SPAANS Unidad 6b

Unidad 6 En la oficina de turismo
IN DEZE LES
vragen en antwoorden op een VVV-kantoor
het werkwoord IR (= gaan)
met het openbaar vervoer
tekst lezen en begrijpen
trappen van vergelijking
kloktijden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Unidad 6 En la oficina de turismo
IN DEZE LES
vragen en antwoorden op een VVV-kantoor
het werkwoord IR (= gaan)
met het openbaar vervoer
tekst lezen en begrijpen
trappen van vergelijking
kloktijden

Slide 1 - Slide

opdracht 6.01 voorbereiden
Lees ter voorbereiding van opdracht 6.01 eerst 
de vragen op de volgende dia's, 
zodat je ze ongeveer/helemaal 
begrijpt. 


Slide 2 - Slide

ir = gaan

abrir = openen

comprar = kopen

decir = zeggen

Slide 3 - Slide

En la oficina de turismo
vragen en antwoorden 
bij de receptie van een VVV-kantoor

opdracht 6.01 is een luisterfragment
bekijk eerst de vragen op de volgende 2 dia's
cuál = wat, welk

ventaja = voordeel

horario = openings-tijden

Slide 4 - Slide

opdracht 6.01
Begrijp je nu (ongeveer) wat er gevraagd wordt?

Bekijk dan nu de mogelijke antwoorden in het boek en let daarbij op de (kleine) verschillen. 

Dan pas ga je luisteren; link naar audio op de volgende dia.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

LEZEN  &  BEGRIJPEN
Lees het gesprek op de volgende 2 dia's. 
Begrijp je alles? 
Noteer wat je niet begrijpt !!!

Het is de tekst bij de audio van 6.01.
Zo kun je je antwoorden controleren.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

en la estación de metro
Bekijk de afbeelding en de tekst op de volgende dia.
Onder de afbeelding zijn een paar woorden vertaald, om je op weg te helpen.

Wat betekent de tekst bij de afbeelding?

Schrijf de Nederlandse vertaling bij de afbeelding in je boek. 

Slide 10 - Slide

dejar = laten; bajar = uitstappen; subir = instappen; evitar = voorkomen; retraso = vertraging

Slide 11 - Slide

6.06 trappen van vergelijking
STELLENDE TRAP
Juan is net zo groot als Lisa. 
VERGROTENDE TRAP
Elena is groter dan Miguel. 
OVERTREFFENDE TRAP
Alejandro is de grootste. 

Slide 12 - Slide

minder groot, groter, grootste
Groningen es  menos grande  que  Amsterdam. 

Amsterdam es  más grande  que Groningen. 

Amsterdam es  la  ciudad  más grande

link naar video met uitleg op volgende dia

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

oefenen op WIKIWIJS
Meestal gebruiken we de oefeningen op Wikiwijs om achteraf te kijken wat je geleerd hebt.

Je kunt de oefeningen ook gebruiken om je op de opdrachten in het boek voor te bereiden. 

Link naar voorbereidende oefeningen op de volgende dia. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

opdrachten 6.02, 6.03, 6.04
6.02 lezen & begrijpen, daarna vertalen NL-SP
6.03 het gebruik van het werkwoord IR (= gaan)

6.04 lezen & begrijpen, daarna vertalen NL-SP    6.04 b overslaan; doen we later



Slide 17 - Slide

opdrachten 6.05, 6.06, 6.07
6.05 tekst lezen en vragen beantwoorden

6.06 trappen van vergelijking 

6.07 kloktijden (video's op de volgende dia's)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide