23-04-05 groep A-rood

Wat gaan we doen?
Interpunctie
Lezen de babysitter blz. 47
huiswerk nakijken de taalschool blz. 26 opdracht 4 en 5!
blad maken met voltooide tijd
onregelmatige werkwoorden
Poster typisch Nederlands



 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Interpunctie
Lezen de babysitter blz. 47
huiswerk nakijken de taalschool blz. 26 opdracht 4 en 5!
blad maken met voltooide tijd
onregelmatige werkwoorden
Poster typisch Nederlands



 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Taalschool blz. 26 opdracht 4 en 5

Slide 3 - Slide

onregelmatige werkwoorden
hele ww                         verleden tijd                         voltooid deelwoord
                             (enkelvoud en meervoud)                      
beginnen 
blijven
brengen
denken
doen

Slide 4 - Slide

verleden tijd/voltooid deelwoord
eten
gaan
hebben
helpen
kijken
komen

Slide 5 - Slide

slapen
sluiten
spreken
springen
vallen
vechten
kopen
krijgen
lezen
lopen
rijden
schrijven

Slide 6 - Slide

aanvragen
achterlaten
het balkon
Bevrijdingsdag
de bijeenkomst
bijkomen
de bodem
overnemen
de gemeente
de grootte
de heuvel
de komst
de kou
lusten
makkelijk
nadenken

Slide 7 - Slide

Zelf aan de slag!
Wat is de betekenis?
Wat is het meervoud?
Omschrijf het woord!

Slide 8 - Slide

Poster maken
Maak een poster over iets wat je typisch Nederlands vindt!

Bedenk een onderwerp / zoek afbeeldingen!

 

Slide 9 - Slide

Interpunctie (punctuation)
de punt . 
de komma , (comma)
punt komma ; (semi-colon)
de dubbele punt : (colon)
aanhalingstekens (quotation marks)
hoofdletters
vraagteken ? en uitroepteken !

Slide 10 - Slide

;
Hij heeft zijn zonnebril niet meegenomen; het wordt niet zo mooi weer.

Ik ben vroeg opgestaan; ik had nog veel te doen vandaag.

Slide 11 - Slide

Een dubbele punt (colon):
Ik heb gisteren heel veel gedaan: nieuwe hemdjes gekocht, de hond uitgelaten, mijn huiswerk gemaakt en een film gekeken.

De dokter zal als volgt te werk gaan: allereerst meet hij je bloedruk....

Mijn leraar zei vandaag: "Als iedereen zijn best doet, ....

Slide 12 - Slide

Een komma , gebruik je:
Als je klaar bent, mag je naar huis.
Ik heb vanmorgen een appel, twee boterhammen, een gekookt ei en thee gehad.
Die mooie, nieuwe auto.
Beste heer Jansen,


Slide 13 - Slide

Een komma , gebruik je:
Joost, waar ben je? Waar ben je, Joost?

Joost en Tirza, de leerlingen die vandaag te laat waren, moeten eerder op school komen.

Ik moet eten, maar ik heb geen honger. Hij is blij, want hij is jarig.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video