1. lucht stroomt van hoge druk naar lage druk
  2. De wind heeft een afbuiging door het corioliseffect
NH (noordelijk halfrond -> rechts,
ZH  (zuidelijk halfrond) -> links

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Passaat
Passaat: wind tussen 30 graden en evenaar. 
Dit is een oostelijke wind die van het subtropisch hogedruk gebied naar de evenaar waait. 


Slide 9 - Slide

ITCZ 
ITCZ is een aanhoudend lagedrukgebied dat ontstaat door de directe instraling van de zon. 

Deze ITCZ verschuift, waardoor het lagedrukgebied ook wisselt. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zomer voor ons
Winter voor ons.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Gevolg

Slide 15 - Slide

4: ITCZ 
ITCZ is de zone met een aanhoudend lagedrukgebied dat ontstaat door de directe instraling van de zon. 

Deze ITCZ verschuift rondom de evenaar.

Slide 16 - Slide

De ITCZ, Passaten en Moessons
Stap 1
Hoge instraling zon bij de evenaar, hierdoor is er veel verdamping.
Deze warme vochtige lucht stijgt op. Op evenaar aan het aardoppelvlak ontstaat een lage drukgebied. 

Stap 2
Door de opstijging, koelt de warme vochtige lucht af. Het vocht condenceert waardoor er een wolk ontstaat. wanneer de wolk vol is, dan laat de wolk de druppels vallen, het regent.
Stap 3
De lucht die nu droog en koud is, daalt bij 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte weer richting het aardoppervlak. Hierdoor onstaat daar een hoge druk gebied. 
Stap 4
Je weet nu dat lucht altijd van hoge druk naar lage druk beweegd. Daardoor stroomt er nu een wind van 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte richting de evenaar, dit noem je ook wel de passaat. Op het Noorderlijkhalfrond heet hij de Noordoost passaat. Bij de evenaar komen de passaat winden samen, dit wordt ook wel convergeren genoemd,  noemen ze ook wel de Intertropische convergentie zone (ITCZ)
Stap 3
De lucht die nu droog en koud is, daalt bij 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte weer richting het aardoppervlak. Hierdoor onstaat daar een hoge druk gebied.
Stap 4
Je weet dat lucht altijd van hoge druk naar lage druk beweegt. Daardoor stroomt er nu een wind van 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte richting de evenaar, dit noem je ook wel de passaat. Op het Zuiderlijkhalfrond heet hij de Zuidoost passaat. Bij de evenaar komen de passaat winden samen, dit wordt ook wel convergeren genoemd, noemen ze ook wel de Intertropische convergentie zone (ITCZ)

Slide 17 - Slide

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Zonnig
Bewolkt
Droog

Slide 18 - Drag question

Zijn de volgende omschrijvingen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Over een jaar krijgt de evenaar het meeste energie van de zon
Het lagedrukgebied beweegt met de instraling van de zon mee
In juli is het vlak ten noorden van de evenaar droog

Slide 19 - Drag question

Hier is er het hele jaar door sprake van neerslag
Hier regent het vooral in juli heel veel
Hier regent het vooral in januari heel veel

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide